Ze maakten dit seizoen 75 doelpunten. Stonden wekenlang in de top vier. Werden de beste ploeg van Amsterdam. En grepen uiteindelijk naast een play-off-plek. Pinoké won op de laatste speeldag met maar liefst 8-1 van Tilburg. Maar omdat Den Bosch ook won, schoten de Steekneuzen daar vrij weinig mee op.
Vier minuten voor tijd kon Pinoké-coach Jesse Mahieu zijn nieuwsgierigheid niet meer bedwingen. Hij draaide zich om en liep een paar passen weg bij de dug-out. Richting het hek, waar de aanwezige pers stond te kijken.
Die ene, allesbepalende vraag. ‘Hoeveel staat het bij Den Bosch?’
Gelaten accepteerde hij het antwoord. 3-0. Dat ging Den Bosch natuurlijk never nooit meer weggeven. De laatste hoop was daarmee vervlogen. Dat zijn eigen team in de slotfase nog twee keer scoorde. Ach, leuk voor de statistieken. En voor de afscheidnemende Tom van de Rijt, die er twee maakte in z’n laatste duel. Na afloop was er geen grote verslagenheid. Geen dikke tranen. Dit was een ingecalculeerd scenario. Ze zagen de bui al hangen.
Tien procent kans
‘Onze hoop was minimaal’, zegt Pinoké-spits Sébastien Dockier goudeerlijk. ‘We wisten: als Den Bosch z’n job doet, dan winnen ze van Hurley. We hadden voor mijn gevoel tien procent kans. Voor vandaag hebben we alleen naar onszelf gekeken. We moesten drie punten pakken. Pas een paar minuten voor tijd hoorden we hoe Den Bosch ervoor stond.’
Waar liet Pinoké het dan wel liggen? Die vraag stak al vrij snel de kop op in het Amsterdamse Bos. ‘In de thuiswedstrijd tegen Oranje-Rood’, zegt Dockier vrij snel. ‘Die verloren we heel onterecht. En uit bij Den Bosch. Achteraf kan je zeggen dat we het in die wedstrijden hebben weggegooid. Als we daar gelijk hadden gespeeld, was er niets aan de hand geweest.’
‘Den Bosch-thuis’, vult coach Mahieu aan. ‘De eerste wedstrijd van dit seizoen. Kregen we elf corners, waar verloren we wel. Eigenlijk wisten we het na het gelijkspel tegen Rotterdam al. Shit, jongens. We hebben het niet meer in eigen hand. Maar goed. Vandaag is het verschil niet gemaakt. En vorige week (toen Pinoké met 10-0 van Almere won, red.) ook niet.’
Virtueel vierde
Vandaag had Pinoké – schijnbaar zonder dat ze het wisten – wel eventjes de vierde plek in handen. Virtueel vierde. Klinkt lekker, maar je koopt er niets voor. Pinoké werd wakker geschud na een grote kans van Tilburg, daarna gaven de Amsterdammers vol gas. Het resulteerde in een 3-0 voorsprong na een kwart spelen. Den Bosch had toen nog niet gescoord tegen Hurley.
Vlak na de 4-0 van Miles Bukkens – een parel voor de toekomst – kwam Den Bosch op voorsprong. Omdat ze die niet meer uit handen gaven, maakte het vrij weinig meer uit wat Pinoké deed. Al hadden ze 25 doelpunten gemaakt, het had de eindstand van de competitie niet veranderd.
Pinoké maakte er vooral voor zichzelf een leuke wedstrijd van en oogde ontspannen. Misschien omdat ze zich al uitgeschakeld waanden, misschien omdat ze zichzelf nog een keer een dienst wilden bewijzen. Nog even aan alles en iedereen wilden laten zien hoe goed ze eigenlijk wel niet zijn.
Twee teleurgestelde ploegen
Van die dadendrang werd Tilburg – dat thuis tegen Pinoké ook al acht tegentreffers moest slikken – het slachtoffer. Na het laatste fluitsignaal stonden er twee teleurgestelde ploegen op het veld. Eén die compleet onder de voet was gelopen en één die z’n spierballen had getoond, maar eigenlijk wist dat het al te laat was.
Pinoké, dat zo lang bovenin meedraaide, had z’n kans gemist. Bleek op bepalende momenten te kwetsbaar. Net niet goed genoeg. ‘Het was leerzaam seizoen’, stelt Mahieu. ‘Iedereen moet goed bij zichzelf voelen hoeveel pijn het doet en wat er mis ging. Dat gevoel moeten we uiteindelijk omzetten in verbeteringen.’
‘Als je naar ons doelsaldo kijkt, zijn we veel beter dan Den Bosch. Dat is extra pijnlijk’, treurt Dockier, die afgelopen zomer over kwam uit de Brabantse hoofdstad. ‘Het maakt mij niet uit welk team vierde wordt. Ik baal er alleen van dat wij het niet zijn. Wij hadden daar willen staan. We hebben echt een fantastisch seizoen gedraaid.’
‘Ik vergelijk het wel eens met de ontwikkeling van een topsprinter’, zegt Mahieu. ‘Die honderd meter in tien seconden, die haal je wel. Maar de laatste tienden of zelfs honderdsten verbeteren, dat is het moeilijkste. Het is een cliché, maar het gaat echt om het tweaken van details. Helaas is dat geen exacte wetenschap. Het is een zoektocht, die we hier met elkaar blijven aangaan.’
1 Reactie
unplugged
Tilburg heeft ook wel een hele slechte keeper , het tegendoelpunt was trouwens ook houdbaar . Keepers : vertrouw op je beentjes .