KNHB-directeur legt uitzonderingen horeca op hockeyclub uit

De nieuwe aanpassingen in het coronabeleid worden zaterdag 25 september van kracht. Wat betekenen die voor de hockeyer en de hockeyclub? KNHB-directeur Erik Gerritsen legt uit. ‘Ik hoop van harte dat deze situatie tijdelijk is, maar laten we nu met z’n allen uitstralen dat we inderdaad professioneel zijn.’

We hebben jou sinds de uitbraak van het COVID19-virus diverse keren geïnterviewd over de impact van de coronamaatregelen op de hockeysport. Wordt dit de laatste keer?
Erik Gerritsen: ‘Laten we het hopen. De voortekenen zijn positief, maar als ik een ding heb geleerd in de afgelopen anderhalf jaar, is het dat je dat met corona nooit zeker weet. Maar je ziet dat we er steeds beter in slagen om een weg te vinden in een samenleving waarin corona er wel is.’

Jullie hebben veel contact met de hockeyclubs. Hoe groot is de rol die corona nu speelt bij de hockeyverenigingen?
‘Je merkt dat die rol steeds minder is. Het speelt nu tijdelijk meer omdat we met corona een nieuwe fase ingaan. Dan willen alle clubbestuurders precies weten wat dit voor hun club inhoudt en hoe ze ermee moeten omgaan.
Ik ben zelf heel blij met de vrolijke en fijne sfeer die ik aantref bij de hockeyclubs, waar ik ben geweest voor mijn kinderen of omdat ik er zelf heb gespeeld of omdat ik een wedstrijdje ben gaan kijken. Ik vind het enthousiasme groot en heb het idee dat de sfeer nog fijner is dan vóór corona. Ik speel op zondag bij de veteranen. Daar merkte ik de eerste weken geen enkele irritatie in het veld. Alsof iedereen extra geniet dat we weer op de club mogen zijn. Ik hoop dat we dit kunnen vasthouden.’

Foto: Ruud Stork

Twee weken geleden werden de nieuwe aanpassingen van de coronaregels bekend gemaakt door Mark Rutte en Hugo de Jonge. Welk gevoel overheerste toen je ze hoorde?
‘Ik had best wel wat zorgen. Omdat de versoepelingen gepaard gaan met nieuwe maatregelen, waarvan we toen nog niet precies konden overzien wat daarvan de gevolgen voor het hockey zijn. De horeca sprong er natuurlijk uit. We hebben vorig jaar ons best gedaan om de horeca van de clubs gelijk te trekken met de andere horeca. Dat is uiteindelijk gelukt, waardoor de horeca op de club eerder open kon.’
‘Maar doordat we gelijkgeschakeld waren, hadden we nu wel de angst dat je voor elk bezoek aan het clubhuis je coronapas moest tonen. Voor ons was dat het moment om – net als we in deze coronaperiode vaker hebben gedaan – samen met NOC*NSF en andere sportbonden een lobby te starten om de regels voor de sport aan te passen. Ik denk dat we tevreden mogen zijn met het resultaat.’

Het is alsof iedereen extra geniet dat we weer op de club mogen zijn.

Laten we drie punten pakken uit het NOC&NSF-protocol Verantwoord Sporten. Ten eerste: de gevolgen voor de hockeyer?
‘We zijn het misschien vanzelfsprekend gaan vinden: maar er gelden geen enkele restricties om te kunnen sporten. Je hebt ook geen CoronaCheck-app nodig om te mogen hockeyen. Welke andere sectoren kunnen dat ons nazeggen? We hebben hiermee de bevestiging gekregen dat sporten dus niet gevaarlijk of risicovol is in een samenleving met corona. Daar hebben we in feite anderhalf jaar hard voor moeten vechten, maar ik ben blij en vind het terecht dat we die status hebben.’

KNHB-directeur Erik Gerritsen. Foto: Koen Suyk

Ten tweede: de gevolgen voor de horeca op de hockeyclub?
‘Op dit punt hebben we – samen met NOC*NSF en de andere sportbonden – het hardst gelobbyd voor aanpassingen. Die zijn er gekomen. Je moet nu alleen een code op je CoronaCheck-app tonen als je in een door de club gecreëerde afgeschermde ruimte in het clubhuis gaat zitten om wat te eten of te drinken. In alle andere gevallen is dat niet nodig. Elke club kan het zo organiseren en inrichten dat iedereen gewoon het clubhuis in kan om iets te bestellen. Je gaat daarna dan of naar buiten om dat te nuttigen of naar de afgezette ruimte. Clubs kunnen het clubhuis ook zo inrichten dat de kleedkamers en de wc’s normaal te bereiken zijn zonder coronatoegangsbewijs.’

Ik denk dat we de uitzondering die we als sport hebben, moeten koesteren en de regels moeten naleven.

‘Dat afzetten van de afgeschermde ruimte mag al met een lint. Dus verenigingen hoeven geen hele verbouwingen uit te voeren. We wilden vooral een praktische en laagdrempelige oplossing. Dat is gelukt. Het is aan de clubs zelf hoe ze hier invulling aan geven. Ook aan de pascontrole voor de afgeschermde ruimte. Ik snap dat verenigingen dat moeten regelen en dat dit wat van ze vraagt, maar ik denk dat we de uitzondering die we als sport hebben, moeten koesteren en de regels moeten naleven. We moeten voorkomen dat er naar ons gewezen kan worden omdat we de regels niet naleven.’

Beeld uit hdm – Den Bosch in de Hoofdklasse Dames. Vanaf zondag moeten toeschouwers hun CoronaCheck-app tonen om bij wedstrijden uit de Hoofdklasse aanwezig te kunnen zijn. Foto: Willem Vernes

Ten derde: de gevolgen voor een bezoek aan wedstrijden uit de Hoofdklasse?
‘We hebben er vorig jaar, ondersteund door de clubs, hard voor gestreden om als professionele sport te worden gezien. Dat kostte veel moeite om over de bühne te krijgen bij de Rijksoverheid en was een voorwaarde voor het heropenen van de Hoofdklasse in januari. Precies omdat we aan konden tonen dat we professionele topsport waren, mocht de Hoofdklasse van start. En dus ben ik er eigenlijk vooral gewoon trots op dat we die status nu ook volledig terecht hebben. Dat betekent nu alleen wel dat je als bezoeker, net als bij betaald voetbalwedstrijden, een coronapas moet tonen om toegang te krijgen.’

De hockeyclub is het leukst van sporten. Misschien gaat het de clubs daarom wel relatief goed.'

‘Ik snap helemaal dat bij veel hockeyverenigingen die implementatie lastig is, maar ik vind dat we nu als Hoofdklasse ook moeten zeggen: we zijn professioneel en dat gaan we bewijzen. Bij elke vereniging is de situatie weliswaar anders maar overal is dit te regelen en kun je een controlepost inbouwen. Het gros van de mensen is gevaccineerd, dus is het een kleine moeite om die pas ook te kunnen laten zien en anders geldt inderdaad dat er een negatieve test gevraagd wordt. Ik wil alle Hoofdklasseclubs oproepen zich netjes aan de regels te houden. Ik hoop van harte dat deze situatie tijdelijk is, maar laten we nu met z’n allen uitstralen dat we inderdaad professioneel zijn. Iets dat we dus met z’n allen veelvuldig en luid hebben geroepen vorig jaar.’

Veteranen langs de kant tijdens de Hoofdklasse-wedstrijd Bloemendaal-HGC. Foto: Koen Suyk

Aangezien dit ons laatste interview over corona is, is dit ook een goed moment om terug te kijken. Hoe vind je dat de hockeysport uit de coronacrisis is gekomen?
‘Het ziet er niet slecht uit. De schade is vooral beperkt gebleven door de enorme zelfredzaamheid bij de clubs. Natuurlijk hebben clubs steun gehad van de overheid en anderen, maar ze hebben vooral zelf de schouders eronder gezet. Bijvoorbeeld door de verbinding met de leden te zoeken. We zijn als hockeysport in ledenaantal groter dan voor corona. Dat is een verdienste van de clubs.
Daarnaast merk ik dat we ons door corona realiseren hoe belangrijk bewegen is en hoe fijn het verenigingsleven is. Ik heb zondag weer gezellig een biertje gedronken op de club. Als directeur van de KNHB kan ik wel zeggen dat het op de hockeyclub het leukst is in vergelijking met alle andere sporten. Misschien gaat het de clubs daarom wel relatief goed.’