Eindelijk weer supporters op de club ‘zorgt voor kippenvel’

Eindelijk was afgelopen weekend bij de clubs de zijlijn weer gevuld met publiek tijdens de slotronde van de jeugdcompetities. Na maanden van afgesloten sportcomplexen konden de ouders hun kroost weer aanmoedigen en was de reuring terug op de verenigingen. ‘Een mooie afsluiting van een treurig seizoen’, zo verwoordt Schiedam-voorzitter Roland van der Poel het gevoel van veel hockeybestuurders.

Bij Schiedam profiteerden ouders direct van de versoepelingen van de coronamaatregelen. Zaterdag stond het publiek in grote getale langs de lijn bij de club van Van der Poel. ‘Ik ben zelf bij twee wedstrijden gaan kijken. Het leek wel of alle ouders van alle jeugdleden aanwezig waren. Mooi om te zien.’

Dat gevoel beaamt ook Fabienne Engelen, voorzitter van het Tilburgse Were Di. ‘Het was een bizar jaar. We hebben op onze club bijvoorbeeld zeven trainingsschema’s moeten maken. Ik heb echt genoten van afgelopen weekend.’ 

Reuring is terug

Bij Delta Venlo, de in de coronaperiode opgerichte fusieclub in Limburg, was het aantal bezoekers op het complex vanwege selectietrainingen nog beperkt, maar daar komt de komende periode wel verandering in. ‘We hebben in het zuiden laat vakantie, dus we gaan de komende weken nog lekker door in de nieuwe samenstellingen van de teams. Het is zo fijn dat de reuring op club weer terug is’, zegt voorzitter Jeroen Bakkers.

Beeld voor corona tijdens de opening van het complex van Delta Venlo. Na maanden zijn ook daar de fans weer welkom. Foto: David van Haren

Sinds de coronaversoepeling heeft de club al diverse activiteiten gehouden, waaronder een barbecue. Bakkers: ‘Daaraan konden we echt merken dat mensen het onderlinge contact hebben gemist. We mochten slechts vijftig mensen uitnodigen en waren binnen no time uitverkocht.’

Vooral bij de jong senioren merkt Bakkers dat zij de nevenactiviteiten en het onderlinge contact nog bijna meer hebben gemist dan het hockey. Daarom staat het in Venlo bekende Hottentottentoernooi, dat normaal met Pinksteren wordt gehouden, nu gepland voor september. ‘De vergunning is de deur uit en de eerste aanmelding hebben we al binnen. Het is een hoop geregel, maar gelukkig hebben we een enthousiaste commissie die hiermee aan de slag gaat. We zijn daar erg aan toe.’

Kippenvel

Hetzelfde gevoel overheerst bij Were Di, waar voorzitter Engelen al een paar weken geleden genoot van de eerste andere clubkleuren op de Tilburgse velden. Destijds stonden de supporters nog ‘achter de tralies’, achter het hek op de club. ‘Afgelopen weekend bleek hoe snel je vergeet hoe het ook alweer was’, constateert Engelen. ‘Een volle club met aanmoediging rondom de velden. Zo hoort het te zijn. Het zorgde bij mij voor kippenvel.’ 

Engelen complimenteert het geduld van de senioren en de veteranen, die sinds zaterdag voor het eerst weer wedstrijden tegen teams van andere verenigingen mogen spelen. ‘Zij hebben echt lang moeten wachten. We konden de jeugd gelukkig al snel wat bieden. De senioren moesten het doen met trainen in tweetallen op anderhalve meter, naar trainen in viertallen op afstand. Ik ben blij voor hen dat ook zij weer aan de bak kunnen.’

Publiek, zoals hier bij Were Di, is weer welkom, maar de anderhalve meter geldt nog wel. Foto: OrangePictures

Wat Engelen het meest is bijgebleven, is dat ze al die tijd een beroep kon blijven doen op de vrijwilligers van de club. ‘Ik hoop dat we vanaf september weer een normaal seizoen kunnen draaien. In hoeverre normaal, normaal is.’ 

Als Van der Poel terugblikt op het afgelopen seizoen doen de beelden van een leeg complex hem het meeste pijn. Of ploegen die na trainingsavonden meteen weer vertrokken. Hij is daarom maar wat blij dat de sociale functie van de sport weer teruggekeerd is. ‘We zijn het afgelopen jaar veel blijven doen. We zijn met onze jeugd zelfs in aantallen gegroeid. Hoe dat komt? Misschien is mijn zoontje het perfecte voorbeeld. Hij basketbalde, maar kon door de gesloten gymzalen niet spelen. Inmiddels zit hij een half jaar op hockey.’

Jeroen Bakkers van Delta Venlo herkent zich in dat beeld. ‘Wij vreesden ook een terugloop, maar blijkbaar heeft het enthousiasme niet geleden onder de lange periode van niet of nauwelijks hockeyen. Het verloop van leden is echt beperkt. Dat is een fijne opsteker.’