Terugblik 6 Nations Meisjes: ‘Tussenstop op reis naar de top’

De Volvo 6 Nations voor nationale A- en B-jeugdelftallen op hockeyclub Oranje-Rood is ten einde en daarom is het tijd voor een terugblik. Hoe kijken de (assistent-)bondscoaches van Nederlands Meisjes B en A – en Nederlands Opleidings B – terug na vijf duels in een tijdsbestek van zeven dagen en de hele voorbereiding vooraf?

Helen Lejeune-Van der Ben, Nederlands Meisjes A

‘Ik vind dat we in het toernooi zijn gegroeid, want de eerste wedstrijd zag je nog ‘eerste wedstrijd’-gedrag. Terughoudend, beetje onzeker, maar dat pakten we goed op. Toen we op een gegeven moment met twintig speelsters waren in aanloop naar het toernooi, hadden we als doelstelling dat iedereen vijf procent levert aan de honderd procent teamactiviteit. Iedereen heeft dat gedaan, waarbij een aantal spelers zich goed ontwikkeld heeft en een aantal het maximale uit hun huidige mogelijkheden heeft gehaald. Zo ben ik tevreden over de eerstejaars, omdat zij al sterk en volwassen overkwamen op het veld. Want uiteindelijk is Nederlands A een opstap naar volwassen hockey, de tussenstop op reis naar de top. Dan moet het meisjeshockey weg: je moet leren om de duels goed uit te spelen, stevig te durven spelen en explosief te reageren op balwinst en balverlies. Hier zoeken ze grenzen op en soms gaan ze er overheen, daar leren ze ook van.’

Helen Lejeune-Van der Ben. Bron: Willem Vernes

‘De wedstrijd tegen Spanje (9-1 winst) was voor ons een mooie wedstrijd, daar haalden we nagenoeg het maximale uit. We willen graag met energie voorwaarts spelen. Dat wil niet zeggen dat je altijd snel naar voren rent, maar met tempowisselingen en versnellingen aan de bal in no-time in de vijandelijke cirkel staat, vanuit eigen balwinst. Dat is tegen de Spanjaarden mooi gelukt. Tegen Duitsland had je in alle kwarten het gevoel dat we hadden kunnen scoren, maar dan valt dat doelpunt niet ondanks alle kansen en strafcorners. We domineren en krijgen toch de deksel op de neus, dat hoort er soms bij. Uiteindelijk hebben we gewerkt aan onderlinge verbindingen maken, waarbij we vooral hamerden op het gebied van communicatie. Tijdens onze stage in Zwolle hadden we het veel over ruimtes, ruimtes herkennen en kansen vinden om de ruimte te benutten. Communicatie is daarbij zo belangrijk: een pass die twee spelers verbindt, een loopactie ten opzichte van een andere speler aan de bal naast verbaal en non-verbaal contact. Daar hebben we de afgelopen tijd aan gewerkt en dat is hier prima samengekomen.’

Bron: Willem Vernes

Robbert-Jan de Vos, Nederlands Meisjes B

Waar het op de 6 Nations om ging was het ervaren hoe zo’n toernooi in elkaar steekt en hoe je leeft als een sporter. Een aantal hebben het vorig jaar al meegemaakt, maar voor velen was deze ervaring helemaal nieuw. Het leven als topsporter naar zo’n toernooi is ook een lange voorbereiding. De afgelopen maand hebben de meiden niet meer met hun club getraind. Nu waren het enkel twee dubbeltrainingen per week met ons, en daartussen moeten ze leren rekening houden met de inspanningen op het veld. Daar is veel winst gemaakt, in de afgelopen periode hebben ze daar veel over geleerd. Als je in de toekomst voor het grote Oranje naar de Olympische Spelen wilt, dan kun je zoiets verwachten maar dan nog langer en intensiever. Dat is voor de meiden anders dan een paar keer per week trainen.’

Robbert-Jan de Vos met Noor van den Nieuwenhof. Bron: Willem Vernes

‘Gedurende de wedstrijden wilden wij het tempo van de wedstrijd bepalen. Tegen respectievelijk mindere ploegen is dat lastig en dat is niet altijd even goed gegaan. In de eerste drie wedstrijden vonden we in het laatste kwart wel de juiste modus en dan liepen we over ze heen. Vervolgens hadden we als doel om tegen Spanje over het geheel een betere wedstrijd neer te zetten, en dat lukte. Na een aantal mindere wedstrijden speelden we ook sterk tegen Duitsland. Het laatste duel was een echte wedstrijd, de wedstrijd waar het bij ons erom ging. Twee mooie ploegen, qua intensiteit aan elkaar gewaagd. Het verlies is dan zuur, maar is ook een mooie wedstrijd om mee bezig te zijn vanwege zo’n sterke tegenstander. Het draait ook om het spelen van zulke wedstrijden.’

Bron: Willem Vernes

Mark Dekker, Nederlands Opleidings B

‘Ik ben enorm trots op hoe we hier staan als jong team en onszelf weten te meten met hockeyers die ouder zijn. En ook nog met aanvallend hockey, zo hebben we geen enkel moment halfcourt gespeeld. De meiden hebben onze tegenstanders goed onder druk gezet, als echte Nederlanders: aanvallend hockey spelen en willen spelen. En ik heb ze goed zien ontwikkelen. Ze hebben als collectief gepresteerd. Tegen de Belgen (3-2 verlies in de laatste secondes, red.) waren we gevoelsmatig beter, maar uiteindelijk keken we niet te veel naar de resultaten.’

Mark Dekker. Bron: Willem Vernes

‘We spraken elkaar al voor het toernooi, en toen gaf ik al aan dat het voor ons een bonustoernooi is met enorme meerwaarde. Zo kregen we flink klop van Duitsland, om de dag erna te zien dat ze alle verbeterpunten van de vorige wedstrijd oppakten. Andere verbeterpunten? Vooral op het gebied van fysieke kracht en communicatie. Het internationale hockey is fysiek, dus de meiden moeten leren harde duels te spelen op het veld. Ik hoop dat er stiekem nog meer van zulke toernooien komen voor Nederlands Opleidings B. Daarnaast hoop ik dat de meiden met trots van het veld stapten, want dat hebben wij als staf zeker gedaan. We hadden ‘samen’ als centraal thema, en kijkend naar deze ploeg hebben we dat goed uitgedragen.’


3 Reacties

  1. edraket

    Leuk voor de meisjes die mee hebben mogen doen met dit toernooi, maar wie neemt die NL selectieteams eigenlijk nog serieus? Het zijn namelijk niet de sterkst mogelijke selecties. Het heeft meer weg van ons-kent-ons familietoernooi-teams, die jaar op jaar van de partij zijn. Kijkend naar de herkomst van de bondscoaches/trainers lijkt enige objectiviteit mijlenver weg. In NL MB bijvoorbeeld waren 4 van de 18 meisjes van hdm, en in opl NL MB waren maar liefst 5 van de 18 meisjes van hdm. In hoeverre rijmt dit met de prestaties in de landelijke competitie? Ook kwam hockey.nl afgelopen week met een sensationeel artikel dat er van 2 families liefst 2 zussen in de (opl) NL B selecties zaten, en een wedstrijd tegen elkaar moesten spelen. Tja dat risico is een stuk hoger bij een ons-kent-ons familietoernooi-team opzet. Hoog tijd dat er eens flink met de bezem door deze NL selectieteams en coaches/trainers wordt gegaan. Daarnaast raakt die opmerking van Mark Appels (dat zijn selectie zich gemeten heeft met meisjes die veel ouder zijn) kant nog wal. Daar zit gemiddeld maximaal 1 jaar tussen, maar dat is ook vaak in de normale competitie. Lijkt meer op een indekking tegen tegengevallen resultaten.

    1. Boearco

      Misschien eens bijhouden hoeveel meiden er daadwerkelijk van bovengenoemde verenigingen uiteindelijk echt doorbreken?! Blijkbaar hebben ze in Den Haag en Den Bosch hele goede jeugd opleidingen. Alhoewel het ook grappig is om te weten hoeveel kinderen nou ook echt van die verenigingen zijn en welke kinderen zijn benaderd en van andere clubs komen?

  2. AvA

    Het is niet pluis. Meiden die om hun aanvallende kwaliteiten in een NL jeugdteam komen worden door de coach links achter gezet en andersom. Dit omdat de andere meiden met goede achternamen of van bepaalde clubs moeten shinen.......


Wat vind jij? Praat mee...