Het was zondag een speciale dag voor Jochem Blok. Als aanvoerder van Amsterdam won de Rotterdammer naast volgens hem het mooiste voetbalstadion van Nederland de nationale zaaltitel.
Blok benoemde het ook in zijn toespraak in het Topsportcentrum. Hij sprak het publiek toe nadat hij de kampioensschaal had ontvangen, na de 12-5 zege op Den Bosch. Door die overwinning pakte recordkampioen Amsterdam zijn elfde zaaltitel.
‘Nu een paar ervaren jongens uit het veldteam er niet bij zijn, draag ik de band en mag ik de schaal optillen. Als Rotterdamse Amsterdammer. Het is eigenlijk vloeken in de kerk’, lacht Blok. Hij voegt eraan toe: ‘Ik vind het een eer om aanvoerder te zijn en draag de band met trots.’
‘Die rivaliteit vind ik prachtig, maar het moet wel binnen de perken blijven’, legt Blok uit. ‘We spelen het spelletje om even te ontsnappen aan de werkelijkheid. Uiteindelijk is het een spel met een bal en een stick. Het is heerlijk dat we met z’n allen er zo in op kunnen gaan en samen strijden voor de winst. En of ik dat nou doe bij Amsterdam of Rotterdam, bij beide teams heb ik vrienden voor het leven gemaakt. Hier in Rotterdam, in het Amsterdamse shirt, de prijs omhoogtillen, dat is prachtig.’
Genieten
Blok genoot met volle teugen. Van de uitreiking, het poseren voor de kampioensfoto en het samenzijn met familie, vrienden en vriendin. Iedereen die het ook maar wilde, kreeg de gouden medaille omgehangen of mocht de schaal van dichtbij bewonderen. En er werd natuurlijk gesproken over die misschien toch wel krankzinnige finale waarin het publiek werd getrakteerd op maar liefst zeventien doelpunten.

Jochem Blok tilt de schaal omhoog als aanvoerder van Amsterdam. Foto: Willem Vernes
‘Een gekkenhuis, toch?’ antwoordt Blok op de vraag hoe hij de finale zou omschrijven. ‘Het is waanzinnig dat we met z’n allen zoveel goals maken. Het publiek komt ergens voor en volgens mij hebben we ze daar rijkelijk op getrakteerd. Reclame voor de hockeysport? Als je van aanvallen houdt wel. En de keepers hoeven ook niet slecht te slapen, want er werd met scherp geschoten. Dus ja, als je het mij vraagt. Ik vond het fantastisch.’
Blok: ‘We hebben vanaf het begin gezegd: we willen voor de play-offs gaan. Als je steady presteert in de competitie dan is er in die laatste twee weekenden van alles mogelijk. Dus van tevoren hadden we niet gezegd dat we hier met de schaal zouden staan. We hadden ons wel bij de beste vier geschaard. Maar dat dit zo wordt beloond, in zo’n waanzinnig spektakelstuk, is bijzonder.’
‘De kracht van het team is de combinatie van structuur en vrijheid waarmee er wordt gespeeld. Die twee zijn enigszins tegenpolen van elkaar, maar we weten ze goed in balans te houden. Je ziet een aantal jongens vandaag excelleren in creativiteit en doelgerichtheid, met een gezonde dosis Amsterdamse branie. Die vrijheid die je ziet, wordt mogelijk gemaakt omdat we voor de rest strak in de structuur spelen en ons houden aan afspraken. Verantwoordelijkheid nemen en niet zeuren als het even niet loopt. Niet lullen, maar poetsen. Die balans maakt dit een echte teamprestatie. En zoiets lukt natuurlijk alleen met een goed begeleidingsteam.’
Belangrijke schakel
Met zijn ervaring en de rust die hij meebrengt, was Blok in de zaal een belangrijke schakel in het Amsterdamse kampioensteam. Een heel andere rol dan op het veld, waar hij in de eerste seizoenshelft niet altijd deel uitmaakte van de wedstrijdselectie.

Jochem Blok in duel met Max Kreft tijdens de finale van het NK Zaal tussen Amsterdam en Den Bosch. Foto: Willem Vernes
‘Ik heb het afgelopen half jaar een paar tegenslagen gehad. Ik liep een hersenschudding op en net toen ik weer mocht spelen, kreeg ik een stick tegen mijn voorhoofd. Het zat niet mee. En dan speel je niet. Dat is klote.’
Als je kijkt naar de zaal, ik geniet hiervan, zeker met dit resultaat. Het ligt me ook wel om in zo’n team meer verantwoordelijkheid te pakken. Dan hoop ik… nee, dan ga ik ervoor zorgen dat ik in de tweede seizoenshelft ook op het veld altijd bij de wedstrijdselectie zit.’
De zaaltitel voelt niet als een vorm van revanche. ‘Nee, de zaal staat op zichzelf. Het is niet dat ik hiermee een statement maak of heb bewezen wat mijn waarde voor de club is. Ik weet dat de club mijn bijdrage op waarde schat. Op het veld worden beslissingen genomen en daar wordt open over gecommuniceerd. Je kunt het er niet mee eens zijn, maar er is altijd duidelijkheid. Ik zie dit dan ook echt niet als een lange neus trekken.’

Jochem Blok komt als eerste uit de spelerstunnel tijdens de finale van het NK Zaal. Foto: Willem Vernes
Boost
Blok kan niet ontkennen dat het succesvolle zaalseizoen een boost is voor het zelfvertrouwen. ‘Het is lekker. Maar nogmaals, het is een ander spelletje. Ik denk wel dat er misschien een uitroepteken achter mijn capaciteiten staat. Dat het even benadrukt wat ik in mijn mars heb. Nu moet ik het laten zien op het veld.’
De tweede seizoenshelft is voor Blok zijn laatste voor Amsterdam. Na het seizoen zet hij namelijk een punt achter zijn tophockeyloopbaan. ‘We spelen op het veld met z’n allen voor een doel en dat is het halen van de play-offs. Ik wil een bijdrage leveren aan een mooi slotstuk.’
Maar voordat het zover is, werd de landstitel gevierd in Amsterdam. ‘Dat is misschien wel verstandig, dan kan iedereen gewoon op de fiets naar huis. Maar dat we een drankje nemen, daar durf ik mijn hand voor in het vuur te steken.’
2 Reacties
marijkebijen
Verstandig dat ze het in Amsterdam vierden. Kon ook niet anders. Slechte horeca! Als je zo'n evenement van 2 dagen binnen hebt, met zoveel publiek, dan zorg je toch dat je voorraad op orde is?
Reinout van Leeuwen
Branie & niet lullen maar poetsen. Het lijkt wel een fusie van aan Amsterdam en Rotterdam toegedichte eigenschappen.