Justen Blok. Zijn naam in de Pro League-selectie van de Oranje Heren klinkt waarschijnlijk alleen de hardcore-volgers van het Nederlandse tophockey bekend in de oren. Maar dat gaat snel veranderen. Met zijn achttien jaar is de verdediger namelijk al een vaste waarde bij hoofdklasser Rotterdam en staat hij op het punt zijn debuut in Oranje te maken. ‘Het gaat snel, maar ik ben van huis uit nuchter opgevoed. Ik heb er een hekel aan arrogant over te komen.’
Wat het sterkste punt van Justen Blok is? Bondscoach Max Caldas denkt even na als hij die vraag krijgt voorgeschoteld en zegt dan: ‘Ik denk dat hij voor het laatst in de D-jeugd een bal van zijn stick heeft laten schieten.’
De reactie van Caldas moet natuurlijk met een kwinkslag worden genomen, maar de boodschap is duidelijk: de bondscoach is onder de indruk van zijn vastigheid.
Gefrustreerd
‘In de jeugd heb ik altijd veel tijd besteed aan mijn basisvaardigheden’, reageert Blok op de uitspraak van Caldas. ‘In de jeugd bij Ring Pass was Marco van Dam, de vader van Thijs, mijn trainer. Die hamerde altijd op aannemen en passen, dat oefenden we heel veel. Als dat niet goed ging, raakte ik gefrustreerd en ging ik thuis oefenen met mijn broers. Dan ramden we net zo lang met de backhand tot de bal laag bleef en we hem goed aannamen.’
Drie zonen waren er in huize Blok, de drie J’s. Justen is de jongste, de benjamin. Jochem de oudste en Jesse zit er tussenin. In Delft woonden ze op honderd meter van de velden van Ring Pass. Daar was het drietal vaak te vinden. Alles draaide om hockey, vertelt de jongste Blok. ‘Ik denk dat Jesse de meest talentvolle van ons drieën was. Hij heeft alleen te kampen gehad met veel blessures.’ Jesse is de enige die nog bij Ring Pass speelt, in Heren 2. Jochem Blok acteert bij het Voorburgse Cartouche, in de Promotieklasse.
Natuurlijk droomde ik met mijn broers over het halen van het Nederlandse Elftal. Dat leek toen nog zo ver weg Justen Blok
‘Ik ben in de D van Ring Pass naar Rotterdam gegaan. Eigenlijk vooral omdat mijn broers daar al speelden en dat handiger voor mijn moeder was’, vertelt Blok. Bij Rotterdam viel zijn talent al op. Via de districtselectie kwam hij al snel bij Nederlands B en daarna Nederlands A terecht. ‘Natuurlijk droomde ik met mijn broers over het halen van het Nederlandse Elftal. Dat leek toen nog zo ver weg.’
Maar de ster van de 1,94 meter lange verdediger rees snel. Na een jaar Nederlands A werd hij al overgeheveld naar Jong Oranje. En op zestienjarige leeftijd liet Caldas hem al met Oranje meedoen in een paar trainingswedstrijden tegen Argentinië en Schotland. Wie verwacht dat hij toen als broekie onder de indruk was, heeft het mis. ‘Ik was heel rustig, heb eigenlijk nooit last van zenuwen. Dat is best wel handig. Ik doe gewoon mijn best, let goed op en probeer zo veel mogelijk te leren van de spelers om me heen.’
Lompe tackle
‘Leren’, het woord valt veelvuldig in het gesprek met Blok. De jongeling is als een spons, wil elke dag beter worden, pikt van iedereen wat op, van spelers en trainers. ‘Deze week kreeg ik van Graham Reid (assistent-bondscoach, red.) tips over mijn manier van verdedigen. Hij haalde Joep de Mol er ook bij. Dan probeer ik dat meteen toe te passen. Ik wil als verdediger nog completer worden. Op alle vlakken, maar vooral in het hard verdedigen. Ik heb de neiging de bal zo clean mogelijk te willen veroveren. Terwijl het soms ook goed is met een lompe tackle iemand stil te zetten. Dat is misschien de volwassenheid die nog in mijn spel moet komen.
Wat dat betreft heb ik bij Rotterdam veel geleerd van Blair Tarrant (Nieuw-Zeelands international, red.). Hij was de eerste speler die ik meemaakte, die verdedigen echt als zijn eerste taak zag. Hij heeft als mentaliteit: of de bal of de man komt er niet langs. Dat was bij hem best extreem, daar ging hij ver in. Die manier van verdedigen wil ik mezelf ook wel aanleren.’
Met Nieuw-Zeeland en Australië als komende tegenstanders in de Pro League lijkt Blok een goede leerschool tegemoet te gaan. Beide ploegen staan bekend om hun fysieke spel. Ook Blok zal zijn minuten gaan maken. ‘Maar zelfs als ik niet zou spelen, vind ik dit al een geweldig leerzame trip. Ik had er geen moment rekening mee gehouden dat ik hier zou zijn. Pas op het trainingskamp in Mannheim kreeg ik te horen dat ik mee mocht. Dat was geweldig. Toen ik thuiskwam, zijn we met ons gezin uiteten gegaan. Daar heb ik van mijn broers toch wel even te horen gekregen dat ik nu wel met Oranje mee mocht, maar nu niet naast mijn schoenen moest lopen. Ik bleef hun kleine broertje. Dat was natuurlijk grappig bedoeld. Ze zijn vooral heel trots op mij.’
Droom
Met achttien jaar je debuut maken bij Oranje, is alleen de grootste talenten gegeven. Een mooie toekomst lijkt voor Blok, die eerstejaars student civiele techniek is, in het vooruitzicht te liggen. ‘Het gaat snel, maar ik ben van huis uit nuchter opgevoed. Ik heb er een hekel aan arrogant over te komen. Ik heb ook mijn droom, maar die houd ik voor me. Er kan van alles gebeuren. Ik kan een blessure oplopen. Ik probeer gewoon zoveel mogelijk mijn best te doen. Als er dan iets moois voorbijkomt, is het mooi meegenomen.’
1 Reactie
marcvanderbilt
Leuk voor die jongen. Maar als 18 jarige spelers achterin debuteren, is er dan niet iets mis met je opleidingssysteem?