In de serie ‘De impact van goud’ onderzochten we de afgelopen weken de gevolgen van de olympische titels van de Nederlandse mannen en vrouwen, onder meer op financieel vlak. In deze laatste aflevering: voor de meeste Nederlandse internationals is het na hun gouden medaille een uitdaging om de kassa te laten rinkelen.
‘Nederland is voor hockeyinternationals een moeilijk land om veel geld te verdienen’, concludeerde Willem Boot, bestuurslid Tophockey van SCHC, in één van de afleveringen van de serie. Hij verwees naar de voormalige Britse keepster Maddie Hinch, die erin slaagde om financieel de vruchten te plukken van haar gouden plak. ‘Buiten haar salaris bij de club om ging het echt om een aanzienlijk bedrag. Méér dan een modaal jaarsalaris.’ Voor de meeste Nederlandse internationals is de realiteit echter heel anders.
Natuurlijk, meerdere olympisch kampioenen van Parijs maakten deze winter een klapper met hun deelname aan de Hockey India League. Jip Janssen was de Nederlander die het meest verdiende. Voor hem werd een bedrag neergelegd van bijna 59.000 euro. Bij de vrouwen ging het meeste geld naar Yibbi Jansen, die 32.000 euro in de wacht sleepte. Ook het prijzengeld van de Olympische Spelen was een welkome aanvulling: elke olympiër van Oranje ontving 11.000 euro van NOC*NSF. Alle genoemde bedragen zijn bruto.
Maar wanneer je de lucratieve Hockey India League buiten beschouwing laat, is de situatie voor de meeste Nederlandse internationals een heel ander verhaal. Het geld ligt niet voor het oprapen – laat staan het grote geld.

Zowel de mannen als de vrouwen wonnen olympisch goud in Parijs. Foto: Willem Vernes
Sponsoren staan voor de meeste hockeyers niet massaal in de rij
Ten eerste leidt een gouden medaille niet snel tot een salarisverhoging bij de club. Bij veel clubs worden salarissen bepaald door het aantal interlands of internationale toernooien dat een speler heeft gespeeld. Dus niet door de prijzen die hij of zij met Oranje heeft gewonnen. Tophockey heeft bovendien nog altijd geen duurzaam verdienmodel. Er zijn geen transferinkomsten, geen televisiegelden en is er zelden ticketverkoop. Spelers die financieel willen oogsten na hun gouden medaille, hoeven niet aan te kloppen bij hun club, maar moeten hun kansen elders zoeken. Bijvoorbeeld bij sponsoren.
Maar de realiteit is: sponsoren staan voor de meeste olympiërs van Oranje niet massaal in de rij. Hockey is in Nederland een kleinere sport dan bijvoorbeeld voetbal, wat betekent dat de commerciële impact ook beperkter is. Geen hockeyer komt bovendien in de buurt van het bereik van populaire Nederlandse sportinfluencers, zoals schaatster Jutta Leerdam (vijf miljoen volgers op Instagram), atlete Lieke Klaver (970.000 volgers) en schaatsster Suzanne Schulting (929.000 volgers).
Toch liggen er zeker kansen voor de Nederlandse olympisch kampioenen om een mooi extraatje te verdienen. Hoe? Door het roer zelf in handen te nemen, doelgericht te netwerken en de juiste koers te varen op social media.
Eén van de internationals die gestaag bouwt aan een commercieel imperiumpje is Yibbi Jansen. Tijdens de Olympische Spelen zag ze haar aantal Instagram-volgers verdubbelen, tot bijna 100.000, het hoogste aantal van alle huidige Nederlandse internationals. Toen zij minder dan een jaar geleden aanklopte bij haar huidige managementbureau Double M, sprak ze de wens uit om zich te verbinden aan een natuurlijk cosmeticamerk. Onlangs werd haar doelgerichte aanpak beloond. Jansen is nu het stralende gezicht van de marketingcampagne van Celenes by Sweden. Posters van haar hangen in bushokjes.

Jansen is het stralende gezicht van de marketingcampagne van Celenes by Sweden, een relatief nieuw cosmeticamerk.
Het merendeel van de gouden medaillewinnaars stopt uiteindelijk weer met het geven van presentaties. Slechts een klein deel redt het. Marc Lammers
Maar voor de overgrote meerderheid van de internationals liggen zulke deals niet snel binnen handbereik. Maar liefst 26 van de 35 hockeyers die na Parijs naar huis gingen met een gouden medaille, hebben minder dan 20.000 volgers op Instagram. Zeven van hen hebben nog geen 6000 volgers. Gesponsorde content verschijnt bij hen slechts sporadisch. Op LinkPizza, een digitale marktplaats waar influencers zich kunnen ‘verhuren’ aan adverteerders, biedt bijvoorbeeld keepster Josine Koning (8500 volgers) gesponsorde posts aan voor een bedrag van maximaal 250 euro per post.
Een andere manier om bij wat te verdienen, is door het geven van presentaties in het bedrijfsleven. Onder meer aanvaller Thijs van Dam haalde na de Olympische Spelen aardig wat boekingen binnen. Twee maanden geleden publiceerde hij op zijn LinkedIn dat hij zijn weg naar olympisch goud al had gedeeld bij vier verschillende bedrijven en organisaties, waaronder ING en de gemeente Wassenaar. Hij is onder meer te boeken via de website van het boekingskantoor DeSpreker.nl, waar een tariefindicatie wordt vermeld van 1250 tot 2000 euro.
Om te slagen in het lezingencircuit, legde oud-bondscoach Marc Lammers (tariefindicatie: 2500 tot 5000 euro) in de serie uit, moet je verhaal breder zijn dan alleen een terugblik op de Olympische Spelen. Bedrijven willen niet alleen het verhaal achter het olympisch goud horen, maar ook leren hoe ze diezelfde mentale en fysieke veerkracht kunnen inzetten in hun eigen werkklimaat. Lammers: ‘Het merendeel van de gouden medaillewinnaars stopt uiteindelijk weer met het geven van presentaties. Slechts een klein deel redt het.’

Thijs van Dam deelde zijn ervaringen tijdens de thema-avond van de gemeente Wassenaar.
De inkomsten uit clinics zijn een welkome aanvulling, maar vormen geen vervanging voor een volledig salaris Marlies Ezechiels van managementbureau Athletes United.
Tot slot verdienen de olympiërs van Oranje wat extra inkomsten door het geven van clinics. Jip Janssen richtte bijvoorbeeld de Jip Janssen Sleep Academy op: een serie trainingen waarin jonge spelers leren om hun strafcorner te perfectioneren. Voor een blok van acht trainingen bij AMHC FIT, op woensdagmiddagen, betaalden deelnemers 565 euro. Er was ruimte voor maximaal twintig kinderen per sessie.
‘De inkomsten uit clinics zijn een welkome aanvulling, maar vormen geen vervanging voor een volledig salaris’, concludeerde Marlies Ezechiels, manager van meerdere Nederlandse internationals. ‘Het olympisch goud van onze sporters verhoogt de belangstelling voor hun clinics, maar het leidt niet direct tot een verdubbeling van de aanvragen.’
Kortom: voor de meeste Nederlandse internationals is het na hun gouden medaille een uitdaging om de kassa te laten rinkelen. Maar met wat creativiteit en door doelgericht te netwerken, kunnen ze best een leuk zakcentje verdienen. Al blijven de kansen in de hockeywereld over het algemeen relatief beperkt.
Wat vind jij? Praat mee...
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.