Mede dankzij het zingen bij het ontbijt won Oranje in 1990 de wereldtitel

Afgelopen zaterdag vierden de wereldkampioenen van 1990 op Sportcentrum Papendal het 30-jarige jubileum van de wereldtitel in Lahore. Volgens Maurits Crucq (52) had Oranje dertig jaar geleden de ochtend van de finale in het hotel al de eerste slag geslagen.

De ochtend van 23 februari 1990. De hockeyers van het Nederlands elftal spelen later die dag in het hockeystadion van Lahore, in het hol van de leeuw, de WK-finale tegen Pakistan. Ze lopen nietsvermoedend de ontbijtzaal in van hun hotel in Lahore en zien tot hun schrik dat het personeel netjes in dezelfde ruimte de tafels heeft gedekt voor het Nederlands elftal en de Pakistanen.

Het is ongebruikelijk om elkaar voor zo’n grote finale nog te zien, en al helemaal bij het ontbijt. Oranje is  even van haar apropos, maar herpakt zich snel. Het Nederlands elftal steekt de koppen bij elkaar, weet dat het al zeventien jaar geleden is dat het een wereldtitel pakte (1973, Amstelveen) en besluit in de aanval te gaan.

Rond de zeventigduizend mensen keken in het stadion naar de finale

Het elftal vol persoonlijkheden en tophockeyers als Tom van ’t Hek, Jacques Brinkman, Floris Jan Bovelander, Stephan Veen, Taco van den Honert en Marc Delissen begint uit volle borst te zingen. Het is een signaal naar de Pakistanen dat ze zich vandaag niet gek laten maken. Dat zij wereldkampioen worden en niet het favoriete thuisland, dat bijna zeventigduizend toeschouwers achter zich weet. ‘Die Pakistanen keken zo verbaasd. Wij deden het om die gasten te intimideren’, vertelt voormalig Oranje-verdediger Crucq, die tegenwoordig werkt als piloot voor de KLM en zich daarnaast de afgelopen jaren bezig hield met het opleiden van Nederlandse strafcornerspecialisten.

‘Wat er ook gebeurt, wij wilden die dag winnen. Wij hadden al genoeg meegemaakt. We waren bekogeld met stenen in Pakistan. Hoe moeilijker de omstandigheden werden, hoe beter we speelden.’

Er is sinds 1990 al veel geschreven over het hockeystadion van Lahore en de sfeer tijdens de WK-finale. De een rept over zeventigduizend toeschouwers, Crucq heeft het over 66.000 Pakistanen. ‘Er stonden nog duizenden mensen buiten, die niet meer in het stadion pasten. Die werden met bamboestokken tegengehouden, om naar binnen te gaan.’

Dat het Nederlands elftal in het hol van de leeuw, ver weg van de Nederlandse fans, de wereldtitel wint, is iets dat de 1990-generatie graag benadrukt. Spreek iemand van deze succesvolle generatie en ze zullen met veel bravoure vertellen dat Nederland drie keer ooit wereldkampioen hockey is geweest. In 1973 in Amstelveen, in 1998 in Utrecht. Maar de enige wereldtitel die Oranje buiten de landsgrenzen haalde, was in 1990 in Pakistan, het land dat ooit aan de top stond van het hockey en inmiddels – tot verdriet van veel hockeyliefhebbers – af is gegleden naar een lager niveau.

Een gouden duo: manager Joost Bellaart en coach Hans Jorritsma. Foto: KNHB/Jeroen van Bergen

Het veld was traag en zompig

De wereldtitel van Lahore was ‘een klein wonder’, denkt Crucq dertig jaar later. De omstandigheden in 1990 waren totaal anders dan nu. Buitenspel in het 23-metergebied bestond nog, waardoor het speelveld en de ruimtes wat kleiner waren en techniek belangrijker was. De backhand bestond nog niet, de bal raken met de zijkant van de stick was officieel bolle kant. Het kunstgras in het Gaddaffi Hockey Stadium was zompig en langzaam. Volgens Crucq totaal anders dan de biljartlakens die er nu strak inliggen bij de hockeyclubs.

Crucq: ‘Hoe moeilijker de omstandigheden, hoe beter we werden als team. Flop (Floris Jan Bovelander, red.) scoorde vijf uit vijf strafcorners, in de halve finale en finale. Hij werd echt heel rustig als het spannend wordt, hij sloeg ze dan rustig met 160 kilometer in de goal (de strafcorner mocht nog binnen de cirkel worden gestopt en geslagen, red.). Als het slecht ging, was Cees-Jan Diepeveen een van de spelers die de turbo dan aanzette. We hadden een hele goede verdediging en een geweldige keeper met Frank Leistra. We beschikten over grote longen op het middenveld. Marc Delissen was altijd aanspeelbaar, hij was ons scharnierpunt. En Jacques Brinkman schakelde sterspeler Shahbaz Ahmed uit.’

Het massaal opgekomen publiek. Ondanks een capaciteit van zo’n zeventigduizend supporters, kon niet iedereen het stadion in. Foto: KNHB/Jeroen van Bergen

Iedereen praat nog steeds over ‘Parel’

Oranje mag onder leiding van succescoach Hans Jorritsma in de WK-finale die vrijdag in Pakistan aan de bak. Shahbaz Ahmed scoort al in de vijfde minuut de 1-0 voor het thuisland. Bovelander weet het stadion stil te krijgen door in de twaalfde en veertiende minuut te scoren uit de geslagen strafcorner. Gijs Weterings lijkt het duel in de 37ste minuut te beslissen met de harde klap voor de 1-3, na goed voorbereidend werk van de speler die zaterdag weer enorm gemist werd: Erik Parlevliet. ‘Parel’ wordt hij nog altijd genoemd en zijn koosnaampje gaat nog veelvuldig over de tong van de oude generatie. Hij overlijdt op 43-jarige leeftijd aan longkanker.

Strafbal op de paal

Als het 1-3 staat in de finale, volgt er een hachelijk moment voor Oranje. Delissen levert de bal in bij Shahbaz, waarna de Pakistanen een drie tegen twee kunnen uitspelen. De rechtsbuiten van Pakistan komt inglijden, Bovelander stopt de speler onreglementair, vindt de arbitrage. De scheidsrechter geeft een strafbal aan Pakistan, terwijl de goal van zijn van plaats is. Leistra benadrukt dat de goal niet meer goed staat, waarna de goal opnieuw op de achterlijn wordt geplaatst. Pakistan-captain Qazi Mohib gaat achter de bal staan en pusht de bal hard tegen de houten paal.

Crucq: ‘De bal rolde precies terug naar de strafbalstip. Wij hadden echt mazzel. Als die goal niet was teruggezet, was die goal erin gegaan en was het 2-3 geworden, met nog even te spelen.’

De Oranje Heren met het volle stadion.

Parachutespringen ging te ver

Afgelopen zaterdag vond op sportcentrum Papendal de reünie van dit team plaats. Het oorspronkelijke plan was om met elkaar te gaan parachutespringen, maar dat stuitte bij enkele spelers op weerstand. In plaats van uit een vliegtuig springen, werd het handboogschieten op Papendal.

‘De reünie was heel erg geslaagd. Het was onze insteek, met organisatoren Harrie Kwinten, Gijs Weterings en Marc Benninga om de unieke gebeurtenissen van die unieke wedstrijd te verankeren’, aldus Crucq. ‘Wij hebben cruciale momenten van de finale met elkaar teruggekeken. Ook slowmotion beelden. Het bleek weer hoe hard de Pakistanen speelden. René Klaasen moest tijdens de finale worden gehecht op het veld. Diepeveen kreeg een hockeystick in zijn gezicht. Het was toen echt een mannensport.’

Floris Jan Bovelander, René Klaassen en Marc Benninga. Omdat parachutespringen niet door iedereen werd gewaardeerd, werd het handboogschieten.

‘Wij missen de sierlijkheid van het 1 tegen 1 duel’

Natuurlijk heeft de ‘1990-generatie’ een mening over het hockey van nu. Niet dat vroeger alles beter was. Zo kan Crucq met veel liefde praten over de voordelen van de selfpass, die er in 1990 nog lang niet was. ‘Wij vinden het alleen jammer dat hockey tegenwoordig zo’n rensport is geworden. Wij missen echt heel erg de sierlijkheid van het 1 tegen 1 duel. Hockey is onze ogen ooit uitgevonden om naar voren te gaan en daar duels uit te vechten, in plaats van eindeloos rond te passen.’

Vijf jaar geleden was er ook een reünie van de wereldkampioenen van 1990. Vanwege de gezelligheid zaterdag – veel spelers bleven slapen op Papendal na een lange derde helft – is er besloten om elkaar over twee jaar weer te treffen. Ze hebben al beloofd om dan een groepsfoto te leveren, iets dat er deze keer bij in was geschoten.


6 Reacties

  1. Mark Bouwman

    ......."Hockey is onze ogen ooit uitgevonden om naar voren te gaan en daar duels uit te vechten, in plaats van eindeloos rond te passen"....... 👍 laat staan als het laffig en slaapverwekkend "rondpassen om het rondpassen" is: totaal nutteloos.

    1. Eelco Houwink

      Toe maar. Nou, gelukkig is de tactiek inmiddels wat verder ontwikkeld dan “proberen door het midden te rossen en dan op duels laten uitkomen”. Overigens een knappe coaching prestatie om dit team zo goed te laten functioneren: zelden zoveel “baasjes” bij elkaar gezien en deze teksten geven aan dat daarin nog niet heel veel veranderd is...

  2. Mark Bouwman

    @benzinewagen: zover ontwikkeld dat we niets meer winnen 🤣

    1. Eelco Houwink

      Whaha, dat klopt. Alleen los je dat niet even met een paar leuke hyperbolen zoals deze op. Maar goed, Stefan Veen zit er zelf bij dus die mag er z’n voordeel mee doen...

  3. solo

    Mooi verhaal! Leuke tenue’s😄

  4. nuchterrr

    Hockey is een verdedigendere sport geworden waar teams terugzakken en spelers door alleeen maar te passen en nog een keer passen die 5 Meter stofzuigen langs de Rand vd Cirkel en iedereen 5 meter aan de kant als die granaat uit de lucht valt,aanvallers die hun bal niet meer mogen beschermen, Dankzij Kracht in de Fitness om harder te kunnen passen lijkt of alles sneller gaat maar eigenlijk alles veel te omslachtiger geworden is ,veel minder technisch ,veel minder duels ,veel minder creativiteit en dus saaier en minder aantrekkelijk voor publiek een sport die zijn Spektakel verloren heeft dankzij alle regeltjes die de sport hebben verstikt. :


Wat vind jij? Praat mee...