Andere vibe bij Rotterdam: geen worsteling, maar omhoog kijken

Op het veld staan de vrouwen van Rotterdam er matig voor. Ze bungelen onderaan de Tulp Hoofdklasse. In de zaal draaien de havenstedelingen echter prima mee. Sterker nog, met nog twee speelronden te gaan, zijn in theorie zelfs de halve finales haalbaar.

Het was mooie opsteker geweest. Na het 2-2 gelijkspel tegen Voordaan was een overwinning op de runner-up in poule B, SCHC, binnen handbereik. Met minder dan anderhalve minuut te spelen stond de ploeg zondagmiddag met 4-3 voor in het Arnhemse Sportcentrum Valkenhuizen. Een rake Bilthovense strafbal van Mette Winter gooide, met nog tachtig seconden op de klok, roet in het eten. Geen Rotterdamse feestje dus, maar een 4-4 gelijkspel.

Door die twee remises staat Rotterdam, met nog twee speelrondes (en vier wedstrijden) te gaan, op een derde plek in de Hoofdklasse Zaal. Nét onder de plek die recht geeft op een plek in de halve finales om het landskampioenschap. De achterstand op nummer twee SCHC is vrij groot, zes punten.

Niettemin is Rotterdam-aanvoerder Emma van Santbrink optimistisch. ‘De wedstrijd tegen Voordaan speelden we echt onder ons niveau. Door de tweede pot tegen SCHC kijken we toch tevreden terug op deze dag. We leverden energie. Benutten onze kansen beter. Lieten echt zien dat we een goed zaalteam hebben.’

Rotterdam-aanvoerder Emma van Santbrink (rechts) in duel met SCHC-verdedigster Mette Winter. Foto: Willem Vernes

Andere vibe dan op het veld

De 22-jarige Van Santbrink draagt dit zaalseizoen voor het eerst de aanvoerdersband. ‘Voordat de competitie begon, hadden we allemaal een persoonlijk gesprek met onze zaalcoaches Jordy van der Waart en Bobby de Graaf. Ze vroegen of ik aanvoerder wilde worden, als volgende stap in mijn ontwikkeling. Voor mijn gevoel was ik daar klaar voor. Het is een nieuwe rol, maar ik vind het vooral leuk om het team mee te trekken en aan te sporen. Niet alleen op het veld, maar ook daarbuiten zorgen dat we echt een team zijn.’

Voor het teamgevoel zoekt de voormalige jeugdinternational het niet in zware gesprekken of eindeloze analyses. ‘Een muziekje voor de wedstrijd, balletjes hooghouden en grapjes tussendoor. We proberen een andere sfeer te creëren dan op het veld waar we worstelen met onze vorm.’

Van Santbrink snijdt een gevoelig punt aan. Vorig jaar wist haar ploeg – toen promovendus – op het veld degradatie te ontlopen. Dit seizoen is er met een voorlopig laatste plek extra veel werk aan de winkel.

Een een-tweetje tussen assistent-coach Bobby van der Graaf en Emma van Santbrink. Foto: Willem Vernes

‘Dat het op het veld niet lekker loopt, heeft impact op de vibe in de groep. We hebben met elkaar al de nodige gesprekken gevoerd. Willen er na de winterstop vol voor gaan. Om de connectie met elkaar te houden, doen we deze winter iedere maandag krachttraining met het hele team. Op donderdagen eten we vaak met z’n allen. En met het zaalteam staat plezier voorop. Maar we willen ook weer niet alleen maar meedoen. We hebben veel kwaliteiten. Willen het Rotterdamse lef laten zien. Kijken omhoog.’

Dit weekend werd bekend dat Rotterdam-veldcoach Brian Vervoort na dit seizoen afscheid neemt van ‘zijn’ vrouwen. De ploeg hoorde het nieuws anderhalve week geleden. Van Santbrink: ‘We vinden het allemaal heel jammer, want we hebben een supergoede band met hem. Maar we begrijpen hem ook, na zoveel jaren Dames 1. Het brengt ons niet aan het wankelen.’

Twee keer Van Santbrink

Het aanvoerderschap is niet de enige nieuwigheid voor Van Santbrink dit zaalseizoen. De technisch begaafde spits wordt sinds dit competitiejaar zowel op het veld als in de zaal vergezeld door haar vier jaar jongere zusje Brechtje. Het is voor het eerst dat de twee samen in één team zitten. Zeker in de zaal weten de zusjes elkaar regelmatig te vinden of zorgen ze samen voor een Rotterdams blok.

Brechtje van Santbrink neemt het doel van SCHC onder vuur. Foto: Willem Vernes

‘Brecht en ik hebben een goede band dus het is vooral heel leuk om samen te spelen. Voor Brechtje is het misschien niet altijd makkelijk. Ik spreek haar directer en sneller aan dan anderen, zeker nu ik in de zaal ook aanvoerder ben. Maar volgens mij kan ze dat wel goed hebben. We zijn Rotterdammers hè? We laten ons niet zo snel uit het veld slaan.’


Wat vind jij? Praat mee...