Hoofdklasseclubs: ‘We zitten in de blessuretijd van vrijheid’

Geen publiek meer welkom en de clubhuizen gesloten, zo klonk het statement van het kabinet maandagavond. Alweer een tegenslag voor verenigingen die al een zwaar jaar hebben. Toch zijn de voorzitters van de clubs uit de Hoofdklasse redelijk positief gestemd: ‘Ik ben blij dat er in ieder geval gehockeyd kan blijven.’ 

‘We zitten in de blessuretijd van vrijheid’, vat Pieter Janssen, voorzitter van Oranje-Rood, zijn gevoel samen. Hij is blij dat de competitiewedstrijden en trainingen op zijn club gewoon doorgaan. ‘Ik ben even bang geweest dat sportwedstrijden helemaal stopgezet zouden worden, dus ik ben blij dat het dit is.’

Daar sluit Diederik Chevalier, voorzitter van Rotterdam zich bij aan. ‘Er is duidelijkheid nu. De regels laten weinig tot de verbeelding over. Natuurlijk zijn we teleurgesteld. We hebben alles gedaan wat kon en ik durf honderd procent te stellen dat we de verspreiding tegen hebben gehouden. We moeten dealen met deze situatie. Dat de sport doorgaat, is het belangrijkst.’

Diederik Chevalier, voorzitter van Rotterdam: De kaartverkoop en dat ene biertje op zondag kunnen we missen. We hielden toch al geen TD’s meer. De sponsors zijn wel van groot belang.’

‘Het komt rauw op mijn dak’, vertelt Pinoké-voorzitter Astrid Ventevogel. ‘Ik snap dat je hard moet ingrijpen, maar ik ga gillen als er nog harder wordt ingegrepen.’ Ook bij Pinoké sluiten ze dinsdagavond de deuren. ‘Dat is makkelijker dan openhouden. Er kwam de afgelopen tijd veel bij kijken. Maximaal 250 bezoekers ontvangen, die vervolgens weer gescheiden houden van andere velden en wedstrijden. Het kostte veel regelwerk. Om die reden ben ik er niet heel rouwig om dat dat nu klaar is. Ik vind het wel heel jammer dat Dames 1 en Heren 1 zonder publiek spelen.’

Dit is natuurlijk het ergste scenario wat er is. Het operationele proces gaat door, maar de inkomsten blijven uit. Zonder steunmaatregelen vanuit de overheid gaan we het als club ook niet redden Pieter Janssen, voorzitter Oranje-Rood

‘Als je de sport zo raakt, moet er gecompenseerd worden’

Het niet ontvangen van publiek is ook een financiële domper. Zo zijn vanaf dinsdagavond ook alle clubhuizen gesloten. ‘Dit is natuurlijk het ergste scenario wat er is. Het operationele proces gaat door, maar de inkomsten blijven uit. Zonder steunmaatregelen vanuit de overheid gaan we het als club ook niet redden’, legt Janssen uit. Daar pleit ook Ventevogel voor. ‘Dit is een financiële strop. Als je de sport zo raakt, moet er gecompenseerd worden. Dat geldt voor iedere sport, niet alleen hockey.’ 

Sandra van Loon, voorzitter van Kampong,  hoopt dat deze regels maar voor drie weken gelden: ‘We hebben de afgelopen tijd keihard gewerkt. Los van het financiële gedeelte, is er ook een emotionele component. Dit komt hard aan.’

Chevalier maakt zich vooral zorgen om de sponsors. ‘Hoe gaan we een langdurige relatie met ze aan, als we geen publiek op de club mogen toelaten? We leven niet van de horeca. De kaartverkoop en dat ene biertje op zondag kunnen we missen. We hielden toch al geen TD’s meer. De sponsors zijn wel van groot belang. We kijken wat we online met ze kunnen.’

Archiefbeeld van de tribune bij Oranje-Rood, waar publiek op anderhalve meter zit. Foto: Willem Vernes

Vrees voor langer dan drie weken

‘Gisteren grapte ik nog dat we nog nooit zoveel vrijwilligers zouden krijgen. Ook voor rij-ouders’, vertelt Van Loon. Alleen vrijwilligers, rij-ouders (bij uitspelende jeugdteams) en begeleiders zijn nog welkom op de hockeycomplexen. Hockeyclubs willen zich – zonder uitzonderingen – aan deze strenge maatregelen houden, blijkt uit een rondgang. ‘We gaan de trukendoos niet opentrekken. Deze maatregelen zijn er met een reden.’ 

Ik ben al heel blij dat we kunnen sporten. Dat is het belangrijkste. Sandra van Loon, voorzitter Kampong

De voorzitters blikken desgevraagd vooruit op de periode na de komende drie weken. ‘Ik ben bang dat het langer dan drie weken gaat duren’, vreest de voorzitter van Rotterdam. Daar sluit Oranje-Rood-voorzitter Janssen zich bij aan. ‘Corona zal altijd blijven. Net als de mazelen en de bof. We moeten deze periode zien te overbruggen en hopen dat er snel een vaccin is.’ 

‘Ik ben positief ingesteld en hoop dat de KNHB het voortouw neemt in wat wel en wat niet kan. Veel verenigingen hebben laten zien dat we het binnen de regels goed kunnen neerzetten, maar niet alle clubs kunnen het optimaal regelen’, blikt Van Loon vooruit. Ze besluit: ‘Misschien is het een luxeprobleem. Ik ben al heel blij dat we kunnen sporten. Dat is het belangrijkste.’

Foto: Willem Vernes