Zaalinternational Niek Merkus wil net zo goed worden als Fergus Kavanagh

Een forehand-block net buiten de cirkel, een backhand die hinderlijk in de weg ligt en een zeker doelpunt voorkomt. Zaalinternational en verdediger Niek Merkus (24) doet de onopvallende dingen die een team nodig heeft. ‘Ik wil een keiharde verdediger worden.’

Wat zijn de ambities van Niek Merkus, die deze zomer overstapte van Amsterdam naar Pinoké? ‘Ik wil de nieuwe Ferg…’, grapt hij. Dan stopt hij met praten, op de tribune van de Sporthallen Zuid, nadat zijn team voor de vijfde achtereenvolgende keer heeft gewonnen. Nu van SCHC (3-5).

‘Nou ja, ik wil een keiharde verdediger worden, zoals Fergus Kavanagh. En daarin het team meenemen. Ik ga natuurlijk niet zeggen dat ik de nieuwe Fergus kan zijn. Hij is veel te goed.’

De Australiër Fergus Kavanagh is de Australische wereldkampioen van 2010 en 2014. De rots in de branding bij Amsterdam. De speler die nooit iets bijzonders lijkt te doen, maar ondertussen een wereldverdediger is. Jarenlang keek Merkus naar Kavanagh, toen ze samen speelden bij Amsterdam. De Australiër straalt rust uit. Pakt ballen af en levert ze direct weer in bij zijn teamgenoten. Wedstrijd na wedstrijd.

‘Fergus is een heerlijke speler. Hij is de beste leerschool die je kunt hebben. Je merkt pas dat hij van wereldklasse is, als hij er niet bij is. Hoe hij hockeyt, is een van de mooiste manieren om het spel te spelen. Zo simpel mogelijk. Daarom is hij zo goed.’

Links Niek Merkus, rechts Fergus Kavanagh. Na de NK-finale tegen SCHC in 2019. Foto: Willem Vernes

Wie Merkus ziet spelen in Sporthallen Zuid, snapt wel iets van de overgang van topclub Amsterdam, naar kleinere broer Pinoké. De donkerharige verdediger heeft om het witte shirt de felbegeerde zwartrode band met de drie Amsterdamse kruizen. Hij is de aanvoerder, de captain van de Steekneuzen. Samen met keeper Hidde Brink vertegenwoordigt hij het Nederlands zaalteam, dat komend weekend het EK Zaal in Berlijn speelt.

Bij hem begint de opbouw. Hij is degene die het vaakst de bal heeft. Eindeloos passt hij naar de linksachter. Ondertussen breekt hij keer op keer de aanvallen af van SCHC. Hij zal nooit een bal op en neer halen, omdat het kan. Hij maakt geen overbodige bewegingen. Verrek: hij acteert net als zijn grote voorbeeld.

Het beeld zondag in de Sporthallen Zuid. Niek Merkus veelvuldig aan de bal op rechtsachter. Foto: Willem Vernes

Nu moet Merkus niet volgen, maar de anderen op sleeptouw nemen

Op het eerste gezicht is het een stap terug, van Amsterdam naar Pinoké. Zeker als je het verleden van Merkus bekijkt. Hij speelde bij Nijmegen, stapte over naar Schaerweijde, hockeyde in Jong Oranje. Hij maakte in 2015 de overstap naar topclub Amsterdam. In 2017 mocht hij mee op trainingsstage naar Zuid-Afrika, met het grote Oranje, maar een liesblessure verhinderde dat. Bij Amsterdam maakte hij zijn minuten, maar brak hij ook niet echt door. In overleg met de nieuwe coach Santi Freixa besloten ze dat het beter was als hij naar Pinoké zou gaan.

‘Wat betreft kwaliteit is het een stap terug. Qua rol in het team is Pinoké een stap vooruit. Er wordt van mij verwacht dat ik het neerzet bij Pinoké, het goede voorbeeld geef en andere gasten op sleeptouw neem. Dat bevalt heel goed.’

Met de komst van Merkus naar Pinoké hebben de Steekneuzen een kwaliteitsinjectie in de zaal gekregen. Merkus werd met Amsterdam meerdere keren landskampioen. Tot nu toe presteert Pinoké met de aanwinst boven verwachting. Het team staat voorlopig soeverein bovenaan in de Hoofdklasse Zaal. Ook dankzij de succesvolle inbreng overigens van de jeugdige spelers bij de Amstelveense club, die zich laten gelden. Zo was het hoogtepunt in de wedstrijd tussen Pinoké en SCHC (5-3 winst) de fabelachtige assist van Miles Bukkens, die met de bal aan zijn stick geplakt een onverwachte backhand voorzet gaf.

Merkus blijft rustig onder de druk van zijn nieuwe rol. ‘Als aanvoerder en rechtsachter wordt er meer van mij verwacht. Ik heb wat dat betreft veel geleerd bij Amsterdam van Nicki Leijs en Teun Rohof. Het is leuk om dat allemaal over te brengen.’

Niek Merkus in actie. Naast hem Morris de Vilder. Foto: Willem Vernes

‘Zaalhockey kan genadeloos zijn’

De verdediger is gek op het zaalspel, iets waar hij al serieus mee bezig was bij Nijmegen en Schaerweijde. ‘Zaalhockey kan genadeloos zijn. Dat het zo hard kan gaan, vind ik het echt het mooiste aan zaalhockey. Vorig jaar speelden we de Europacup zaal. Kregen we in een minuut twee tegengoals. En dan lig je eruit. Dat is pijnlijk, maar ook het mooie aan zaalhockey.’

Met Pinoké koerst Merkus nu af op de play-offs om de landstitel. Ook als speler wil hij nog steeds het hoogste bereiken: Oranje in de zaal maar ook op het veld blijft zijn stip op de horizon.


Wat vind jij? Praat mee...