Zaalsurprise Rotterdam wil meer zijn dan ‘zomaar een clubje’

In de Promotieklasse staan de dames van Rotterdam fier en ongeslagen aan kop. Ook in de zaal laat de ploeg uit de havenstad zien geen eendagsvlieg te zijn. Als enige promotieklasser bemachtigde het team van Bobby de Graaf en Brian Vervoort een plek in een kampioenspoule. ‘We willen niet zomaar een clubje  zijn.’

Winnaarsmentaliteit

Na het binnenhalen van het beslissende punt, dankzij het 2-2 gelijkspel tegen Den Bosch, klonk er geen gejuich bij Rotterdam. Bijna gelaten stonden ze in een kringetje voor een korte nabespreking. ‘We voelden dat we meer uit deze wedstrijd hadden kunnen halen’, verklaart Julie van Dam, die beide goals maakte tegen de Brabanders.

Het tekent de mentaliteit waarmee haar team de Hoofdklasse-zaalcompetitie is ingestapt. ‘We willen elke wedstrijd winnen. Zeker ook die tegen Den Bosch, omdat we de punten uit die wedstrijd meenamen naar de kampioenspoule.’ Van ontzag voor de veldkampioen, die ook nog een klasse hoger speelt dan Rotterdam, was dus allerminst sprake.

Julie van Sam namens Rotterdam. Foto: Koen Suyk

Bobby de Graaf is in de zaal de hoofdcoach, waar Brian Vervoort als zijn assistent fungeert. Een rollenswitch ten opzichte van de situatie op het veld. De Graaf vindt dat zijn speelsters wel wat trotser op zichzelf mogen zijn. ‘Ons doel voorafgaand aan dit zaalseizoen was om de kampioenspoule te halen. Dat dit gelukt is te midden van allemaal hoofdklasseclubs is natuurlijk heel mooi. Twee jaar geleden debuteerden we in de Hoofdklasse Zaal. Toen eindigden we in de middenmoot en waren we blij met lijfsbehoud. Die ervaring namen we mee naar dit seizoen.’

Rotterdam-coaches Bobby de Graaf en Brian Vervoort. Foto: Koen Suyk

Uitblinkers

Julie van Dam is met elf goals tot dusverre een van de uitblinkers van de ploeg van De Graaf. ‘Op het veld scoor ik niet zo vaak. In de zaal gaat dat beter. Ik ben blij dat ik zo mijn steentje aan het team kan bijdragen.’  In haar eerste seizoen voor Rotterdam is de voormalige jeugdinternational, die in de zomer over kwam van HDM, dus meteen van grote waarde. Dat ziet  De Graaf ook. ‘De meeste speelsters zitten al langer bij het team. Van Julie wisten we nog niet hoe ze goed speelt in de zaal. Dat is een positieve verrassing.’

Van Dam is de eerste die ook haar teamgenoten prijst. ‘Er zit veel talent in de groep. Emma van den Santbrink, Charlotte Hoctin Boes en Amber van den Dijssel zijn bijvoorbeeld uitgenodigd voor de trainingsgroep van Jong Oranje.’ De Graaf: ‘De grootste kracht van het team is misschien wel de saamhorigheid. Zowel in als buiten het veld is er veel contact, zelfs met speelsters die nu niet in de zaal meedoen.’

Rotterdam-aanvoerder Rebecca Huijgens in de met 3-4 gewonnen wedstrijd tegen Victoria. Foto: Koen Suyk

Cultuuromslag

Daarnaast merkt De Graaf op dat zijn ploeg een professionaliseringsslag ondergaat. ‘We kunnen wel zeggen: we willen promoveren op het veld en de kampioenspoule halen in de zaal, maar daar moet je dan wel ook naar handelen. Drie jaar geleden kon je niet aankomen met extra trainen. Nu is dat bijna vanzelfsprekend. Ook in de zaal verwachten we een bepaald commitment. Met vakantie gaan mag, maar als je wil zaalhockeyen, moet wel bij trainingen aanwezig zijn. Zomaar komen aanwaaien voor een wedstrijd is er dus niet bij.’

Emma van Santbrink is een van de jonge talenten van Rotterdam. Foto: Koen Suyk

Laat Rotterdam met het behalen van haar doelstelling de teugels vieren? Als het aan Van Dam ligt niet: ‘We gaan er onbevangen in, maar willen nu het liefst doorpakken. Laten zien dat ze niet tegen zomaar een ploegje uit Rotterdam spelen.’

‘Als we de play-offs, halen, is dat mooi meegenomen’, zegt De Graaf. ‘Spelen tegen ploegen als Den Bosch en Hurley is sowieso leerzaam en leuk. Buiten hebben we een ‘bepaalde ambitie’. Binnen kunnen we alvast laten te zien dat we op dat niveau thuishoren. En het is prettig om de flow die we te pakken hebben, mee te nemen naar het veld . Daarin hebben we natuurlijk een voordeel ten opzichte van de andere promotieklasseteams, die helemaal niet samen mogen hockeyen nu. Zo kan het voor ons nog wel eens een heel leuk jaar worden.’


Wat vind jij? Praat mee...