In de rubriek Youngstars geven we de talenten van Nederlands A en B een plek in de spotlights. Wie zijn ze en waar zien ze zichzelf over tien jaar? Deze week Chip Visscher (15), speler bij Xenios Jongens B1 en Nederlands B.
Hoe ben je in Nederlands B terecht gekomen?
Chip Visscher: ‘Ik heb mazzel gehad. Ik heb namelijk nooit bij een districtsteam gezeten. Toen ik twaalf was deed ik selectie, maar redde ik het niet. Vorig jaar kwam ik bij Xenios in de B1 en speelde ik op midmid, nadat ik vroeger altijd in de aanval stond. Mijn trainer vroeg me of ik mee wilde doen met een naselectie voor Nederlands B. Dat vond ik een hele eer. Ik had nooit durven dromen dat ik ook echt aan zou sluiten. Ik zat immers niet eens bij het districtsteam. Toch lukte het: na vier trainingen zat ik in Nederlands B.’
Heb je al eens een interland gespeeld?
‘Ik heb nog geen interlands achter mijn naam staan. Ik ben sinds vorige zomer aangesloten bij Nederlands B, maar door het coronavirus hebben we alleen nog maar trainingen gehad. Er zijn zeker vier wedstrijden niet doorgegaan. Dat is balen. Mijn Oranje-tenue hangt voorlopig nog in de kast. Ik kan niet wachten om ‘m aan te trekken. Ik hoop dat die kans snel komt.’
Wat is het verschil tussen clubhockey en Nederlands B?
‘Het verschil is groot. Bij Nederlands B moet je al drie keer gekeken hebben voordat je de bal gekregen hebt. Telkens drie stappen vooruit denken. Bij je clubteam heb je de ruimte. Daar mag je een actie maken en kan je rustig je hoofd omhoog doen. Die tijd heb je bij Oranje niet. Ik heb de afgelopen tijd veel in de tuin geoefend op mijn technieken. Zo probeer ik daar nog sneller in te worden.’
Moet je veel laten voor hockey?
‘Ik mis in een normale week een paar uur op school. Ik zit niet op een echte sportschool, maar heb wel een sportprofiel. Ik mis een middag, als ik vanuit Amsterdam naar Kampong moet, om met Oranje te trainen. Ik kan school en hockey goed combineren.’
Heb je rituelen tijdens het hockey?
‘Daar doe ik niet aan. Ik heb wel wat eetgewoontes. Zo eet ik op vrijdagavond graag een pasta en zaterdagochtend voor de wedstrijd yoghurt en een eitje. Iets stevigs dus, om een goede bodem te leggen. De wedstrijd hangt bij mij niet af van eerst mijn linker scheenbeschermer aantrekken en daarna pas mijn rechter, gelukkig.’
Wat is nou een typische Chip-actie?
‘Alles waar lichaamsschijn bij komt kijken denk ik. Daarmee probeer ik mijn tegenstander al direct op het verkeerde been te zetten. Ik moet het hebben van mijn overzicht. De bal krijgen en het veld daarna goed verdelen. En als het kan hier en daar een mannetje uitspelen natuurlijk. Bij Xenios sta ik middenmidden. Vroeger stond ik spits. Dat sta ik bij Oranje nu ook nog wel eens.’
Wie is je hockeymaatje?
‘Dat is mijn broertje. We spelen samen bij Xenios. Ik vind het heel tof om samen met hem te spelen. We hebben een heel sterk team. Er wordt op onze club gesproken van de gouden generatie. Twee jaar geleden werden we vijfde van Nederland. Ik ben al eens benaderd door andere clubs om daar te gaan spelen. Dat is misschien iets voor de toekomst. Ik heb het bij Xenios enorm naar mijn zin.’
Van wie heb je het meest geleerd?
‘Tim van Oosterom is degene die me de afgelopen drie jaar getraind heeft bij Xenios. Hij zette me van spits naar middenmidden. Hij heeft me geleerd hoe ik me op die positie moest gedragen. Alle fijne kneepjes. Hij heeft mij echt een midmid gemaakt. Ik denk dat ik daarom nu bij Nederlands zit. Door de switch van aanval naar middenveld.’
Wat is je mooiste goal?
‘Ik heb bij jullie ooit het Auping Doelpunt van de Week gemaakt. Dat was tof en een mooie goal. Maar niet mijn mooiste. Die heb ik afgelopen seizoen gemaakt. Dat was tegen Laren Jongens B1 (zie bovenstaande video, red.). Ik pakte de bal af en versnelde door. Uiteindelijk kon ik in de verre hoek raak pushen. Ik scoorde die wedstrijd drie keer, met een zijlijn vol publiek. Dat was gaaf.’
Waar zien we je over tien jaar?
‘Over tien jaar wil ik bij een ploeg in de Hoofdklasse spelen. Ook hoop ik natuurlijk in het grote Oranje te zitten. Ik schat mijn kansen niet al te hoog in, maar dromen mag altijd. Mijn ultieme droom is met Xenios naar de Hoofdklasse. Ik geloof dat dat ooit lukt.’
Wat vind jij? Praat mee...
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.