Zes stellingen voor goalgetters Niklas Wellen en Boris Burkhardt

Boris Burkhardt (HDM) en Niklas Wellen (Pinoké) hadden als teamtopscorers een groot aandeel in de finaleplek van hun team. Vlak voor de apotheose van het zaalseizoen leggen we beide goalgetters zes stellingen voor. ‘We weten wat we in de eerste wedstrijd verkeerd hebben gedaan.’

HDM – Pinoké is een droomfinale
Wellen: ‘Wat ons betreft absoluut. HDM is de sterkste tegenstander die we tegen zijn gekomen. Ik moet er meteen bijzeggen dat we niet tegen Rotterdam hebben gespeeld. Dat is ook een sterke ploeg. In de wedstrijden tegen HDM ging het alle kanten op. De eerste keer verloren we dik, met 10-5. Toen schoten ze, als ik het mij goed herinner, zes corners erin. De laatste, een dag voor de halve finales, wonnen wij met 7-2. Dus wat dat betreft staat het 1-1. Ik vind HDM een mooie, creatieve ploeg. Ze zijn koelbloedig in de cirkel en spelen op een goede manier fysiek, lekker agressief. Die 10-5 en 7-2 lijken gigantische scores, maar – cliché – in de zaal kan het hard gaan. Het verschil was in het veld echt niet zo groot. De teams zijn gelijkwaardig aan elkaar.’

Burkhardt: ‘Zeker weten. Voor mij maakt het niet zo heel veel uit tegen wie we spelen. Als ik HDM en finale in een adem hoor, is het sowieso al een droomfinale. Tegen Pinoké spelen is altijd mooi. We zijn gewaagd aan elkaar. We hebben inderdaad bizarre uitslagen tegen elkaar neergezet. Maar het is wel typerend: we zijn twee ploegen die veel kunnen scoren. Het zal in de finale aan beide kanten niet zo uit de hand lopen, er zal meer ingespeeld worden op die vorige uitslagen.’

Ook de keeper van Hattem werd geklopt door Niklas Wellen. Foto: Willem Vernes

Ik houd precies bij hoeveel ik scoor
Wellen: ‘Haha, nee hoor. Ik lees natuurlijk wel wat erover geschreven word. Ik zie de lijstjes. Maar topscorer worden is absoluut geen doel en ik denk er niet over na als ik in het veld sta. Eerlijk gezegd zou ik zo niet weten hoeveel het er zijn. 24 in de poulefase? Nou, mooi aantal. Een gemiddelde waar ik blij mee ben. Ik vind het ook best als iemand anders ze voor ons maakt. Ik speel ook veel op het middenveld, net achter de spitsen. Die rol vind ik ook fijn.’

Burkhardt: ‘Ik hou het bij, ja. Maar niet precies. Althans, tijdens de wedstrijd ben ik er niet mee bezig. Maar daarna ben ik zeker benieuwd naar de statistieken. Het is leuk, dat zeker. Maar verder boeit het me niet. Ik zat een aantal potten echt goed in de flow. Dan gaat het vanzelf. Iedereen is er wel een beetje mee bezig toch? Op hoeveel ik nu sta? Ik kon het niet terugvinden, maar heb er zeker naar gezocht. Negenentwintig? Wow. Dat klinkt goed.’

Wij hebben de beste zaalcorner van Nederland
Wellen: ‘Poeh. Laat ik ‘m proberen te vergelijken met die van HDM. Zoals ik zei, hebben ze best veel corners tegen ons gemaakt in die eerste wedstrijd. Zij spelen vaker varianten dan wij. Wij zijn meer van het direct pushen. Maar ik vind het allebei goede corners. Dat maakt het lastig te kiezen. Ik denk wel dat onze corner beter is gaan lopen tijdens het seizoen. Komt simpelweg door meer uren met elkaar te maken. We proberen een gemiddelde te halen van één uit drie. Als je over een langere periode dat percentage haalt, dan doe je het goed, denk ik.’

In Duitsland zaalhockeyen is zeker nog een droom van me Boris Burkhardt

Burkhardt: ‘De beste van Nederland zou ik niet zeggen. Maar wel een heel goede corner. Ik vind veel corners goed. Moeilijk om te zeggen of er echt een bovenuit steekt. Wellen heeft een goede corner, dat zeker. Het zit dicht bij elkaar. We doen zeker niet onder voor elkaar. En wij hebben Joey (Fontaine, red.) in de goal. Hij is echt in vorm en van super grote waarde.’

Volgend zaalseizoen wil ik in Duitsland spelen
Wellen: ‘Ik denk dat ik volgend seizoen helemaal niet in de zaal sta. Met de Duitse veldploeg staan we begin 2023 op het WK in India. Duitsland heeft natuurlijk een echte zaalcultuur, veel meer dan in Nederland. Maar zelfs voor ons het is de combinatie van een WK met de zaal een hele lastige. Dus misschien het jaar daarna nog weer. Dat is nog ver weg. Ik heb geen idee in welke competitie, of bij welke club ik dan speel.’

Burkhardt: ‘Dat zou ik heel leuk vinden, het is zeker nog een droom van me. Wat Max Sweering en Teun Rohof dit seizoen doen, dat is prachtig. We hebben met het Nederlands zaalteam een paar wedstrijden in Duitsland gespeeld. Het niveau en tempo daar, is schitterend. Bij de Duitsers zit het zaalhockey echt in het DNA. Zijn er maanden mee bezig. Om het in Nederland net zo te krijgen gaat heel veel jaren duren, of nooit gebeuren.’

Natuurlijk zie ik teams die het anders aanpakken. In Duitsland zou dat ondenkbaar zijn. Niklas Wellen

Het doet mij pijn dat niet alle teams de zaal serieus nemen
Wellen: ‘Voor mijn plezier maakt het niet uit. Wij draaien een mooi zaaljaar met Pinoké. Dat doen we serieus en daar halen we lol uit. Voor onszelf is het mooi dat die inzet beloond wordt met een finaleplaats. Natuurlijk zie ik teams die het anders aanpakken. In Duitsland zou dat ondenkbaar zijn. Het doet mij geen pijn, maar ik vind het wel jammer. Het kan zo leuk zijn, ook voor je ontwikkeling als hockeyer. Ga je maar eens redden, in de kleine ruimte zonder je 3D-moves. Los het maar op zonder liftjes. Daar leer je echt van. Maar goed, ik vermaak me wel. Het is een Hollands probleem, waar ik als Duitser verder vanaf sta.’

Burkhardt tijdens de 10-5 zege van HDM op Pinoké. Wellen kijkt op de achtergrond toe. Foto: Koen Suyk

Burkhardt: ‘Nee. Een aantal teams neemt het heel serieus. Zolang mijn eigen team dat ook maar doet. De rest maakt me niet zoveel uit. Je merkt dat we in Nederland langzaam stappen zetten. Hoe de finales aangepakt worden, de play-offs. Dat leeft en wordt ieder jaar een stukje serieuzer. Hier gaan ook veel jongens naar een andere club in de zaalperiode. Daar wordt het niveau ook hoger van.’

Wij worden landskampioen
Wellen: ‘Daar ben ik van overtuigd. We hebben vooralsnog een perfecte voorbereiding, met drie trainingen in aanloop naar de finale. En we zijn helemaal compleet. Dat is niet alle weken zo geweest. We hebben alles in huis om het goed te doen. Onze keeper, de verdediging, de corner, de aanvallende creativiteit. Het klopt. En we weten wat we in die eerste wedstrijd tegen HDM verkeerd hebben gedaan. Tijdens die 10-5, precies. Wat dat is? Vertel ik je zaterdag, na de finale.’

Burkhardt: ‘Ja. Dat denk ik zeker. Wij worden landskampioen. Daar geloof ik echt wel in. Ik had verwacht dat we zover zouden komen. We zijn op de goede weg, hebben een goed plan voor zaterdag en weten hoe we Pinoké gaan aanvliegen. Wij gaan er vol voor.’


Wat vind jij? Praat mee...