Ze speelden in 2018 allebei in een unieke EHL-finale. Roel Bovendeert (Bloemendaal) en Constantijn Jonker (Kampong) stonden met hun teams tegenover elkaar in het enige Europese seizoen waarin veldgoals dubbel telden. ‘We wisten soms zelf niet eens hoeveel doelpunten het opleverde.’
Natuurlijk kan Jonker zich de EHL-finale van zeven seizoenen geleden nog goed herinneren. De Europese eindstrijd was namelijk zijn laatste wedstrijd als tophockeyer. ‘En die eindigde niet heel eervol’, stelt de voormalige goalgetter uit Utrecht, die jarenlang uitkwam voor Kampong. ‘Bloemendaal was beter. Maar de score die eruit kwam, klopte absoluut niet met de wedstrijd. Ja, ik weet de uitslag nog: 8-2. Nou, dat klinkt lekker hoor bij Studio Sport. Dan denkt iedereen dat je bent ingemaakt.’
Het was een gevolg van de EHL-regels die in het najaar van 2017 op de schop gingen. Tijdens de herfstduels in oktober van dat jaar telden veldgoals voor twee, terwijl een strafcorner één doelpunt opleverde. Een benutte strafbal was helemaal curieus: die was goed voor twee doelpunten, als hij niet voortkwam uit een corner. Want dan was-ie maar één goal waard.

Jonker met Quirijn Caspers, Sjoerd de Wert en Philip Meulenbroek. Foto: Koen Suyk
De cornertruc van Bloemendaal
‘Ik vond het idee wel mooi, dat veldgoals meer gewaardeerd werden’, zegt Jonker. ‘Als spits was ik het daar wel mee eens, haha. Ik denk dat het experiment ook een beetje mislukt is door de finale. Voor de sport is het natuurlijk niet goed als een wedstrijd die veel aandacht krijgt op tv in zo’n vreemde score eindigt. Ik heb er die wedstrijd zelf ook van geprofiteerd. Maakte een veldgoal, waardoor we met 2-0 de rust ingingen. Maar vlak daarna haalde Bloemendaal een truc uit de kast.’
Een slimmigheid, waar Bovendeert – tegenwoordig teamgenoot van Jonker bij Amsterdam Heren 2 – nu nog om kan lachen. Hij maakte uiteindelijk twee veldgoals die dag. ‘Maar het meest bijzondere was een andere goal. De 2-2. Dat was een ingestudeerde corner. Die lieten we expres buiten de stippellijn lopen. Was een ideetje van Jamie Dwyer, die had al een keer die regel meegemaakt. Doordat de bal buiten de stippellijn kwam, was de cornersituatie voorbij. Twee man liepen vanaf daar samen op en speelden het uit. Daar hebben we serieus op getraind. Ik denk dat de beelden nog wel op YouTube staan.’ (Dat klopt als een bus, de prachtige 2-2 komt na 2.05 minuten.)
20-10 bij Dragons – Three Rock Rovers
Bovendeert werd uiteindelijk topscorer van die EHL-jaargang. ‘Zo hoort het natuurlijk. Dat een spits ook een keer de meeste goals kan maken. Nee, zonder grappen: dat komt natuurlijk wel omdat de strafcorner minder zwaar meetelde. Het principe om de corner minder bepalend te laten zijn, vind ik best interessant. Veldgoals zijn – maar misschien ben ik bevooroordeeld – leuker om naar te kijken. Misschien dat spelers door zo’n regel eerder voor een schot gaan dan een voetje. Voor mij veranderde dat weinig: ik ging eigenlijk altijd al voor het schot. Ik vond het top: het voelde als een vrijbrief om lekker voor je actie te gaan.’
Die opwaardering van veldgoals leidde dus tot een hoop kermisuitslagen. Niet alleen de finale, maar in het hele toernooi. Maar liefst zes keer eindigde een wedstrijd in dubbele cijfers. Zo won Rotterdam met 13-1 van Uhlenhorst Mülheim en Bloemendaal met 15-2 van Arminen, terwijl normaal gesproken beide duels in 8-1 waren geëindigd. Club Egara maakte evenveel goals in het pouleduel als Saint-Germain (drie), maar verloor met 6-4 en was uitgeschakeld. Het meest ongelooflijke was het plaatsingsduel tussen Dragons en Three Rock Rovers, waar na een uur een idiote score van 20-10 op de borden stond. De bijzondere regel bleek geen blijvertje: een seizoen later was de doelpuntentelling weer als voorheen.

Het regende in 2018 doelpunten bij Dragons – Three Rock Rovers. Foto: Worldsportpics/Frank Uijlenbroek
‘Nog vreemder dan de eigen goal’
‘Bizar en grappig’, stelt Jonker. ‘Maar vooral goed dat het niet is doorgezet. Het is de gekste regel die ik ooit heb meegemaakt. Nog vreemder dan de eigen goal, die ook een seizoen geldig was. Er was voor de finale al veel kritiek op het dubbeltellen van veldgoals. We wisten soms zelf niet eens of zo’n rake cornervariant voor één of twee doelpunten opleverde. Het was megavaag en dat wil je natuurlijk niet.’
‘Ook ik was er niet rouwig om dat dit snel weer stopte’, vindt Bovendeert. ‘Het is heel mooi dat hockey een innovatieve sport is. Maar we moeten er niet in doorslaan. Ik denk niet dat het goed was voor de sport dat de ene goal zwaarder telt dan de andere. In de EHL zijn vaker nieuwe regels geprobeerd, dus misschien kunnen we de volgende editie iets schaven aan het afstand houden met de hoge bal. Als we daar iets aan doen, helpen we de ontwikkeling van het hockey.’
1 Reactie
hermanveen
Het scoreverloop en de hoogte van de scores was wel even wennen, maar de gedachte erachter was wel goed. Het maken van een veldgoal is immers een stuk moeilijker. Bij andere sporten, zoals bijvoorbeeld basketbal of American football wegen moeilijkere goals ook zwaarder mee. Dit brengt meer dynamiek met zich mee en stimuleert teams om moeilijkere goals te maken. En dat is alleen maar goed voor de toeschouwers, toch? Aan die hogere scores en grotere beweeglijkheid wen je op den duur wel, en dan weet je ook bij hockey niet beter. Dus ik ben fervent voorstander om de impact van de strafcorner terug te brengen. Straffen zou ook niet de voornaamste reden moeten zijn van een resultaat. Ook het vaak doelbewust halen van een strafcorner door het opzettelijk spelen van de bal op de voet in de cirkel zou zeker niet beloond moeten worden. Dat is puur spelbederf en zou gewoon een vrije bal voor de verdediging moeten zijn.