Vorig veldseizoen eindigde voor de vrouwen van Laren desastreus met een degradatie naar de Overgangsklasse. Daarin dobbert de ploeg nu in de middenmoot. In de zaal daarentegen promoveerde Laren afgelopen seizoen naar het hoogste niveau. In de Hoofdklasse Zaal proberen de vrouwen naarstig het hoofd boven water te houden. ‘Wij horen hier thuis.’
Dat er zaalhockey in de ploeg zit, is wel duidelijk. Het speelse gemak waarmee routinier Julia Müller met haar 39 jaar de tegenstanders nog altijd op het verkeerde been zet. Het snelle overpassen en op het juiste moment een gaatje in de cirkel vinden. De bevlogenheid waarmee coach Steven van Tijn zijn speelsters langs de lijn instrueert.
De wil om hier te zijn, spat er bij Laren vanaf, bijvoorbeeld in de wedstrijd tegen Amsterdam afgelopen zondag in een sporthal in Eemnes. Maar waar de hoofdstedelingen aan een kansje genoeg hadden, lukte het Laren niet om te scoren. Met 0-3 verlies liepen de Gooise speelsters het veld af. Tegen Kampong, drie uur later, liet Laren wél zien dat het ook goals kan maken. Met de 3-2 winst mocht de ploeg niet alleen drie punten bijschrijven, maar staat het voorlopig ook op een vierde plek.
Zaalfreak
Mylee Vos de Mooij is pas 21 jaar, maar toch al een van de routiniers van Laren en aanvoerder van de veld- en zaalploeg. Een zaalfreak noemt ze zichzelf. ‘En dat zijn we allemaal. Al tijdens het veldseizoen ging het regelmatig over de zaal. Verheugden we ons op de dynamiek tijdens en sfeer rondom deze wedstrijden. Sowieso leeft zaalhockey enorm op de club. Toen ik bij Laren ging spelen, was de zaal ook direct onderwerp van gesprek. Dat er zoveel waarde aan wordt gehecht, is zeker nu best uniek.’
De zaalliefde is niet verwonderlijk als je kijkt naar de clubhistorie. Nog maar zes jaar geleden werden de vrouwen Europees zaalkampioen. Een ander tijdperk als je kijkt naar de selectie van destijds, dat zich nu voor een groot deel verenigd heeft in Pinoké Dames 3 (met onder anderen Lieke van Wijk, Lisanne de Lange en Mila Muyselaar).
Ook Vos de Mooij haakte pas na dit Europese succes aan. De spits maakte al twee seizoenen in de Hoofdklasse mee, voordat Laren naar de Topklasse degradeerde. Dit seizoen sprokkelde Laren tot nu toe zeven punten bij elkaar, onder andere dankzij een zege op HDM – vorig seizoen de nummer twee van Nederland. Daarmee behoort het tot de middenmoot, voor zover daarvan sprake is in een poule waarin alleen Den Bosch er met kop en schouders boven uitsteekt en de rest weinig voor elkaar onder doet.
‘Als je ons nu ziet spelen, denk ik dat we hier thuishoren. Daar doen we ook alles voor. We trainen drie keer in de week, twee uur lang. Vaak zijn dat puur tactische trainingen, oefenen we eindeloos patronen. Toch heeft iedereen er altijd zin in en staan we er allemaal met een glimlach. En we boffen met twee Duitse speelsters in het team (naast Müller ook Jennifer Willner). Zij doen dingen die je in Nederland niet leert. Van dichtbij een bal hard tegen de balk spelen zodat die vervolgens midden in de cirkel belandt bijvoorbeeld. En ze zijn heel fel en hebben een ijzersterke backhand. Communiceren doen ze ook goed. Soms heb ik zelfs het gevoel dat ik in Duitsland hockey, zoveel Duits hoor ik om mij heen.’
Makkelijke taak
Van buitenaf haakten in de zaal Carlijn Jansonius (Voordaan Dames 2) en Vivienne Kastrop (Schaerweijde) aan. Zeker Jansonius’ komst is opmerkelijk, omdat Voordaan ook Hoofdklasse speelt en zij bovendien vorig jaar nog aanvoerder van dat team was. ‘Carlijn wilde bij een ploeg spelen die écht hard traint en ambitie heeft. Dan zit je bij ons goed’, weet Vos de Mooij.
Uiteindelijk zijn het natuurlijk de resultaten die tellen als je mee wil (blijven) doen op het hoogste niveau. Iets waar Laren aardig in slaagt. ‘Ons droomdoel is onszelf handhaven. We weten dat dat een uitdaging is. We zitten in een loodzware poule. Toen ik die zag, moest ik wel even slikken. Aan de sfeer in de groep ligt het in ieder geval niet. Ik ben geen aanvoerder die veel schreeuwt, maar vind het vooral belangrijk om het teamgevoel goed te houden. Ik heb wat dat betreft een makkelijke taak. En wat de uitkomst ook is, we nemen de positieve energie die we nu opdoen mee naar het veld. Vooral dat alles kan. Dat hebben we tegen HDM wel laten zien.’
Wat vind jij? Praat mee...
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.