Thijs van Dam na 7-1: ‘De hele uitstraling lijkt dan nergens op’

Rotterdam-aanvaller Thijs van Dam verzorgde na de zeperd tegen Amsterdam het verbale vuurwerk. Van een geflatteerde score door de zes rake strafcorners wilde de aanvaller niet weten. ‘Het was niet geflatteerd. We werden stil. Het lijkt dan nergens op.’

Op weg naar huis moeten de Rotterdammers elkaar hebben aangekeken en zich hebben afgevraagd wat er in hemelsnaam gebeurd was, waardoor het team zeven doelpunten had moeten incasseren.

Het eerste kwart van de topper Amsterdam-Rotterdam was juist nog voor de bezoekers. Thijs van Dam zag een inzet na een individuele actie door keeper Philip van Leeuwen gered worden. Na een typische rush op snelheid vanaf rechts, kon Van Dam daarna net geen teamgenoot bereiken in de cirkel. Rotterdam zette druk in het eerste kwart en dat leverde af en toe succes op. Amsterdam gaf in die fase de bal te makkelijk weg.

Vriendschappelijke omhelzing tussen Teun Rohof en Thijs van Dam. Foto: Koen Suyk

Albert Kees Manenschijn zat op de tribune, niet vanwege een schorsing

De tijd tikte richting het tweede kwart, toen international Mirco Pruyser de 1-0 scoorde. Rotterdam herstelde zich met een knappe gelijkmaker van aanvoerder Jeroen Hertzberger, die een voorzet van Nick van Trigt van dichtbij in de 23^ste minuut tot doelpunt promoveerde. Zijn vijftiende doelpunt van het seizoen en zijn 264^ste ooit in de Hoofdklasse. Daarmee evenaarde hij strafcornerkanon Bram Lomans en staat hij gedeeld vijfde op de ranglijst aller tijden in de Hoofdklasse.

Het werd allemaal vanaf de zijlijn gezien door assistent Kai de Jager. Hoofdcoach Albert Kees Manenschijn was ziek en had last van zijn gehoor. Vandaar dat Manenschijn hoog vanaf de tribune contact had met de bank. Met afgrijzen moesten beide coaches zien hoe er zand in de Rotterdamse motor was gestrooid, nadat Amsterdam vlak voor rust de 2-1 had gescoord uit de eerste strafcorner.

Thijs van Dam en Billy Bakker in een sprintduel. Foto: Koen Suyk

‘Het was gewoon niet goed genoeg’

Amsterdam liep na rust via de tweede strafcorner uit tot 3-1. Daarna was Rotterdam het kwijt. De thuisclub leek bij elke goal aan zelfvertrouwen te tanken. Rotterdam, dat tot zondag op een mooie playoff-plek stond, kon hockeyend niet meer uit de stellingen komen en moest lijdzaam toezien hoe elke strafcorner werd benut.

Van Dam analyseerde daarna zoals je dat van de Rotterdammer mag verwachten. Zonder poespas. ‘Het eerste kwart spelen we een goede wedstrijd. Dan moet je jezelf op het scorebord zetten, maar dat laten we na. Het einde van het tweede kwart lijkt de energie weg te gaan. Dan wordt het stil bij ons en praten we niet meer met elkaar’, zei de international. ‘Wij zakken de tweede helft volledig door de mand. Met slechte aannames en slechte passes. Daar heeft Amsterdam goed gebruik van gemaakt. Het was gewoon niet goed genoeg.’

Teleurstelling bij Justen Blok (Rdam) na de 7-1 en de wedstrijd, na de hoofdklasse hockeywedstrijd Amsterdam-HC Rotterdam. Foto: Koen Suyk

Rotterdam moet dit jaar de play-offs halen

Voor de winterstop was Rotterdam nog de energieke ploeg, die bezwoer dat het elke wedstrijd als een finale aanvloog en daarmee lang succesvol was. Maar de laatste weken voelde het Kampong al in de nek hijgen.

Een nederlaag met zeven doelpunten. Aanvaller Van Dam kon zich na de zeperd niet herinneren dat hij ooit met deze cijfers was verslagen. ‘Ook deze wedstrijd hadden we als een finale benaderd. Maar we halen de laatste vier wedstrijden één punt. Dan kun je doen alsof je een finale speelt. Dan kun je dit niet op de mat leggen’, legde Van Dam uit, die zag dat Kampong zondag op een gelijk aantal punten kwam. De laatste zege van de Rotterdammers dateert van 24 november, toen het juist Kampong versloeg met 3-2.

Jonge supporters van Rotterdam treuren in het Wagener Stadion. Foto: Koen Suyk

‘We moeten het onszelf aanrekenen. Als je in de race voor de play-offs wil blijven, kun je zulke dingen niet doen. We werden stil. Je zag tamme spelers op het veld. De hele uitstraling lijkt dan nergens op. Een hockeywedstrijd is vier kwarten. Eén kwart goed is niet goed genoeg.’

Twee jaar zonder play-offs doen al pijn bij het ambitieuze Rotterdam. Daar mag geen derde jaar aan vast worden geplakt.