Amsterdam kijkt naar het oosten: ‘Duits praten in de zaal’

Met zestien goals en zes punten is de zaalcompetitie voor de mannen van Amsterdam uitstekend begonnen. We zien bij de ploeg uit de hoofdstad een hoop andere koppen dan in het veld. Een van de opvallende andere namen is Max Sweering: normaal gesproken speler van promotieklasser SCHC. 

‘Het voelt oud, maar vertrouwd’, stak Sweering van wal na de eerste competitiewedstrijd in zijn nieuwe shirt. ‘Het is een tijdje geleden, maar ik heb al vier jaar voor Amsterdam gespeeld (tot 2018, red.). Het team is totaal anders, maar ik heb zin in deze uitdaging. Het voelt goed om weer voor Amsterdam te spelen.’

Ondanks zijn voorgeschiedenis bij de club is Sweerings wintertransfer opvallend. Als echte zaalliefhebber en –specialist en voormalig inwoner van Duitsland kwam de aanvaller afgelopen seizoen in de Duitse competitie voor Krefeld uit. Een ervaring die naar meer smaakte, maar waar Sweering dit seizoen bewust niet voor koos. ‘Ik heb het zeker overwogen, maar het werd toch een beetje te veel met werk, het EK en het WK en elke keer op en neer reizen naar Duitsland. Vorig jaar was een heel mooie ervaring en misschien dat ik in de toekomst terugga, maar voor dit seizoen leek het mij niet verstandig.’

Max Sweering in duel met Rotterdam-speler Jochem Bakker. Foto: Willem Vernes

Volop Duitse invloeden

Intussen lonkte een avontuur bij Amsterdam – landskampioen zaal in 2020. Sweering: ‘Ik had veel contact met Teun Rohof via het Nederlands team. Toen ik hoorde dat er bij Amsterdam ook meerdere Duitsers kwamen spelen, begon het te kriebelen om met dit nieuwe team voor de landstitel te gaan. Bij SCHC begrepen ze dat wel. We spelen in dezelfde poule. Het zal wel wennen zijn om niet met, maar tegen hen te spelen, maar ik kijk ernaar uit.’

De ‘meerdere Duitsers’ in de selectie van Amsterdam zijn keeper Moritz Kentmann, Tim Strüven (in het veld actief voor Hurley) en Benedikt Swiatek. Swiatek was er in de eerste ronde nog niet bij, maar sluit in januari aan. Kentmann concurreert om de keeperspositie met Daan Taphoorn. Sweering: ‘We grapten met elkaar al dat we wel Duits in het veld kunnen praten. Met hun jarenlange ervaring in de Duitse zaalcompetitie zijn zij belangrijk in het neerzetten van de structuur en het inslijten van patronen. Daar ontbrak het in de eerste wedstrijden nog aan. Niet gek als je bedenkt dat we nog maar zo’n vier keer hebben getraind en alleen een paar oefenwedstrijden hebben gespeeld.’

Het zaalteam van Amsterdam onderging dit seizoen een metamorfose. Foto: Willem Vernes

Bouwen

Een van de redenen dat Amsterdam nog maar zo weinig samen heeft getraind, is het feit dat verschillende spelers actief waren op het EK in Hamburg vorige week. Zo ook Sweering. ‘Het is anders om weer op clubniveau te spelen. Internationaal zie je meer verschillende speelstijlen. De Tsjechen en Zwitsers zijn heel fysiek bijvoorbeeld. De Duitsers spelen alleen mandekking. Dat zie je hier minder. In Nederland is de speelstijl frivoler en ligt het tempo een stuk lager. Maar met het team dat we hebben, kunnen we denk ik iets moois neerzetten.’

Met de Duitse aanwinsten en Sweering en ook routinier Teun Rohof en zaalinternational Boris Burkhardt in de gelederen is Amsterdam een van de favorieten voor de titel. Sweering is nog wat voorzichtig. ‘Natuurlijk willen we zover mogelijk komen, maar er is ook nog veel werk aan de winkel. De stroefheid moet eruit. Per wedstrijd blijven we bouwen, zodat we er aan het einde van het seizoen helemaal staan.’


Wat vind jij? Praat mee...