Jeroen Delmee: ‘Ik ben meer coronamanager dan hockeycoach’

Het zijn drukke dagen voor Jeroen Delmee. In aanloop naar de hervatting van de Hoofdklasse op 31 januari moet de 47-jarige Brabantse trainer/coach zijn aandacht en tijd verdelen tussen de mannen van Tilburg en die van de Franse nationale ploeg. Met Frankrijk vertoeft Delmee momenteel in Antibes, waar de ploeg een tiendaagse trainingsstage belegt. ‘Onder de huidige omstandigheden moeten we al blij zijn dat we bij elkaar kunnen komen.’

We spreken Delmee na een enerverende dag in de Franse Alpen. Om het ritme van trainen, eten en slapen op het terrein van hockeyclub Antibes aan de Franse Zuidkust te doorbreken organiseerde hij met zijn staf een teamactiviteit in de bergen. ‘Even iets anders dan hockey’, licht Delmee toe. ‘We hebben een lange wandeltocht door de sneeuw gemaakt met een lunch op een van de bergtoppen. Het uitzicht was fenomenaal: aan de ene kant zag je de hoogste Alpentoppen en aan de andere kant schitterde de Middellandse Zee.’

Geen stage in Kaapstad

Hoe betoverend mooi de Franse Alpen ook zijn, Delmee had rond deze tijd met de Franse ploeg liever in Zuid-Afrika willen zijn. Les Bleus zouden in een zonnig en warm Kaapstad trainen en interlands spelen tegen België, India, Engeland en Zuid-Afrika. Tegenstanders van topniveau. Op het laatste moment kon er vanwege het oplaaiende coronavirus en de komst van een gemuteerde variant een streep door de aantrekkelijke trainingsstage.

De Franse selectie aan het begin van een dagje bergwandelen door de sneeuw. Foto: Jeroen Delmee

‘Ik had me echt verheugd op die wedstrijden in Kaapstad’, zegt Delmee. ‘Mijn ploeg heeft al ruim veertien maanden geen interland meer gespeeld.’ De laatste twee wedstrijden van de Fransen waren de Olympische kwalificatieduels met Spanje, eind oktober 2019. De ploeg van Delmee miste het ticket voor de Spelen van Tokio op een haartje, na een 3-2 nederlaag en een 3-3 gelijkspel.

Delmee: ‘Wij hebben interlands nodig om ons niveau verder op te krikken. Over een paar maanden staan we in Amstelveen op het EK en dan moeten we in topvorm zijn. Dat kan alleen als we tegen toplanden spelen. Door het programma in de Pro League van dit jaar zijn de meeste landen niet beschikbaar. We moeten hopen dat landen als Argentinië en Australië dit voorjaar naar Europa kunnen komen en tegen ons willen oefenen.’

Toplanden als België, Nederland en Australië hebben nog het voordeel dat de onderlinge trainingen en wedstrijden op een zeer hoog niveau worden afgewerkt. Die luxe heeft Delmee niet. ‘Ik heb geen wereldtoppers in mijn ploeg, dus van louter onderlinge partijtjes worden we niet beter. Hoe meer weerstand wij ondervinden, hoe beter het voor onze ontwikkeling is. Nu is die progressie tijdelijk on hold gezet.’

Jeroen Delmee in de Alpensneeuw, met de Middellandse Zee op de achtergrond.

Coronamanager

De corona-onzekerheid die de lange aanloop naar het EK in zijn greep houdt, is een bron van frustratie voor Delmee. Sinds hij eind 2017 werd aangesteld als bondscoach van Frankrijk was de invulling van zijn functie niet zo ingewikkeld als in de laatste maanden. Flexibiliteit is continu vereist en dat vergt veel mentale energie, net als de ambitie om niet gefrustreerd en ontmoedigd te raken door alle obstakels die corona opwerpt.

‘Alles wat je organiseert voor het team is omgeven met vraagtekens’, zegt Delmee. ‘De programma’s die je van tevoren hebt bedacht, kunnen vaak meteen weer de prullenbak in. Het is continu aanpassen en toch proberen in je plannen een meerwaarde voor je spelers te creëren. Ik voel me momenteel meer coronamanager dan hockeycoach. Op dit moment ben ik al blij dat we met zijn allen bij elkaar kunnen zijn. Covid heeft de touwtjes in handen, het is helaas niet anders.’

De Franse selectie die nog tot 15 januari in Antibes aan het werk is.

Dubbelrol

En dan is daar nog de dubbelrol die Delmee heeft. Terwijl hij met de Franse ploeg in Antibes in een bubbel zit, is Tilburg volop in voorbereiding op de herstart van de Hoofdklasse op 31 januari. Pas komend weekend voegt hoofdcoach Delmee zich weer bij zijn Brabantse werkgever, die met wedstrijden tegen Almere en Hurley meteen twee degradatiekrakers voor de kiezen krijgt.

Krijgt Delmee aan de Franse kust überhaupt nog wat mee van wat er in Tilburg op het trainingsveld gebeurt? ‘Ja hoor, dat is dik in orde. Ik kan alle video’s en evaluaties van het team en de spelers afzonderlijk bekijken. Zo ben ik toch op de hoogte van wat iedereen doet.’

Tilburg-coach Jeroen Delmee met zijn assistent Dennis Dijkshoorn langs de lijn tijdens een Hoofdklasse-duel. Foto: Willem Vernes

Maar het is uiteraard niet de bedoeling dat Delmee in Antibes vooral druk is met Tilburg. ‘Gelukkig heb ik met Dennis Dijkshoorn (assistent-trainer, red.) en Franc Backelandt (fysiotherapeut) twee stafleden aan wie ik alles prima kan overlaten. Net zoals ik bij de Franse ploeg veel schakel met teammanager Antoine Francois als ik met Tilburg in de weer ben.’

Parijs 2024 is hét doel

Met de Franse ploeg hoopt Delmee in de resterende trainingsdagen in Antibes verder te bouwen aan het fundament voor de Olympische Spelen van 2024 in Parijs. De stijgende lijn in prestaties die Les Bleus sinds de komst van de Brabantse bondscoach hebben ingezet moet dan voor eigen publiek zichtbaar worden. ‘Nog drie jaar bouwen en dan moeten we in Parijs laten zien dat we het de top6 landen van de wereldranglijst structureel lastig kunnen maken’, besluit Delmee.