Van der Struijk: ‘Toernooi-ervaring is belangrijk in de opleiding’

Michiel van der Struijk kijkt tevreden terug op de trainingsstage van Jong Oranje Heren in Barcelona. De bondscoach is minder tevreden over het feit dat er geen WK op het programma staat. Dit jaar staat het belofteteam van Oranje met een vernieuwde en verbrede selectie in het teken van opleiden. Voorlopig zonder toernooien.

Een groep van 22 spelers oefende in januari onder meer drie keer tegen Real Club de Polo en een keer tegen hockeyclub FC Barcelona. ‘Ik ben er erg positief over’, klinkt de bondscoach. ‘Het voelde als een frisse start. We hebben spelers die nooit eerder zo’n traject hebben gevolgd. Zij konden even wennen aan het niveau.’

Metamorfose

Het team van Jong Oranje ziet er ten opzichte van het EK vorig jaar in Valencia (brons) behoorlijk anders uit, net als het begeleidingsteam. Van der Struijk verwelkomde onlangs Pinoké-trainer Jesse Mahieu als assistent-bondscoach. Tim Jenniskens is als manager toegevoegd aan de technische staf. Daarnaast zijn diverse nieuwe talenten doorgeschoven uit Nederlands A.

Valentijn Charbon en Tjep Hoedemakers tijdens het EK in Valencia. Foto: Get Ready Images / David Aliaga

Ook beschikt Van der Struijk over spelers (Derck de Vilder, Marlon Landburg, Teun Beins, Koen Bijen en keeper Derk Meijer) die eigenlijk vanwege hun leeftijd niet meer in aanmerking zouden komen. Maar Jong Oranje Heren is tijdelijk een onder 23 team, zo legt de bondscoach uit. Met 32 namen op de lijst.

En dat alles heeft te maken met de Oranje-selectie van bondscoach Max Caldas. ‘Normaal is de groep van Max groter, maar die selectie is nu kleiner richting de Spelen. Dus we hebben spelers die al eens bij het Nederlandse team hebben meegedaan en jongens die op de rand van het Grote Oranje zitten. We proberen ze allemaal klaar te stomen.’

Ik vind het vooral jammer voor de jongens die uit ’99 komen. Zij missen nu überhaupt de mogelijkheid om een WK te spelen

Dat moet wel in een jaar zonder toernooien. Tenminste, zo ziet 2020 er op dit moment uit voor de mannen van Van der Struijk. Eigenlijk is er om de vier jaar een WK hockey onder 21, maar de FIH heeft vanwege de Spelen in Tokio het wereldkampioenschap naar 2021 verschoven. ‘Heel jammer’, vindt de bondscoach. ‘Toernooi-ervaring is belangrijk in de opleiding van spelers. Maar het is wat het is.’

‘Ik vind het vooral jammer voor de jongens die uit ’99 komen. Zij missen nu überhaupt de mogelijkheid om een WK te spelen.’ Van der Struijk vindt dat iedere hockeyer in Jong Oranje in staat moet zijn geweest om een wereldkampioenschap te spelen. ‘Op een WK komen we Aziatische landen en Australië tegen. Zij leggen toch ander hockey op de mat dan de Europese landen waar we vaker tegen spelen.’

Bondscoach Michiel van der Struijk tijdens het EK in Valencia. Foto: Get Ready Images / David Aliaga.

Het is niet zo dat Jong Oranje Heren helemaal verstoken is van landen buiten Europa. ‘Vorig jaar hebben we op een voorbereidingstoernooi in Spanje tegen Australië en India gespeeld, maar dat is natuurlijk op een ander podium. Het is vooral de opbouw van zo’n WK die het zo interessant maakt. De voorbereiding ernaartoe is toch anders dan wanneer we alleen maar stages draaien of losse wedstrijden spelen. Wat dat betreft vind ik het belangrijk om toernooien te spelen.’

Hoop op Six Nations

Vooralsnog staat er dit jaar dus geen toernooi op de agenda, maar de bondscoach heeft hoop. ‘Misschien komt er deze zomer toch nog een Six Nations in Spanje, verklapt hij. Dat zou wel een toernooi zijn voor spelers onder de 21 jaar. ‘Het zweeft nog ergens en het moet nog worden bevestigd, maar ik weet dat ze in Spanje bezig zijn om dat rond te krijgen. Misschien dus tóch een toernooi. Dat zou goed nieuws zijn.’


1 Reactie

  1. haags-hopje

    Zorgelijk. Aan de ene kant houdt Caldas vast aan de oude garde die over de top is en aan de andere kant zitten er in deze trainingsgroep vrijwel geen spelers die in de Hoofdklasse opvallen. Heel misschien Middendorp, Hoedemakers en Charbon, maar dat is het wel en daar gaat een toernooi echt niets aan veranderen. Ik zou denken dat spelers als Bovendeert, Swaen, Van Heijningen, Vos en noem maar op veel dichter tegen de nationale selecties aan zouden moeten zitten. Zo niet dan wordt dat een verloren generatie en wordt de spoeling na 2020 wel erg dun.


Wat vind jij? Praat mee...