Het hockeywonder van Heiloo – Deel 1: de aanloop en de promotie
Dit weekend is het precies tien jaar geleden dat een van de mooiste hockeysprookjes van deze eeuw plaatsvond. De Terriërs promoveerde op het eigen zandveld naar de Hoofdklasse. Met coach Jisse Waasdorp, goalgetter Lieke Bas en aanvoerder Daphne Admiraal gaan we in twee etappes terug de mooiste hockeydag uit hun leven. Vandaag deel 1: de aanloop en de promotie.
‘Kijk, daar hangen we.’ Daphne Admiraal wijst dolenthousiast naar een fotowand, vlakbij de ingang van het complex van De Terriërs. Nog steeds worden alle bezoekers aan de club uit Heiloo bij binnenkomst herinnerd aan die unieke prestatie op zondag 20 mei 2012. De dag waarop het grote Rotterdam in het beslissende playoff-duel met 3-1 werd verslagen en daardoor naar de Overgangsklasse, destijds het tweede niveau, werd verwezen. De Terriërs, dat in 2004 nog in de Derde Klasse speelde, hoorde als underdog der underdogs opeens tot de hockeyelite van Nederland.
‘Ik denk dat het zes jaar geleden is, dat ik hier was’, zegt middenvelder Admiraal, die in 2014 na 21 jaar – met twee korte tussenpozen – stopte bij De Terriërs. ‘Die aanvoerdersband die ik daar op de foto draag, had ik al sinds de B’tjes. Hij ging weleens stuk, dan naaiden we ‘m weer aan elkaar. Ik heb die band nooit weggedaan.’
In het clubhuis zitten twee bekende gezichten op Admiraal te wachten. Haar oude coach en clubicoon Jisse Waasdorp en Lieke Bas, die met twee goals een hoofdrol speelde in die onvergetelijke zege op Rotterdam. Voor spits Bas was het die dag dubbel feest: ze werd 23 jaar. Precies het getal dat ze tijdens de wedstrijd op haar rug droeg.
Joekel van een foto
Binnen hangt de volgende onmisbare herinnering aan die dag. Een joekel van een foto, in het trapgat, richting de wc’s. ‘Juul [Gerritsen] is de laatste die over is gebleven. Zij neemt dit seizoen afscheid’, vertelt Waasdorp. Alle drie staren ze naar de promotiefoto. Stralende gezichten. Even is het stil.
‘Ons oude balkon. Ons zandveldje’, verzucht Bas dan. ‘Niet te geloven dat dit tien jaar geleden is. Zo veel is er veranderd. Ik speel tegenwoordig bij de veterinnen van Victoria en was hier vorig jaar voor het laatst, toen De Terriërs bij ons in de poule zat.’
Waasdorp hoort het lachend aan. ‘Ik was hier gisteren nog. Heb de sleutels. Ik coach Meisjes A1, mijn dochter Minke speelt daarin. Ik speel zelf in de veteranen en zit weer in de technische commissie. Eigenlijk ben ik nooit weggeweest. Zelfs toen ik de dames van Amsterdam coachte (in 2014-2015, red.), gaf ik hier stiekem training aan Heren 1.’
Jullie komen geregeld langs in mijn dromen, ook al ben ik hier al jaren weg Lieke Bas
‘Ik heb de laatste week bijna elke dag over hockey gedroomd’, biecht Admiraal op. ‘Door dit interview, door onze reünie, die we op 22 mei hebben met ons oude team. Onbewust komt er veel terug. Ik ben vet excited. Te gek om dit zo opnieuw te beleven.’ Bas: ‘Haha, ik droom best vaak nog over hockey. Dan gaat het bijna altijd over De Terriërs, nooit over Victoria, Alkmaar of een andere club. Jullie komen geregeld langs, ook al ben ik hier al jaren weg.’ Admiraal: ‘En, hebben we in je droom gewonnen?’ Bas: ‘Nou nee, want ik was alles vergeten. Ik stond hier op het veld zonder sokken, scheenbeschermers of stick.’
Het succesverhaal van De Terriërs begint veel eerder dan in het onvergetelijke seizoen 2011/2012. In 2004 promoveerde de ploeg uit Heiloo naar de Tweede Klasse. Een jaar later was het opnieuw feest: toen werd de Eerste Klasse bereikt. Weer drie jaar verder – inmiddels onder Waasdorp – knalde ‘Geel’ door naar de Overgangsklasse. Om vier jaar later dus opnieuw te stunten.
‘Jisse trainde mijn lichting al vanaf de B-jeugd’, zegt Admiraal. ‘Het was goed dat hij bij ons kwam. We waren vet irritante kinderen, maar wilden – als de juiste snaar werd geraakt – heus wel hockeyen. Hij had er best wel verstand van en is ieder jaar met ons meegegaan.’
Bier, ballotage en de Chrysler van vader Admiraal
De goede lichting van Admiraal – met bijvoorbeeld ook haar tweelingzusje Denise – én de generatie daarachter legden de basis voor de stormachtige ontwikkeling van De Terriërs. Die talenten bleven ondanks gehengel van grotere verenigingen bij hun cluppie, als trouwe honden. ‘Het hockey werd steeds serieuzer genomen’, zegt Waasdorp. ‘Het begon met trainen op dinsdag en vrijdag, plus nog langer bier drinken.’ Admiraal: ‘Dat drinken is op die vrijdag nog wel even doorgegaan hoor. Maar je hebt wel gelijk. We gingen meer en harder trainen.’
Tussendoor kwam Bas over van de buren van Alkmaar. Een spraakmakende transfer. Waasdorp: ‘Dat moest intern eerst heel goed overlegd worden. Noem het gerust een ballotagecommissie waar ze doorheen moest. Nee, dat is geen grapje. We hadden niemand van buitenaf en wilden dat eigenlijk ook niet. Maar Lieke kenden we wel, die had in de zaal ook al een keer meegedaan. Ze paste als mens en als speler in het team en verhuisde zelfs naar Heiloo.’
Ze waren al een vreemde eend in de bijt in de Overgangsklasse. Niet alleen door hun zandveld en ‘ballotagebeleid’, maar ook door de teamtaken. ‘Jisse was onze trainer, coach, fysio, dokter en manager’, grijnst Bas.
Waasdorp vult aan: ‘We regelden veel met het team. Zelf wassen, lunch regelen, bardiensten draaien, fluiten. Het enige exotische was de stage die we zelf betaalden, door namen van sponsors op teamtruien te zetten. We hadden geen gelikte lease-auto’s, maar een oude Chrysler waar acht man in konden.’
Admiraal: ‘De oude auto van mijn vader. Die was voor de meiden die naar Amsterdam waren verhuisd.’
Rotterdam dacht dat we uit Hoofddorp kwamen, dat triggerde ons wel Jisse Waasdorp
‘Dat trouw blijven aan onze eigen cultuur heeft ons veel gebracht’, stelt Waasdorp. ‘We deden alles met z’n allen. In het veld én daarbuiten. De binding was sterker, veel sterker dan bij onze tegenstander. Kwam er weer een grote club als MOP of Push, werden ze hier van ons zandveld afgetimmerd. Bij HIC werd zelfs de coach eruitgegooid toen ze hier hadden verloren. Want hoe kon je in godsnaam van De Terriërs verliezen?’
Dat vroegen ook veel clubs zich af in 2011-2012 waarin De Terriërs tweede werd, achter kampioen Nijmegen, dat direct promoveerde. De Terriërs mocht play-offs spelen. Dat was eigenlijk al heel wat. Bas: ‘Vlak na de winterstop stonden we onderaan. Maar toen we de druk bij onszelf weghaalden, begon het te lopen. Concurrenten lieten punten liggen en wij kwamen bovendrijven.’
Door die tweede plaats werd De Terriërs gekoppeld aan Rotterdam, de nummer elf van de Hoofdklasse. Het recept was hetzelfde als nu: een best-of-three, met thuisvoordeel voor de underdog in het beslissende duel. ‘Het grote Rotterdam ging dat natuurlijk wel ‘even’ winnen’, grijnst Waasdorp. ‘Ze hadden twee Zuid-Afrikaanse speelsters – Marsha Marescia en Kathleen Taylor – die een paar maanden later op de Olympische Spelen stonden. En een aantal grote talenten als Maria Verschoor en Kiki van Wijk. Vooraf zei een speelster van Rotterdam dat ze dacht dat we uit Hoofddorp kwamen. Nou, dat triggerde ons wel. Kwam prima uit.’
Nog een kans, op het eigen zandveld
De Terriërs won thuis – dankzij een golden goal van Emma Driehuis – de eerste ontmoeting met 3-2. Vier dagen later werd het tweede duel dik verloren op het pijlsnelle Rotterdamse waterveld (4-0). ‘Ga ik nooit vergeten’, zegt Bas. ‘Niet de wedstrijd, dat was wel duidelijk. Maar vooral het moment dat we terugkwamen op de club. Iedereen – er waren vijf bussen met supporters mee – stond klaar om ons op te vangen. Zó ’n opsteker. Echt heel gaaf. We zeiden nog schoorvoetend: we hebben verloren hoor. Maar ze waren vooral heel trots. Die avond ben ik uiteten gegaan. Met een groot deel van de club.’
Het kwam dus aan op die zondag 20 mei. ‘We waren vol vertrouwen’, zegt Admiraal. ‘Die tweede wedstrijd was ik na tien minuten alweer vergeten. We hadden toch nog een kans? Op ons eigen cluppie, op ons eigen veld. We wisten wat we in onze mars hadden. Waren tot op het bot gemotiveerd.’
Waasdorp: ‘Er was nog meer publiek dan bij die eerste pot. Het stond drie rijen dik. Een warme dag en een superstroperig veld. Ik heb voor dit interview nog wat beelden teruggezien. We speelden niet eens zo goed. Maar bij Rotterdam ging het nog minder. Die zaten echt in een crisis. Hadden na die eerste wedstrijd hun coach ontslagen. Zij speelden zo vreselijk angstig, leverden heel veel ballen in.’
Rotterdam kwam wel op voorsprong, maar na rust, spelend ‘richting het clubhuis’ keerde De Terriërs het tij. Bas en Pauline Slinger zorgden twaalf minuten voor het einde voor een 2-1 voorsprong. ‘En toen kwam die strafbal’, weet Bas nog. Waasdorp pakt de beelden erbij en klikt bij minuut 65 op play. ‘Ik word er weer zenuwachtig van’, zegt Bas, terwijl ze zichzelf ziet scoren vanaf de stip. ‘In mijn herinnering ging-ie stijf in de linkerkruising. Eigenlijk is het maar een zacht balletje.’ Admiraal: ‘Haha, houd die gedachte maar vast, Liek. Moet je eens zien hoe hard we teruglopen naar de middenlijn. We hadden echt geen idee, hè?’
De jarige spits en de coach die moest hockeyen
De rest is geschiedenis. De Terriërs hield stand en voltooide dit wonderlijke verhaal. Het was feest in de dug-out, een – echt waar – voormalig bushokje. Bas: ‘Alles ging in een waas voorbij. We stonden op het balkon, er werd voor mij gezongen. Ja, ik was natuurlijk jarig. Daf, zijn we gaan douchen? Ik denk het wel. Diezelfde middag gingen we op een platte kar door Heiloo. Zijn nog binnengestapt bij de voetbalclub in ons dorp. Hup, daarna weer die kar op. We eindigden in onze stamkroeg. Ik zat daar en was kapot. En nog steeds jarig.’
Mijmerend: ‘Wat zou ik alles graag nogmaals van een afstandje beleven, om dat allemaal nog eens goed te zien. De hele dag vanaf het balkon.’
Waasdorp: ‘Om half zes ’s ochtends waren de eersten alweer wakker. Kwamen de berichtjes weer binnen.’ Admiraal: ‘En toen hadden we nog niet eens kinderen.’
Over Waasdorp zelf bestaat nog een fraaie anekdote over die zondag. Na de megastunt tegen Rotterdam was hij pijlsnel uit het feestgedruis verdwenen. ‘Haha, ja dat klopt’, geeft de coach toe. ‘Ik moest nog meedoen met Heren 1. Die speelden na ons en moesten zich handhaven in de Tweede Klasse.’ Ook dat liep goed af. ‘Ik maakte twee strafcorners. Was ik nog meer in de gloria.’
Volgende week: deel 2 – Hoe het verder ging na de promotie
Wat vind jij? Praat mee...
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.