Ze stonden bijna de helft van de wedstrijd op voorsprong, maar lieten uiteindelijk toch het playout-ticket glippen. Het was zondag na de 2-2 tegen Hurley over en uit voor Nijmegen op het hoogste niveau. Bij clubmannen Tijn Stuve en Lars Leenen maakte de teleurstelling vrij snel plaats voor trots. ‘Toen ik begon in Heren 1, trainden we maar twee keer per week.’
‘We hebben het hockey in het oosten weer op de kaart gezet.’
Was getekend, Nijmegen-boegbeeld Leenen zo’n twintig minuten nadat de degradatie een feit was. De berusting klinkt al door in zijn woorden na zijn allerlaatste wedstrijd als speler van Heren 1. Veertien jaar is de onofficiële langste hockeyer van de Hoofdklasse trouw geweest aan het uithangbord van zijn club. ‘Ik zei het vorige week nog: ik ben nog nooit gedegradeerd.’ Droogjes: ‘Tsja. Nu wel.’
In de opmerking van Leenen zit veel meer dan berusting. Hij is ook hartstikke trots dat er weer over zijn cluppie als topclub werd gesproken. Nijmegen speelde tot dit jaar in 1978 voor het laatst in de Hoofdklasse. De laatste club uit Oost-Nederland die zich liet zien op het toppodium was Hattem in 2003. Totdat Nijmegen de spotlights pakte en opeens wekelijks live op Viaplay te zien was. Ze deden er echt weer toe. Kwamen voorbij in talloze clipjes op social media. Speelden tegen kersverse olympisch kampioenen, die warm werden onthaald door hun betrokken publiek. Bij een thuiswedstrijd was het altijd volle bak in de Waalstad. Zelfs bij een doordeweekse inhaalwedstrijd.

Philip Jannes en Florian Gosselink delen de pijn. Foto: Bart Scheulderman
Van het veld voor Amsterdam Heren 13
Natuurlijk legden de camera’s zondag ook vast hoe de laatste seconden van Nijmegen in de Hoofdklasse verliepen. De laatste hoopvolle beukbal van oermens Philip Jannes richting de cirkel. De laatste mislukte tip-in. De snerpende toeter. En natuurlijk de treurnis. De spelers die neerploften in de cirkel. De sticks die op de grond stuiterden, zoals die van Tijn Stuve. De man die twee keer scoorde.
Die Stuve moest zondag snel van het veld. Want degradatie uit de hoogste competitie, of niet: het bomvolle zondagschema op Hurley moest natuurlijk gewoon worden afgewerkt. De eerste tranen van Nijmegen waren amper gedept, of Hurley Heren 11 en Amsterdam Heren 13 (voor de liefhebbers, het werd 6-0) moesten alweer aantreden.

Stuve gaat uit z’n plaat op het veld. Foto: Bart Scheulderman
Euforie als valkuil
Balend staat de spits bij het Nijmeegse publiek, dat massaal naar Amsterdam was afgereisd voor de degradatiekraker. ‘Ik denk dat we 55 minuten een goede pot hebben gespeeld. En in die vijf minuten waarin we dat niet deden, krijgen we er twee tegen. Dat is wel een beetje het verhaal van dit seizoen geworden.’
‘Het is bij ons te vaak zo geweest dat we snel een goal tegenkrijgen nadat we zelf scoorden. Dan denk je dat je de vorm van de wedstrijd te pakken hebt en beland je direct weer in een negatief gevoel. We zijn dan te euforisch. Staan even niet op te letten en dan hangt-ie weer.’ Met een zucht volgt die ene, pijnlijke conclusie. ‘Als je met 2-0 voorkomt in zo’n belangrijk duel. En die wedstrijd toch niet wint. In totaal maar zes punten pakt. Dan hoor je uiteindelijk ook niet in de Hoofdklasse thuis.’ Met een grijns: ‘Eigenlijk hadden we geluk dat er nog een team was dat het slecht deed. Daarom hadden we vandaag nog een kans.’
Iets verderop staat Leenen, ook met een plukje persoonlijke fans. De aanvoerdersband zit nog strak om de bovenarm van de 32-jarige routinier. Ook hij is snel over het hek geklommen. Gevlucht voor de sproeiers en – laten we eerlijk zijn – de inspelende teams van Hurley en Amsterdam. Ook hij stelt dat Nijmegen het grootse deel van ‘de wedstrijd van het jaar’ goed speelde. ‘Na die 2-2 pakten we het weer aardig op. We waren beter, probeerden te forceren. Maar het was vaak net niet. Net naast. Net over. Tien centimeter is dan het verschil tussen de play-outs of degradatie.’

Leenen na zijn allerlaatste duel als speler van Nijmegen Heren 1. Foto: Bart Scheulderman
Middenmoter in de Overgangsklasse
En voor Leenen dus zelfs het verschil tussen nog een paar weken hockeyen – de play-outs binnen over tweeënhalve week – of direct stoppen. ‘Ik had graag voor een ander einde gekozen. Vooral omdat ik de club heel graag wilde achterlaten in de Hoofdklasse.’ Zelfs koele kikker Leenen kreeg een brok in de keel toen er werd afgetoeterd. ‘Dan besef je wat er ophoudt, na al die jaren. Dat een groot deel van je leven er anders uit gaat zien. Ik leef daar al sinds de winterstop naartoe. Maar toch is het even slikken als het zo ver is.’
Het lukt hem al om verder te kijken dan die teleurstellende laatste dag van zijn loopbaan. ‘Want later ben je heel blij dat je hierbij was. Veertien jaar Heren 1 en toch een jaar in de Hoofdklasse. Toen ik begon speelden we middenmoot Overgangsklasse (toen het tweede niveau). Trainden we twee keer per week. Na een paar jaar haalden we ineens de play-offs. Toen wisten we: misschien is er wel meer te behalen met ons clubje.’
Dat was in 2018. ‘Drie jaar geleden zijn de plannen gemaakt om Nijmegen naar de Hoofdklasse te brengen. Het is heel bijzonder dat we dat gerealiseerd hebben. Stappen hebben gemaakt. Nu trainen we vier keer per week, is het veel serieuzer. Jammer dat we te veel cruciale wedstrijden hebben verloren. Maar we hebben ons wel laten zien. Durfden te hockeyen, met de steun van de hele vereniging erachter. Het Hoofdklasse-jaar leefde echt op de club.’

David Blom verwerkt in zijn eentje de teleurstelling. Foto: Bart Scheulderman
De toekomst
Kortom; het was het in the end allemaal waard. Leenen – komend seizoen te bewonderen bij Nijmegen Heren 4 – stopt dus met tophockey, evenals Pieter-Bas Noverraz. De toekomst van Australiër Jacob Whetton is ongewis. Florian Gosselink (Oranje-Rood) en Koen Meijerink (Kampong) blijven vooralsnog als enige Nijmegenaren actief op het hoogste niveau. Clubtopscorer Stuve – goed voor elf goals – blijft de degradant trouw.
‘Volgens mij gaat er een grote groep door. Ik bekijk mijn toekomst tegenwoordig per seizoen. Maar ik ben er nog wel een jaartje bij hoor. Vind het veel te leuk’, zegt de 28-jarige aanvaller, die een paar weken geleden nog vertelde over de toekomstplannen van Nijmegen. Zijn club wil op termijn een stabiele Hoofdklasser worden. ‘En dat plan staat nog steeds’, klinkt het zelfverzekerd.
‘Stiekem staat er dit jaar best een oude ploeg. Het is dus niet gek om een beetje te verjongen. Het wordt volgend jaar even wennen om veel aan de bal te zijn. Vaker het spel te maken. Ik heb er vertrouwen in dat we binnen een jaar terug kunnen komen.’ Hij draait zich om, richting zijn teamgenoten. Terug naar de orde van de dag. ‘Eerst even bijkomen, met een klein biertje. Dat helpt wel.’
Wat vind jij? Praat mee...
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.