Misschien is jouw competitie al begonnen of begin jij dit weekend aan je eerste wedstrijd. Al duurt het nog een week langer, iedereen kent ze. De zeven types aan het begin van het seizoen. Welke teamgenoot past bij welk type? En nog belangrijker: Welk type ben jij?
1.De show-off
Het paradepaardje van je team. Hij of zij begint dit seizoen uiteraard weer helemaal in het nieuw. Nieuwe stick, scheenbeschermers, schoenen. Niks is te gek. En dit type steekt dat uiteraard ook niet onder stoelen of banken: met zijn of haar nieuwe gear moet natuurlijk gepronkt worden. Misschien ben je jaloers op dit type, maar een tip: besteed er vooral niet te veel aandacht aan.
2. Het ‘ik-heb-een-pijntje’ type
Dit type komt gegarandeerd voor in jouw ploeg. De hele voorbereiding draaide hij of zij aardig mee. De trainingen gingen prima en ook tijdens de oefenwedstrijden was dit type een aanvulling voor je team. Maar helaas: tijdens de eerste competitiewedstrijd valt hij of zij geblesseerd uit. Misschien toch niet helemaal fit aan de competitie begonnen? Nu kan je al meteen op zoek naar invallers.
3. De invaller
Dat brengt ons meteen bij type nummer 3: de daadwerkelijke invaller. Jij bent – fit als altijd – goed aan het seizoen begonnen. Dat weten de andere ploegen maar al te goed, en zo krijg je vlak voor het weekend allerlei appjes binnen van voor jou onbekende nummers. ‘Hoi, dit is Lisa van meisjes A3’, of ‘Ha kerel, hier Bas van jong heren 3’. Ze willen maar een ding. En dat ben jij, als invaller. Dit type appt braaf naar iedereen terug: ‘Leuk, ik doe mee’. Waardoor hij of zij op maandag niet meer kan lopen.
4. De chaoot
Iedereen heeft er een in zijn team. De chaoot. Dit type vergat een seizoen lang standaard zijn of haar handschoen, bidon of elastiekje. Maar daar waren jullie als teamgenoten op voorbereid. Maar een seizoensstart is voor de chaoot, nog chaotischer dan normaal. Een zomer lang zijn de scheenbeschermers, stick en bitje natuurlijk niet aangeraakt. De chaoot staat ook bekend om zijn teksten. Zo kan dit type zeggen na een zenuwslopend duel: ‘Oh, was dit geen oefenwedstrijd meer?’ Herken jij dit type? Neem dan maar vast wat extra spullen mee. De chaoot vergeet de boel sowieso.
5. De ‘huh-zijn-er-nieuwe-regels’ type
‘Huh, zijn er nieuwe regels?’ is een zin die je dit type vast en zeker hoort zeggen. Na twee kwarten te hebben gespeeld geeft hij of zij de tegenstander een hand en vraagt zich hardop af: ‘Deze helften vlogen wel heel snel voorbij!’ Lach deze persoon vooral even goed hard uit, en vertel hem of haar dat er in vier kwarten gehockeyd wordt. Vertel de andere nieuwe regels direct ook maar, voordat er zich nog meer ongemakkelijke situaties voordoen. En ‘huh-zijn-er-nieuwe-regels’ type: dus geen derde helft, maar vijfde kwart!
6. De optimist
Ja, natuurlijk kan de optimist ook niet ontbreken in je team. Deze persoon herken je aan de volgende uitspraken: ‘Luister jongens: als we vandaag drie punten pakken, kunnen we het kampioensfeest vast gaan plannen.’ Dit type komt nog voordat jullie een minuut gespeeld hebben met een uitgebreide analyse waarom het kampioenschap jullie eigenlijk al niet meer kan ontgaan. Maak gebruik van dit enthousiasme, maar onthou: hoogmoed komt voor de val.
7. De pessimist
Naast de optimist, heb je in ieder team ook een pessimist. Twee absolute tegenpolen van elkaar. Dit type ziet het op voorhand al niet meer zitten. ‘Het is slecht weer, waarom gaan we trainen? Dat is toch zinloos.’ Klinkt dit type dan ook regelmatig. ‘Ik weet echt zeker dat we gaan degraderen. Deze competitie is echt veel te hoog gegrepen.’ Probeer niet te veel naar deze persoon te luisteren en doe je eigen ding. Luister naar de optimist en wie weet trekt de pessimist dan ook nog een beetje bij.
Wat vind jij? Praat mee...
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.