Over ruim een week, op 24 juli, gaat het hockeytoernooi op de Olympische Spelen in Tokio van start. We blikken in de aanloop naar het grootste sportevenement ter wereld met prominenten uit de hockeywereld vooruit op de strijd om het allerhoogste hockeygoud. Vandaag doen we dat met Maartje Paumen (35), topscorer aller tijden van de Oranje Dames én van het vrouwentoernooi op de Olympische Spelen.
Wakkert er al een olympisch vuurtje in jou?
‘Nou, het echte olympische gevoel moet nog komen. De sportzomer is al een tijdje in volle gang met eerst het EK hockey, toen het EK voetbal en nu de Tour de France. Ik moet zeggen dat ik me nog niet helemaal verdiept heb in het olympische hockeytoernooi. Nu het dichterbij komt, gaat het wel steeds meer leven bij me. Dat komt ook omdat ik best veel speelsters uit de huidige Oranje-selectie goed ken.’
Hoe ga jij de Spelen volgen?
‘Waarschijnlijk staat bij ons thuis de hele dag de televisie aan. Savannah en ik zijn sportfanaten en vinden het leuk om van alle sporten wat te zien. Qua hockey wil ik echt álles kijken, ook de wedstrijden die middenin de nacht worden gespeeld. Met die kleine van ons (Paumen en haar partner zijn sinds een half jaar ouders van Seve Sun, red.) zijn we het inmiddels wel gewend om gebroken nachten te hebben, dus dat zal geen probleem zijn. Ik kijk wel graag samen met iemand die de regels van de sporten ook kent. Gelukkig houden de meeste mensen in onze omgeving van sport, dat scheelt.’
Wat voor Spelen krijgen we straks voorgeschoteld?
‘Het worden natuurlijk heel aparte Spelen om mee te maken, te midden van de coronacrisis. Voor de sporters zal de sfeer op en rond het evenement daardoor misschien minder zijn dan normaal, maar eigenlijk kunnen alleen de sporters die al eens op de Spelen hebben gestaan dat verschil ervaren. De atleten zullen wel profijt hebben van de strakke organisatie. Ik weet nog van de Spelen in Beijing dat ze echt goed georganiseerd waren, met heel veel vrijwilligers die altijd voor je klaar stonden. Dat zal in Japan niet anders zijn vermoed ik.’
Je was zelf met de Oranje Dames actief op de Spelen van 2008, 2012 en 2016. Aan welk toernooi heb je de mooiste herinnering overgehouden?
‘De Spelen van 2008 in Beijing waren heel bijzonder. Daar pakten we goud en werd ik topscorer met elf doelpunten, stuk voor stuk uit een strafcorner. Dat is tot op heden nog steeds een record in de historie van het olympisch vrouwentoernooi.’
‘Toch kan dat toernooi niet tippen aan de Spelen van 2012 in Londen. Daar is bij jullie al veel over gezegd en geschreven, maar het was ook zó intens. Ik was aanvoerder, mijn corner liep voor geen meter, we ploeterden ons door het toernooi heen maar wonnen uiteindelijk wel. Het was ook het eerste toernooi met shoot-outs. Ik weet nog dat we stijf stonden van de zenuwen. Takkie (Eva de Goede, red.) kon nauwelijks praten van de spanning en Kim Lammers hing misselijk over de boarding. Ikzelf stond te trillen op mijn benen. Uiteindelijk wonnen we de halve finale en finale door de hechte, onderlinge band die de maanden voorafgaand aan het toernooi was gesmeed. We hoefden elkaar maar even in de ogen te kijken om elkaars energie te voelen. Ik krijg weer kippenvel als ik er aan denk.’
Iedereen tipt de Oranje Dames als dé topfavoriet voor de olympische titel. Jij ook?
‘Absoluut. De ploeg is al jaren de beste van de wereld, dus ook op de Spelen. De grootste tegenstander van dit Oranje is Oranje zélf. Ze kunnen eigenlijk alleen van zichzelf verliezen. Wat de andere ploegen betreft verwacht ik veel van Argentinië. Die hebben een mooie mix van ervaren speelsters en jonge talenten, zijn technisch goed en zijn erop gebrand iets te halen in Tokio. Duitsland is de laatste jaren een taaie tegenstander gebleken, zeker als een doelpunt tegen ze lang uitblijft. Verder verwacht ik vanwege hun fysieke kracht en fitheid ook veel van Australië en Nieuw-Zeeland.’
En wat verwacht je van de Oranje Heren?
‘Ik heb vorige maand op het EK met veel plezier naar ze gekeken. Aanvankelijk was er veel kritiek op de ploeg. Het was allemaal te nonchalant en de spelers moesten mentaal sterker worden, maar op het EK heeft de ploeg aangetoond over een enorme veerkracht te beschikken. Echt mooi om te zien. Pirmin Blaak heeft bijzonder goed staan keepen, routiniers Seve van Ass en Robbert Kemperman maakten het verschil en spelers als Thijs van Dam, Jorrit Croon, Thierry Brinkman en Jip Janssen brengen veel vuur en energie in het elftal. De toplanden in het mannenhockey doen weinig voor elkaar onder. India, Australië, Duitsland en België kunnen allemaal de titel pakken. Nederland ook. Ik zet in op een finale Nederland-België, met winst voor Oranje. Ik zou het Max Caldas en zijn staf enorm gunnen.’
Jij werkt veel samen met Oranje-spits Frédérique Matla, met wie je op strafcorners traint. Wat verwacht je van haar eerste Spelen?
‘Ik denk dat zij voor Oranje het verschil kan maken in Tokio. Ze heeft unieke kwaliteiten die je in het vrouwenhockey zelden ziet. Zij kan als geen ander goals maken uit veldspel en heeft ook nog eens een gevaarlijke corner met een ziedend hard schot. Het mooie is dat ze niet eens goed hoeft te spelen om te kunnen scoren. Bovendien heeft ze nooit last van wedstrijdspanning, hoe groot de druk ook is. Dat is een handige eigenschap op een toernooi als de Olympische Spelen. Ik vind het trouwens ook mooi dat Alyson (Annan, bondscoach van de Oranje Dames) Felice Albers mee naar Tokio heeft genomen. Zij durft in het veld te doen wat er in haar opkomt. Daar kan Oranje nog veel plezier aan beleven.’
1 Reactie
JMJFijen
Ja Paum, ik denk dat je ook deze keer gelijk hebt, je hebt hiervoor doorgeleefd. Mijn gevoel gaat ook die richting uit en dat zonder doorleren. Verder, succes met Tilburg en een groet aan die leuke Greuningse van je. Groet......Sjang