‘Gestopte’ Warmerdam kan weer vooruit kijken en durft te dromen

De pijn in zijn rechteronderarm is weg sinds de ruim tien uur durende operatie in mei. En dat is na twee en half jaar misschien wel de grootste winst. ‘Er zijn heel wat zenuwen weggesneden, dus dan is de pijn ook makkelijk verholpen’, grapt de ogenschijnlijk altijd opgewekte Dennis Warmerdam, die vanwege een tumor in zijn arm dit jaar emotioneel afscheid nam van het tophockey. Samen met hockey.nl blikt de voormalig spits van Pinoké terug op een bewogen jaar.

Nooit meer kunnen hockeyen, daar had Warmerdam zich wel bij neergelegd. Het was afwachten hoeveel functionaliteit hij zou verliezen. Vanwege de agressieve kanker moest een groot deel van zijn onderarm worden weggesneden. De laatste keer dat we hem spraken was toen, in het voorjaar. Een paar dagen na zijn indrukwekkende afscheidswedstrijd op zijn club Pinoké en net voor zijn armbesparende operatie. De Amsterdammer hoopte na de operatie zijn vinger te kunnen gebruiken, op zo’n manier dat anderen niet aan hem zagen dat er wat aan mis is.

Toen Warmerdam ontwaakte na de operatie probeerde hij of zijn rechterarm nog werkte. Ja hoor: zijn vingers reageerden voorzichtig op zijn commando’s. Gek genoeg was het juist zijn linkerarm waar geen gevoel in zat: die had verkeerd gelegen tijdens de operatie en een zenuwkneuzing opgelopen. Tel daar de grote wond in zijn rechterbeen bij op – waar een spier uit was gehaald om de verwijderde onderarmspier te vervangen en als donor van een strook huid had gefungeerd – en Warmerdam kon in dat ziekenhuisbed van al zijn ledematen eigenlijk alleen zijn linkerbeen normaal bewegen.

Dennis Warmerdam wordt door zijn teamgenoten en het publiek op Pinoké letterlijk en figuurlijk gedragen bij zijn afscheidswedstrijd op zondag 22 april tegen Amsterdam. Foto: Koen Suyk

‘Het was echt een horrorwond, ik had nog nooit zoiets gezien’

De toestand van zijn arm onder het verband zorgde voor gemengde gevoelens. Aan de ene kant was zijn operatie een soort medisch unicum geweest. Aan de andere kant kwamen alle verschillende emoties over het afgelopen jaar samen voor Warmerdam. ‘What the fuck is er allemaal gebeurd, dacht ik als ik ernaar keek. Het was echt een horrorwond, ik had nog nooit zoiets gezien. Ik keek zo recht mijn arm in naar mijn spier. Daar bovenop lag een gaasje dat ze van de huid van mijn bovenbeen hadden geperforeerd. Gelukkig vertelden de artsen dat de operatie goed was gegaan. Beter dan verwacht zelfs. Maar ik voelde me ellendig en moest door een rietje drinken. Ik wilde zo snel mogelijk weg uit het ziekenhuis.’

Vijf dagen later mocht Warmerdam naar huis. Hij probeerde te lopen. Dat ging goed. En ach, waarom ook niet, twee weken na de operatie pakte hij zijn stick en haalde in de tuin de bal een aantal keer heen en weer. Ook dat lukte. ‘Dat was zo raar, ik had me er volledig op ingesteld dat ik nooit meer zou kunnen hockeyen.’

Warmerdam verbaast niet alleen zichzelf, ook de artsen staan versteld. ‘Het AMC dacht dat een armbesparende operatie tot de mogelijkheid zou behoren. Maar er waren een paar ‘go or no-go’s’. Niet alles was even goed te zien op de MRI-scan. Eigenlijk kwamen tijdens de operatie alle knelpunten op een ‘go’ uit. Maar dat ik zo snel en volledig zou herstellen… Mijn bloedvaten waren flink aangetast door die grimmige chemo, maar ik genees tot nog toe beter dan gemiddeld. Wat dat is? Ik ben jong, rook niet en was superfit.’

De rechterarm van Pinoké-speler Dennis Warmerdam, na de operatie. Dennis heeft zijn arm kunnen behouden en voelt zich goed. Foto: Koen Suyk

De bal vloog zo de bovenhoek in

In augustus werd de aanvaller uitgenodigd om in de voorbereiding van zijn oude club Reigers een wedstrijd te bezoeken tussen Heren 1 en voormalig spelers van het eerste. Zijn arm voelde goed en hij besloot mee te spelen. ‘Na een minuut of tien pak ik de bal op en loop ik schuin richting cirkel. Ik voelde die adrenalinekick die elke topsporter zal herkennen omhoog komen. Ik zag een gaatje en besloot te schieten. De bal vloog zo de bovenhoek in.’ De treffer leidde niet tot gejuich, maar juist tot stilte op het sportpark in Hoofddorp. ‘Dit kón helemaal niet. Ik kon nooit meer hockeyen. Iedereen, mijn vriendin, mijn familie, was verbijsterd.’

Meteen die week meldde Warmerdam zich bij het tweede van Pinoké. Daar speelde hij twee weken mee alsof hij nooit ondraaglijke pijn had gehad en er geen kanker in zijn arm had gezeten. Hij miste enkel wat kracht, maar de techniek was er nog. Toch stopte hij weer. ‘Er ontstond een bult op mijn arm. Even dacht ik dat de kanker weer terug was. Na onderzoek in het ziekenhuis bleek het gelukkig slechts een ontsteking. Maar voor mij was het een teken dat ik te snel ging. Ik wilde zo graag laten zien dat ik er weer was, maar het was nog te heftig. Mentaal was ik er niet klaar voor. Eerst mijn leven op een rijtje, daarna komt hockey wel weer.’

Dat leven ziet er zeven maanden na de operatie zo uit: Warmerdam startte met een master business administration met een specialisatie entrepreneurship and innovation. Dat gaat goed met een zeven en drie achten. Via ABNAMRO rolde hij de wereld van het gastsprekerschap in. Op verschillende hockeyclubs door het land geeft hij presentaties. Praten gaat de openhartige Warmerdam sowieso makkelijk af, zijn nieuwe functie past hem goed. Hij praat over het omgaan met tegenslag, het maximale uit de situatie halen. Maar vooral ook over de kracht van kwetsbaarheid.

‘Iedereen moet op zijn eigen manier met zijn ziekte omgaan’, benadrukt Warmerdam. ‘Maar voor mij werkte het om te delen. Dat is een bewuste keuze geweest. Thuis was altijd ruimte om gevoelens te delen. Wij zijn praters, al zei ik meestal het minst. Ik luisterde wel, maar als ze vroegen hoe het met mij ging, antwoordde ik altijd dat gewoon prima ging. Toen ik ziek werd heb ik me afgevraagd of ik alles op tafel wilde leggen. Met mijn familie en vriendin heb ik alles wat ik voelde gedeeld. Dat bracht me veel. Mensen hebben jouw emotie nodig om aan je behoefte te voldoen. Delen werd voor mij een hulpmiddel om door die vervelende periode te komen. Ook daarom zocht ik de openbaarheid op met mijn verhaal. Nu maakt het me trots dat ik benaderbaar ben. Het is een heftige ziekte, maar het is nooit een taboe geworden. Als ik ergens kom, spreken mensen me aan en vragen hoe het met me gaat. Ze zijn niet bang om met me te praten. Daarom vind ik het ook fijn om nu weer te kunnen vertellen hoe goed het met me gaat. Ik ben niet meer die jongen met kanker.’

AMSTERDAM – Pinoke speler Dennis Warmerdam, die in mei noodgedwongen stopte met tophockey doordat hij kanker in zijn arm had. Dennis heeft zijn arm kunnen behouden en voelt zich goed. Foto: Koen Suyk

Zwemmen door de Haarlemse grachten

Een andere fijne bijkomstigheid van zijn openhartigheid waren de steunbetuigingen. Van dichtbij, maar ook uit onverwachte hoek. Uiteraard had de hele Hoofdklasse een schitterend eerbetoon. Daarna ging hij zelf verder. Met zijn dierbaren vormde hij ‘Team Warmerdam’. Samen zwommen ze door de Haarlemse grachten, om geld op te halen voor kankeronderzoek. Warmerdam heeft zich tijdens het hele ziekteproces gesteund gevoeld. ‘Ik heb het met mijn team gedaan. Ik liep misschien voorop, maar hoefde niks in m’n eentje te doen of aan te gaan. Omdat er een leger achter me stond.’

Warmerdam begon spraakmemo’s op te nemen. In eerste instantie om zijn omgeving in te lichten, maar nu dienen ze een ander doel. Ze helpen hem herinneren. ’Pijn vergeet je’, vertelt hij. ‘Ik heb twee en half jaar heel veel fysieke pijn gehad. Ik heb een tijd gedacht dat mijn arm zou geamputeerd worden. Ik stond me met alleen links te wassen in de douche en leerde mezelf met links schrijven. Een week voor de uitslag over uitzaaiingen heeft zelfs de dood door mijn hoofd gespookt. Nu ik pijnvrij ben, mijn arm nog heb en er op de laatste scan geen kwaadaardige cellen gevonden zijn, is dat allemaal moeilijk te beseffen. Ik luister soms vol verbazing mijn eigen spraakmemo’s terug.’

Vooruit kijken was het afgelopen jaar moeilijk vanwege de onzekerheid over de status van zijn arm en ziekenhuisbezoeken. Inmiddels durft hij weer plannen te maken. Als de uitslag van de controle in mei goed is, hoopt hij in juni een maand op vakantie te gaan.

Dennis Warmerdam in Amsterdam. Foto: Koen Suyk

Warmerdam doet er alles aan om weer terug te komen

De genezing van Warmerdam overstijgt alle verwachtingen. Hij heeft grootste plannen, mits de controles in mei goed verlopen. ‘In februari sluit ik aan bij Pinoké Heren 1’, onthult hij lachend. ‘Geen druk, ik mag toch nog niet worden opgesteld. Dan ga ik een half seizoen vol meedraaien. Mijn scriptie stel ik daarvoor uit, ik wil me volledig op hockey kunnen richten. Als ik merk dat ik op mijn oude niveau kan terugkomen, wil ik het volgend seizoen weer proberen. Als dat niet lukt, is het ook goed. Dan weet ik in ieder geval zeker dat ik er alles aan heb gedaan.’

Zelfs zijn hoop dat anderen niet aan hem zouden merken dat er wat speelde, is uitgekomen. Eind november, precies een jaar na de diagnose kanker, deelde hij op Facebook een bericht. Het zorgde voor verwarde en geschrokken berichten van studievrienden.

Warmerdam had zijn nieuwe studiegenoten nooit ingelicht over zijn ziekte. Het was gewoon niet ter sprake gekomen. ‘Zij hadden nooit iets aan mij gemerkt. Iedereen is bang voor beperkingen. Ik ook. Mijn doel na de diagnose was altijd zo min mogelijk beperkt worden in mijn doen en laten. Mensen die het niet weten, zien niks aan me, blijkt. Dat was mijn doel. Het is beter gelukt dan ik had durven dromen.’

Dennis Warmerdam in actie met zijn gevreesde backhand. Hier met Teun Rohof van Amsterdam.

De kracht van kwetsbaarheid, volgens Warmerdam

Behendig bedient Warmerdam het mes in zijn rechterhand om het dikke toast door te snijden, als de broodjes zijn gearriveerd, tijdens het interview. Alleen als je er écht op let, zie je dat de duim misschien nog wat finesse mist. ‘Functioneel is het allemaal prima, maar natuurlijk is het niet. Ik schaam me er niet voor. In de zomer liep ik met korte mouwen. Iedereen mag mijn litteken zien. Ik ben er juist trots op. Mijn perspectief was zoveel slechter. En kijk me nu. Ik ben er nog. Ik heb mijn arm nog. Dit ben ik.’

Ook mentaal vond Warmerdam zichzelf terug. Misschien is hij wel sterker dan vroeger. ‘Ik wil door. Tijdens mijn ziekte ben ik mezelf soms kwijt geweest. Het was moeilijk om er voor anderen te zijn, alle focus lag op mijn herstel. Ik ben over het punt heen dat ik alleen maar kan nemen van anderen, nu kan ik weer geven. Iemands anders zorgen of verdriet is me niet meer te veel.’

‘Ik kende mezelf wel. En de mensen om me heen, dacht ik. Maar nu nog véél beter. Dat doet narigheid met je. Je kan niks meer verbergen. Je moet er doorheen. Nu gaan we als een raket de lucht in. Mijn ouders, mijn zus, mijn vriendin en ik. Met elkaar. Als team. Ons kan niets meer overkomen. Want we hebben altijd elkaar. Daar ben ik dankbaar voor. Dat was ik altijd al. Maar nu echt. Het leven is gewoon echt mooi. Hoe kut het soms ook is.’

Dennis Warmerdam op zijn oude club De Reigers.

 


10 Reacties

  1. Mark Bouwman

    Wat ben jij toch een Koning !

  2. eva

    Top.

  3. merel-dv_

    ⚪️🔵

  4. rosa1991

    Respect!

  5. Runa Honig

    Inspirerend verhaal met levenslessen. Geluk wordt voor een groot deel bepaald door je vermogen om tegenslagen om te buigen naar iets positiefs en door dankbaar te zijn voor wat je hebt. Dat is wat ik hier uithaal. Mooie kerstboodschap!

    1. han

      Mooi gezegd

  6. dvandepol

    Held!

  7. goud

    Heel, heel knap!

  8. gerardpaulhaga

    Diepe buiging!

  9. mickh

    Ik hoop dat dit verhaal een houwvast is voor al diegenen die met hetzelfde `euvel` kampen en amper in de publiciteit raken. Sterkte en op naar een gezond 2019 en nog vele jaren daarna;)


Wat vind jij? Praat mee...