Seve van Ass: ‘Nog één keer kijken wat erin zit bij Oranje’

Het boek van het Nederlands elftal is nog niet dicht voor Seve van Ass. De middenvelder van HGC wil graag zijn interlandloopbaan in 2022 een vervolg geven. Slag om de arm: het moet goed blijven gaan met zijn rug.

Want die rug, die bezorgde de 189-voudig international de afgelopen jaren veel klachten. Onlangs liet hij nog paar scans maken, om precies te weten hoe zijn rug ervoor stond. ‘Gelukkig kwam daar niets geks uit’, zegt Van Ass. ‘Ik heb nog steeds wat last, maar alles lijkt op een natuurlijke manier te kunnen herstellen. Daarom is het nu nog niet slim om al aan te sluiten bij Oranje. Ik besteed extra aandacht aan mijn rug en wil zo goed mogelijk aan de start van de tweede seizoenshelft verschijnen.’

Van Ass hoopt rond die tijd – medio maart – ook weer aan te haken bij de nationale ploeg, die komende week op winterstage gaat naar Spanje. ‘Ik wil eerst helemaal fit worden. Oranje-fit, om het zo te noemen. Mijn rug blijft een onzekere factor, maar ik sta er positief in. Het voelt goed om er weer volledig voor te gaan. Fysiek, maar ook mentaal.’

Van Ass tijdens de laatste wedstrijd voor de winterstop met HGC. Op de achtergrond international Thierry Brinkman van Bloemendaal. Foto: Koen Suyk

Zijn afgelopen maanden waren compleet anders dan voorheen. Geen combinatie meer tussen Oranje en club, maar alleen de focus op HGC en daarnaast zijn interim-baan als financieel manager bij een kantoor dat privévermogens investeert. ‘Meer tijd voor mijzelf en alleen meegaan in het ritme van de Hoofdklasse. Na tien jaar Nederlands elftal beviel mij dat wel. Het hielp ook om de teleurstelling van de afgelopen zomer een plek te geven.’

Ik merkte vooral wat hockey nog steeds met mij doet. Hoeveel plezier mij het geeft. Hoeveel voldoening ik eruit haal. Seve van Ass

Ondertussen dacht hij ook na over zijn toekomst bij de nationale ploeg. Van Ass zat immers in de veelbesproken onhold-groep. Begin oktober wilde hij zich nog geen deadline stellen. Maar gaandeweg laaide het Oranje-vuurtje weer op.

‘Dat gebeurde stapje voor stapje. Ik heb drie goede gesprekken met Jeroen Delmée gehad. Elke keer vertrok ik met veel energie. Een goed teken, natuurlijk. Ik hoorde ook de leuke en positieve verhalen van andere jongens. Dat motiveerde ook. Maar ik merkte vooral wat hockey nog steeds met mij doet. Hoeveel plezier mij het geeft. Hoeveel voldoening ik eruit haal.’

Vooralsnog de laatste keer dat Van Ass het tenue van het Nederlands elftal aantrok, op de Spelen tegen Australië. Foto: Koen Suyk

Het resultaat van deze optelsom is dat Van Ass heel graag weer volle bak wil gaan voor het hockey. En dat in het jaar waarin hij dertig wordt. ‘Sst… zeg dat maar niet hardop’, lacht de HGC’er. ‘Zonder dollen. Ik wil nog één keer kijken wat erin zit. Ik besef dat het nog te vroeg is om gas terug te nemen. Ik wil nu niet stoppen bij Oranje en dan elk jaar vijf procent slechter worden. Het Nederlands elftal dat er nu staat, maakt een verfrissende indruk. Zo speelden ze ook tegen België. Daar wil ik graag onderdeel vanuit maken.’

Minder blindstaren

Het voelt weer goed om dat commitment uit te spreken. Die toewijding waar een paar maanden geleden nog een vraagteken achter stond. Van Ass heeft de afgelopen periode ook gebruikt om in de spiegel te kijken. ‘Als het allemaal goed blijft gaan met mijn rug en ik kom terug, dan wil ik mij minder blindstaren op een einddoel.’

Van Ass tegenover de Belgische middenvelders Simon Gougnard en Felix Denayer op het EK van afgelopen zomer. Foto: Willem Vernes

Dat behoeft uitleg, snapt Van Ass. ‘Doelen stellen hoort bij topsport. Dat is ook fijn, ik wil niet zonder. Maar als ik nu terugkijk op die afgelopen tien jaar, dan heb ik soms te lang toegeleefd naar één doel. Naar de Spelen bijvoorbeeld. Ik wil de komende jaren meer genieten van die kleinere momenten. Meer uitzoomen. Niet alleen maar bezig zijn met het resultaat, de kleur van de medaille. Maar ook blij zijn met het hier en nu.’

Wijze woorden. ‘Misschien wel. Bijna dertig, dan krijg je dat.’


1 Reactie

  1. w.j.arriens

    Ik ben geen voorstander van het terughalen van “on-holdies”. De grote vraag is of zij nog toegevoegde waarde hebben en zo ja welke. Zij hebben sowieso al forse achterstand omdat de vorming van de nieuwe groep al flink bezig is. Bij toegevoegde waarde denk ik aan bijzondere eigenschappen als (mentaal) leiderschap (kan hij het team in een moeilijke situatie op sleeptouw nemen? kan hij voorop gaan in de strijd?), pinchhitter (op het juiste moment een beslissende pass geven of doelpunt maken) of extra waarde (bv opbouwend) als verdediger. Daarnaast is er het punt van toekomstperspektief. Dit is voor alle on-holdies een nadelig aspekt, ze zijn eigenlijk te oud om nog in de nieuwe groep te passen. Elke jongere die nu voor een oldie opzij moet stappen, loopt achterstand op in zijn ontwikkeling voor het nationale team. De opvolging in het team wordt daarmee extra bemoeilijkt. Van de 4 holdies zie ik alleen bij Van Ass een mogelijkheid. Ik zie bij hem toegevoegde waarde in zijn techniek, zijn snelheid, ervaring en sc. Maar helaas bespeur ik in het interview geen onvoorwaardelijk commitment aan de groep en het (eerste) einddoel (Parijs). Zijn leeftijd zit tegen. Hij gaat niet mee op winterstage en mist daardoor een hele belangrijke fase in de ontwikkeling van de nieuwe groep, en zijn gevoelige rug is een risico voor de coach. Helaas doet hij zichzelf vaak te kort op zijn snelheid en techniek omdat hij te lang doorgaat en zijn pass daardoor te laat komt.


Wat vind jij? Praat mee...