Noor de Baat en de jacht op het zaalgoud met Amsterdam én Oranje

Over drie weken is de finaledag van de Hoofdklasse Zaal. Al een week later spelen de Oranje-zaalteams hun WK in Zuid-Afrika. Noor de Baat bereidt zich voor op dit toernooi, maar is ook met haar club Amsterdam ambitieus.

WK of niet; in de zaal was De Baat vandaag ook voor Amsterdam bloedfanatiek tijdens de wedstrijden tegen HDM en Den Bosch. Beide duels ging het hard tegen hard, met een gelijkspel tegen HDM (2-2) en een 4-2 overwinning op landskampioen Den Bosch als resultaat voor de Amsterdammers.

De Baat: ‘We willen met Amsterdam de play-offs halen. Het zaalteam bestaat alleen maar uit speelsters die er ook op het veld bij zitten. Toch is het in de zaal altijd wennen aan de dynamiek. Het verschil ten opzichte vorig seizoen is dat de samenstelling van de ploeg vaak wisselde. Zelf was ik een groot deel afwezig voor Jong Oranje en zo waren er meer. Daardoor was het moeilijk om iets op te bouwen. Eindigen in de middenmoot was toen ook prima.’

Noor de Baat (midden) in duel met HDM-speelster en Oranje-teamgenoot Tessa Clasener. Foto: Willem Vernes

‘Dit jaar spelen we bijna alle wedstrijden met een vaste ploeg van acht à tien speelsters’, vervolgde De Baat. ‘Alleen komende week zijn onze drie Jong Oranje-speelsters (Zoë Admiraal, Alessia Norbiato en Noa Muller, red.) er niet bij. Dat we verder met een constante groep zijn, maakt dat we afspraken hebben die iedereen begrijpt als we op het veld staan.’ Met Robert Tigges als één van de coaches staat er bovendien een bak aan ervaring voor de ploeg van De Baat, al kan hij vanwege zijn functie als bondscoach van de nationale mannenzaalploeg, niet ieder moment bij zijn.

Volledige focus

De aanpak werpt tot dusverre zijn vruchten af met een eerste plek in poule A als voorlopige positie. De Baat: ‘Kampong, HDM en Den Bosch zie ik als de grootste concurrenten om de play-offs. Tot nu toe hebben we nog niets verloren, dus ons doel om de play-offs te behalen blijft binnen handbereik.’

Dat De Baat daarnaast vol in de voorbereiding is op het WK in Zuid-Afrika doet volgens de gedreven speelster niet af aan de ambities in de Nederlandse competitie. ‘Ik ben gefocust op het WK, maar ieder weekend dat ik met Amsterdam in de zaal sta, vind ik het hartstikke leuk en heb ik er zin in om punten te pakken. Als we ineens twee keer zouden verliezen, stap ik zuur het veld af. Natuurlijk is het niet altijd mogelijk om met de club mee te trainen. Vaak mis ik een oefenwedstrijd. Dat is dan maar zo. Bovendien staan er veel trainingsuren met het Nederlands team tegenover. Daar word je veel beter van en dat breng ik tijdens de competitiewedstrijden zo goed mogelijk bij.’

Noor de Baat legt haar ploeggenoten de tactiek uit. Foto: Willem Vernes

Dubbelweekenden als deze, een zwaar trainingsprogramma met Oranje en ook nog een lijntje houden met de clubtrainingen: het klinkt alsof De Baat aan een fysieke uitputtingsslag bezig is. Toch valt het volgens de Amsterdamse reuze mee. ‘Komende week hebben we het druk met het Nederlands team. Dan raadt de staf het af om niet ook nog met je club mee te doen vanwege de intensiteit. De week erna is daar wel weer meer ruimte voor. Zo wisselt het per week. Daarbij ligt de focus nu volledig op het hockey. Studie staat op een lager pitje. Dus ik haal er nu vooral energie uit.’

En als De Baat moet kiezen tussen de twee hoofdprijzen die zij deze winter kan binnenslepen? ‘Dan kies ik voor het WK-goud. Landskampioen worden is gaaf, maar in zo’n jaar is er toch één gouden plak die ik nog liever win.’


Wat vind jij? Praat mee...