Van Townships tot Tiger Woods, kleurrijke manager vertrekt bij Hurley
Hij is minstens dertig jaar ouder, maar toch ‘one of the guys’. De afgelopen jaren maakte Renze Zwerver (60) de mannen van Hurley met de tofste teamtrips wereldwijs. Na dit seizoen zwaait hij af als manager. Met een koffer vol prachtige herinneringen emigreert Zwerver naar Italië. ‘Ik heb in al die jaren zo vreselijk veel met de jongens gelachen’, klinkt Zwerver. ‘Die herinneringen nemen ze mij nooit meer af.’
Vlieland, Kaapstad, Sardinië, Los Angeles, Buenos Aires en Madrid. De spelers van Hurley mogen niet klagen als het om teamtrips gaat. En zoals dat bij een mannenploeg geldt: What happens in Kaapstad, stays in Kaapstad.
Zonder namen te noemen haalt Zwerver een schitterende anekdote aan over één van de eerste teamtrips met zijn ploeg. ‘We hadden een supertoffe tijd in Kaapstad. Op de laatste avond bedacht een speler opeens: ik moet naar een striptent. Die jongen stond erop dat hij naar die striptent zou gaan. Iedereen had zoiets van, hou op, dat gaan we niet doen. Na 3,5 uur zeiken had hij toch een busje vol gekregen. Helemaal strak in pak zijn ze richting die striptent gegaan. Wat denk je? Alles gesloten.’
Het is één van de vele keren dat Zwerver buldert van het lachen tijdens het ophalen van herinneringen. Na zes jaar trouwe dienst neemt hij komende maand afscheid als manager van de mannen van Hurley. Samen met zijn vrouw start hij op een karakteristieke boerderij een bed & breakfast in Montaldo Bormida, een plaatsje in de provincie Alessandria in het noorden van Italië. ‘Ik heb ooit in Italië gewoond en ben altijd verliefd geweest op het land’, zo licht hij toe. ‘Ik spreek de taal, het is een rustig land met lekker eten en mooie wijnen.’ Het is tijd voor een nieuw hoofdstuk in zijn leven.
‘Rol van manager wordt vaak onderschat’
Manager zijn van een Hoofdklasse-team, het kost je ongeveer anderhalve dag per week, zo schat de vertrekkende manager in. ‘Er is altijd wel wat. Niet dat ik op mijn tenen hoef te lopen, maar het is wel een rol die naar mijn idee vaak wordt onderschat.’
Volgens Zwerver is de belangrijkste taak van een manager dat hij tussen de coach en de spelers staat. ‘De drijfveer is vooral veel lol hebben met elkaar en dat dan in combinatie met topsport. Stiekem komt daar best wel veel bij kijken. Niet iedereen is namelijk altijd tevreden. Daar bestaan prachtige clichés voor’, klinkt Zwerver, die er snel één opgooit: ‘Ik ben blij wanneer spelers niet blij zijn dat ze niet spelen. Dan zijn ze namelijk gemotiveerd.’
Zwerver weet de spelers van Hurley te raken. Is het niet met woorden, dan wel met aai over de bol of even een schouderklopje. Wat als dat niet werkt? ‘Dan drinken we toch gewoon gezellig samen een biertje’, reageert Zwerver. ‘Het klinkt misschien wat pedant, maar ik ga met de jongens om alsof ik 25 ben. Het houdt mij zelf ook jong. Het niveau van ons is om te twisten, maar we proberen in ieder geval het ontzettend leuk met elkaar te hebben.’
Leuk is het de afgelopen zes jaren zeker geweest, betoogt Zwerver – die de ene na de andere anekdote aan elkaar rijgt. ‘Het mooiste vind ik om op pad te gaan met de mannen. Bij mij thuis hebben we een aantal barbecues meegemaakt. We zijn heel vaak met het team gaan varen in mijn grote sloep waar we met 36 man in kunnen. Daar zijn ook een aantal verjaardagen gevierd. Vergis je niet, deze ploeg is heel hecht.’
‘Broeders in het kwaad’
Hij haalt de ontgroeningsweken van Hurley aan. ‘Iedereen doet mee, dat is bijna uniek ten opzichte van andere teams. Ook al kan ik daar niet over oordelen, ik weet natuurlijk niet hoe het er bij andere teams eraan toe gaat, maar het voelt in ieder geval uniek. We hebben ook zoveel verschillende spelers gehad. Neem ‘Polly’ (Oliver Polkamp, red.). Die vergeet ik nooit meer.’ Er klinkt weer een lachsalvo aan de telefoon. ‘Met hem hebben we zoveel meegemaakt.’
Zwerver noemt Polkamp ‘echt een verademing’. ‘Dat is zo’n leuke gast, je kan hem er goed bij hebben tijdens TD’s. Onze oude spits, ‘Ome Stro’ (Christiaan Stroboer, red.) stond tijdens een TD in het clubhuis bij Polkamp. Hij dacht eventjes met het tempo bierdrinken mee te kunnen.’ Weer volgt die lach van Zwerver. ‘Na een uurtje was ‘Ome Stro’ weg. Casper Engelkens vergeet ik ook nooit meer. Hij kwam van Tilburg en stelde zich aan de groep voor tijdens de inauguratie van de spelers. Kwam ‘ie aan in een zwembroek en een opblaasflamingo om z’n middel. Helemaal ladderzat zei hij: ‘Ik ben zo blij om bij jullie in Tilburg te spelen’. Wij kwamen niet meer bij.’
Als het om bierdrinken gaat, dronk Zwerver naar eigen zeggen alle spelers van Hurley eruit. Hij neemt ons mee naar het begin van zijn periode als manager. ‘Die jongens wilden mij natuurlijk even testen. Of ik ook een biertje mee kon atten. Dat duurde me iets te lang, dus telkens als zij er één namen, dronk ik er twee op. Ik was de laatste die over bleef. Dat werkt wel bij een mannenteam.’ Zwerver gooit weer zo’n mooie zin eruit: ‘We werden vanaf begin af aan broeders in het kwaad.’
‘Lapdance’ in de illegale kroeg van Langa
Logisch ook, want Zwerver regelde de tofste tripjes bij Hurley. Eén van de hoogtepunten was het trainingskamp in Zuid-Afrika. ‘Tijdens het kennismakingsweekend in Vlieland gaf ik een presentatie. Ik legde de jongens de keuze voor tussen Buurse (Enschede, red.) of Kaapstad. Simon Organ was toen nog de coach en hij deelde mijn liefde voor Zuid-Afrika. Zo is dat balletje gaan rollen.’
Het allerleukste aan de teamtrip in Kaapstad vond Zwerver het bezoek aan de township Langa. ‘We gaven een clinic, deelden hockeyspullen uit en speelden een wedstrijd tegen Langa Heren 1. Na de wedstrijd dronken we biertjes van anderhalve liter in de Shebeen, wat letterlijk staat voor illegale kroeg. Daar kom je normaal gesproken nooit. We hebben daar ook de meest vreemde mensen ontmoet. Zo ging er ineens een vrouw van 290 kilo op één van de spelers zitten. Het was net een lapdance.’
Golfgrootheden in Los Angeles
Na Kaapstad gingen de mannen van Hurley ook naar Sardinië, Los Angeles, Buenos Aires en Madrid. ‘Er was één belangrijke regel bij zo’n teamtrip: we moeten een goed bed, een goed waterveld en een goede tegenstander hebben.’
‘De trip naar LA was onvergetelijk’, klinkt Zwerver. Het team bezocht een golfwedstrijd waar op dat moment drie grootheden aan het spelen waren. ‘Tiger Woods, Rory Mcllroy en Justin Thomas’, somt Zwerver op. ‘Dat maak je nooit meer mee, dat je ze alle drie live ziet golfen. Zelf hebben we ook nog een balletje geslagen. Een aantal gasten kon het opvallend goed’, weet Zwerver nog. ‘Vooral Rogier Rombouts, die gast had echt talent.’
La Bombonera in Buenos Aires
Een reisje naar zo’n beetje de andere kant van de wereld, het mag wat kosten bij Hurley. ‘We hebben al die teamtripjes zelf bekostigd’, benadrukt Zwerver. ‘Dat deden we met sponsordiners, het organiseren van golftoernooien en het geven van trainingen en clinics. De afspraak was om één keer ver weg te gaan en het jaar erop iets te zoeken wat dichter bij huis was. Buenos Aires was eigenlijk te duur, maar het veilingdiner ging zo goed, dat we toch konden gaan.’
In Buenos Aires werd La Bombonera bezocht, het stadion van voetbalclub Boca Juniors. ‘Dat was echt krankzinnig’, schetst Zwerver. ‘Het was één groot volksfeest. Je weet niet wat je meemaakt. Het meest debiele wat ik daar gezien heb is dat volwassen mensen hun kinderen van een jaar of drie, vier, meenemen naar het stadion. Die kinderen hebben dan een tuigje om met een haak eraan. Die lui hangen die kinderen tijdens de wedstrijd aan het hek vast. Tijdens de wedstrijd is het vooral snuiven en stampen en na de wedstrijd gaat het kind van de haak af en gaan ze weer naar huis. Echt absurd.’
‘Herinneringen zijn goud waard’
Zwerver kan wat hem betreft nog uren doorgaan met het ophalen van herinneringen – en dat zal hij dan ook ongetwijfeld gaan doen in Montaldo Bormida met een wijntje op het terras van zijn bed & breakfast, Casa Dormiveglia.
Hij gaat ‘zijn’ mannen zeker missen. ‘De jongens zijn allemaal stuk voor stuk welkom om langs te komen. Sommigen hebben al aangegeven om te helpen met het uitgraven van het zwembad. Dat wil je helemaal niet met de hand doen’, buldert Zwerver van het lachen. ‘Maar toch, gekscherend hebben ze al gezegd dat ze langskomen. Van sommigen heb ik zelfs al gehoord dat ze misschien wel een jaartje willen afbouwen bij de plaatselijke hockeyclub.’
Hockeyclub Bra, vlakbij Montaldo Bormida, hoort bij één van de betere hockeyclubs van Italië. De club is meerdere keren landskampioen geworden en heeft al drie keer deelgenomen aan de Euro Hockey League (EHL). Zwerver is al even op bezoek geweest. ‘Leuke club hoor, al is het verenigingsleven in Italië wel echt heel anders. Na de wedstrijd drinken ze geen biertje op de club, maar eerder een wijntje thuis bij één van de moeders van de spelers. Mooi toch?’ Zwerver is niet van plan om daar ook manager te worden. ‘Maar zeg nooit nooit.’
Manager zijn van Hurley heeft Zwerver de laatste jaren onwijs veel gebracht, besluit hij. ‘Er was zoveel humor, we hebben in al die zes jaar zo ontzettend veel met elkaar gelachen. Natuurlijk heb ik rondom wedstrijden ook spanning gevoeld, maar laten we wel wezen: manager zijn in de hockeywereld is redelijk onbezorgd. Het voelde als hobby waar ik mezelf in kon verliezen.’
Zes jaar lang kwam hij meerdere keren per week dezelfde jongens tegen. ‘Met een aantal ben ik vrienden voor het leven geworden. Ik ga het zeker missen, maar gelukkig zijn de herinneringen goud waard.’
1 Reactie
stijn-timmermans
Top Renze, prachtige en gezellige momenten met elkaar gehad! Het ga je goed en geniet van jouw rust!