Ex-toparbiter Van Eert geeft zaaltips voor scheids (en spelers)

Dit seizoen worden in de zaal liefst 57.000 wedstrijden afgewerkt. Die moeten allemaal in goede banen worden geleid. Ex-topscheidsrechter Roel van Eert geeft zes tips voor zaalscheidsrechters. Die ook voor alle zaalhockeyers handig zijn om te lezen.

1. De zaal is perfect om als arbiters goed samen te werken
Roel van Eert: ‘In tegenstelling tot het veld zijn de afstanden in de zaal veel kleiner. Dat betekent dat je als scheidsrechters dichter bij elkaar staat en elkaar echt goed kunt helpen. Maak daar ook gebruik van. Dus durft te fluiten als je aan de kant van je collega-scheidsrechter een shoot constateert die hij of zij niet ziet. In elkaars cirkel mag je in principe niet fluiten, maar ook daar kun je elkaar helpen. Houd elkaar in het oog als de bal in de cirkel is. Ga als collega-scheidsrechter geen vreemde armgebaren maken om hem in te seinen. Zie je een shoot in de cirkel en je collega kijkt, maak dan gewoon het strafcorner-gebaar. Dan is het voor iedereen duidelijk dat er een strafcorner moet worden gegeven. De uitleg komt later wel.’

2. Pushen kan alleen met twee handen aan de stick
‘Dat je in de zaal alleen mag pushen, klinkt als een simpele regel. Maar als ik een wedstrijd in de zaal kijk, zie ik dat de hele tijd ballen worden geslagen. Houd als vuistregel aan dat je alleen kunt pushen als de stick met twee handen wordt vastgehouden. Op het veld mag je de bal met een hand aan de stick wegtikken, maar dat kan alleen door een slaande beweging te maken. Je moet als scheidsrechter niet gaan zoeken naar slaan, maar fluit gewoon als jij vindt dat een bal wordt geslagen.’

3. Fluit niet elke keer als de bal bij het stoppen een beetje stuitert
‘In de zaal mag de bal alleen over de grond. Dat weet iedereen. Toch zie ik soms dat spelers de bal bij de tegenstander over de stick wippen. Dat mag echt niet. Daar moet je voor fluiten. De bal mag alleen omhoog als je de bal vanuit de cirkel op het doel pusht. Een hoge bal mag vervolgens echter niet uit de lucht worden geslagen. Niet door de verdedigende partij, maar ook niet door aanvallers. Dat gaat nog weleens mis. Daar moet je als scheidsrechter scherp op zijn.
Een ander verhaal vind ik het stuiteren bij de aanname van een bal. Kijk daarbij ook naar het niveau van de spelers. Als spelers moeite hebben de bal direct laag te controleren, fluit dan niet elke keer af. Zeker niet als er geen tegenstander in de buurt is. Daarmee fluit je het hele spel dood. Laat lekker gaan.’

4. Leg het spel even stil, als je echt last hebt van het commentaar
‘In de zaal zit iedereen zo dicht op elkaar, dat ieder commentaar door iedereen wordt gehoord. Dat geldt voor commentaar van spelers, coaches en publiek. De verantwoordelijkheid om geen commentaar te leveren, ligt in eerste instantie bij alle aanwezigen zelf. Ik doe echt een dringend appèl op iedereen om zich netjes te gedragen.
Blijf je als scheidsrechter last van het commentaar houden, schroom dan niet om een keer het spel even stil te leggen. Ga naar de aanvoerder of de bank en zeg dat het commentaar je hindert om goed te kunnen fluiten. Vaak is dat voldoende. Natuurlijk zijn er uiteindelijk nog meer maatregelen die je kunt nemen, maar ik adviseer om het in eerste instantie met praten op te lossen.’

5. Handhaaf bij jeugdspelers de spelregels, maar leg ze uit
‘Voor jeugdspelers die voor het eerst in de zaal spelen, is het vaak erg wennen. Ik ben er echter geen voorstander van om de regels aan te passen. Dus als een bal hoog wordt gespeeld, fluit af. Leer de kinderen direct hoe de regels zijn, dan hoef je ze dat later ook niet meer af te leren. Het is wel belangrijk dat je uitlegt waarom je fluit. Je zult zien dat zelfs de E-jeugd het spelletje dan al snel oppikt. Jong geleerd, is oud gedaan.’

6. Zorg dat je stilstaat, als je een beslissing neemt
‘Ik zie scheidsrechters soms heel driftig in de zaal heen en weer rennen. Natuurlijk is het belangrijk dat je dicht bij de bal bent, maar het is bewezen dat je meer kunt waarnemen als je stilstaat. Als je beweegt, vertroebelt het beeld. Dus als je een beslissing moet nemen, zorg dat je stilstaat om het zo goed mogelijk waar te nemen.
Daar waar mogelijk loop je tijdens het spel buiten de balken. Is de bal in cirkel en moet er bijvoorbeeld een strafcorner worden genomen, zorg dan dat je binnen de balken en zo dicht mogelijk bij de bal bent.’


Wat vind jij? Praat mee...