Waar blijven de Nederlandse strafcornerspecialisten? Een noodkreet.
De kwaliteit van de strafcorner bepaalt op mondiale toernooien vaak de kleur van de medaille, maar het aantal echte Nederlandse sleepspecialisten van wereldniveau kan in Oranje en de jeugd omhoog. Strafcornertrainers Toon Siepman en Bram Lomans doen een oproep om sleepspecialisten in de nationale jeugdteams niet zo snel af te laten vallen.
Te traag. Met zijn twee meter veel te lang. Bram Lomans was hockeyend niet goed genoeg. De kritiek kwam erop neer dat die ‘slungel uit Breda’ nooit op topniveau mee kon.
In zijn beginjaren mocht hij met de spelregels van toen als geheim wapen van de bank afkomen om op de kop van de cirkel zijn kunstje te doen om daarna weer snel van het veld te rennen. De spelregels veranderden en Lomans moest op de Olympische Spelen in 2000 in het veld staan als de strafcorner werd gehaald. De boomlange verdediger had zijn spel door alle trainingen verbeterd en bleek prima mee te kunnen spelen.
Sterker nog: bij zijn club HGC stond Lomans aan het einde van zijn carrière centraal op het middenveld. In 205 interlands slingerde hij 141 goals binnen. De boomlange specialist won twee olympische titels en werd wereldkampioen in 1998.
Het dilemma van de strafcornerschutter die in de ogen van de coaches niet goed genoeg kan hockeyen, bestaat twintig jaar later nog steeds. Toon Siepman heeft met voormalige kanonnen Maartje Paumen en Lomans, de crème de la crème van de Nederlandse strafcornergoeroes, de afgelopen tijd gebrainstormd.
Er vallen kanonnen af waar muziek inzit, vinden de strafcornergoeroes
Hun conclusie, wat gerust gezien kan worden als een noodkreet: er wordt te veel naar hockeyend vermogen gekeken. Strafcornerspecialisten krijgen te weinig waardering. Ze vinden dat er wel degelijk genoeg sleeptalent is in Nederland. Maar die specialisten worden niet geselecteerd voor nationale teams of vallen regelmatig af voor toernooien.
‘Als ik zo’n coach opbel en zeg dat ik een goede sleper voor ze heb die ze moeten selecteren, krijg ik als antwoord dat er betere hockeyers zijn in de selectie. Dat de slepers niet goed genoeg zijn in hun veldspel’, vertelt Siepman.
Lomans sluit zich daar bij aan: ‘Wij zouden graag betrokken zijn bij de jeugdselecties. Er zijn dit jaar een paar spelers afgevallen voor toernooien, die over vijf jaar in potentie over de beste strafcorner beschikken. Waarom laat je die afvallen? Als ze nu de nummer twintig zijn van de selectie, moet je ze in ieder geval mee laten trainen.’
Lomans vindt ook dat een specialist als Hurley-speelster Gitte Michels (23) – de vrouw met de sleep als een granaat – bij Jong Oranje of Oranje zou moeten meetrainen, zodat ze over twee jaar in Oranje kan spelen en slepen.
Jip Janssen staat sinds dit jaar naast Van der Weerden op de kop cirkel
Olympische titels en wereldtitels werden regelmatig behaald dankzij een fantastische Nederlandse strafcorner. De sleeppush is een Nederlandse uitvinding. Maartje Paumen was het fenomeen bij de vrouwen. Van den Honert en Lomans in een ander tijdperk bij de mannen. Taeke Taekema was lang een icoon, zoals Van der Weerden (31) al jaren de man is die Oranje verlichting kan bieden vanaf de kop cirkel.
Hij heeft eindelijk weer een adjudant in de vorm van Jip Janssen (22), een echte specialist met rek in zijn veldspel, zoals het een waar kanon betaamt.
De sleepcorner wordt in de ogen van Siepman door een specialist uitgevoerd. ‘Bram Lomans, Ageeth Boomgaardt, Mink van der Weerden, Jip Janssen. Het was altijd hetzelfde liedje. De slepers konden er zogenaamd niets van op het veld. Die slepers zijn zo goed geworden als specialist omdat ze tijd steken in het slepen en minder tijd aan het hockey. Dus moet je die slepers mee laten trainen met selecties. Als we dat niet doen, voorzie ik straks een tekort aan goede specialisten.’
KNHB-Talentcoördinator Gerold Hoeben kent het onderwerp goed en vindt sterspeelster Eva de Goede juist het voorbeeld van de andere kant van de medaille: ‘Het is een discussie die we al een tijdje voeren. Ga je goede hockeyers leren slepen? Of ga je een goede sleper beter leren hockeyen?’.
Sinds vijf jaar is er een ‘sleepcornerklas’ bij de jeugd, waar goede slepers extra aandacht krijgen. Yibbi Jansen (SCHC) en Jip Janssen (Kampong) deden mee in deze groep. Er zitten nu zo’n dertig talenten in het klasje waar de speciale techniek van de sleepcorner wordt geperfectioneerd. Toch vindt Hoeben dat de nationale jeugdcoaches zelf moeten beslissen wie ze in de selectie opnemen. Hij wijst juist naar de weinige kansen die grote talenten krijgen in de Hoofdklasse.
Ga je goede hockeyers leren slepen? Of ga je een goede sleper beter leren hockeyen? Gerold Hoeben
‘Clubs willen een strafcornerkanon dat er meteen staat. Die halen ze uit het buitenland. Dan maken onze Nederlandse spelers minder beurten.’ Sleeptalent Pepijn Scheen moet bij Pinoké toekijken hoe de Belg Alexander Hendrickx de ene na de andere strafcorner scoort. Boris Burkhardt krijgt bij Amsterdam af en toe een kans, maar wel achter de Zuid-Afrikaan Justin Reid-Ross en de Belg Tanguy Cosyns.
‘Een cornerman is iemand die met een kratje ballen naar het veld gaat’
Specialist Lomans weet als geen ander dat de echte sleepspecialist een apart type is. Een solitaire fanatiekeling, een perfectionist. ‘Een cornerman is iemand die met een kratje ballen naar het veld gaat en dan lekker veel ballen gaat pushen. Een goede hockeyer heeft dat misschien minder. Toch heb je zo iemand nodig in het team. In mijn ogen is het makkelijker om in zes jaar tijd van een geweldige cornerman een goede hockeyer te maken, dan van een goede hockeyer een geweldige strafcornerman.’
Hoeben was in een ver verleden ooit coach van Oranje Zwart Jongens A1, waarin Mink van der Weerden speelde. ‘Hij kan niet hockeyen’, zeiden ze toen bij Heren 1, weet Hoeben nog.
‘Maar Mink had een hoop bagage in huis, in mijn ogen. Hij kon slepen en had ook goede passtechnieken. Maar het is vooral gebleken dat hij zich altijd snel aanpaste naar een nieuw niveau. Toen hij van Jongens A1 naar Jong Oranje ging, pikte hij snel aan qua spel.’
Dat patroon heeft zich altijd herhaald. Van der Weerden valt tegenwoordig zelfs op met succesvolle rushes vanaf de zijkant. Het krachtmens staat op 109 doelpunten in 167 interlands. In de belangrijke olympische kwalificatiewedstrijden tegen Pakistan afgelopen weekend scoorde het sleepfenomeen vier doelpunten.
Oranje zal altijd strafcornerspecialisten nodig hebben in de jacht op mondiale hoofdprijzen. Als de geboren kanonnen, die warmer worden van een geslaagde vuurpijl in de kruising dan een geslaagde dribbel, maar de kans krijgen een betere hockeyer te worden.
Lees ook:
7 Reacties
circlestorm69
Voor de komende jaren lijkt de hoop op Janssen en Jansen gevestigd te zijn! (zelfs hun voornamen doen nog aan elkaar denken) Zowel Mink als Caia hebben er nu al twee zeer talentvolle concurrenten bij en zullen hen zeer snel voorbij gaan. Soms zie je dat nu al. Maar er moeten er meer bij komen. Twee a drie per Oranje elftal is wel prettig om de tegenstander op het verkeerde been te zetten. Persoonlijk snap ik niet waarom een Hertzberger ze in Oranje nooit mag nemen terwijl hij er bij HCR zo succesvol mee is. Mink was de afgelopen tijd (afgelopen weekend daargelaten) niet heel trefzeker.
pacoh
De coaches bepalen niet het beleid. Dat zijn passanten. De bond bepaald het beleid. En als die vind dat goede slepers geselecteerd moeten worden voor de teams dan heeft die coach dat te doen. Maak van de sleper een betere hockeyer. Nou is natuurlijk de vraag in deze wie het beleid bepaald. De bond of de coach? Dat is de toevoeging van een goede technisch directeur
gaston-orozco
Controversies topic. Beide argumenten hebben hun verdiensten. Persoonlijk geloof ik dat de onwil om corner varianten te gebruiken het grootste probleem is. Om de een of andere reden blijven de nationale teams bijna uitsluitend sleeppush - zelfs wanneer de resultaten vaak middelmatig zijn. Misschien moeten ze meer tijd besteden aan het trainen van varianten, zodat ze zelfverzekerder zijn. De dreiging van goed uitgevoerde varianten maakt het gemakkelijker om te sleeppush als het wordt gebruikt. Momenteel is het vaak te voorspelbaar en verdedigen echt goede teams de Nederlandse corner gemakkelijk.
Nvanas012
Bij Tilburg ma1 hebben ze een NL A speelster met een erg goede corner voor haar leeftijd!
kasparstevens
Zelfs uitspeelcorners, met 10 tegen 4, worden meestal rechtstreeks gesleept ... en dan nog naast ook. Wat was NL zaterdag verbaasd dat Pakistan zo snel, en zo succesvol varianten ging spelen. Misschien dat daar wat meer aandacht aan statistiek wordt gegeven i.p.v. aan ‘het goede gevoel’.
djurre
Even ‘advocaat van de duivel’😉: De strafcorner in huidige vorm draagt niet bij aan de mondialisering van de hockeysport, en ook niet aan meer media exposure. Het is niet aantrekkelijk voor de neutrale sportliefhebber: mensen begrijpen het principe van ‘shootje halen in de cirkel’ niet en een sleeppush is niet spannend om naar te kijken (behalve voor de echte hockeyliefhebber)... daarnaast is hockey de enige teamsport waarin een dergelijk specialisme zoveel impact heeft op het spel/scoreverloop. We moeten met de strafcorner naar een regel toe dat de bal bijvoorbeeld minimaal over 4 schijven moet voordat er gescoord mag worden. Varianten zijn vele malen leuker om naar te kijken en daarmee zullen spelers minder focussen op het halen van strafcorners - rendement van corners moet omlaag...
Finteltje
Zie hiervoor ook de poll op The Coach Channel facebook.com/coachchannel