Het is precies tien jaar geleden dat De Terriërs promoveerde naar de Hoofdklasse. Een ongekende hockeystunt op het zandveld in Heiloo. In twee delen blikken we terug op dit succesverhaal. Vorige week gingen we in op de aanloop en de promotie. Vandaag het tweede deel met de toenmalige hoofdrolspelers Jisse Waasdorp, Lieke Bas en Daphne Admiraal: hoe het verder ging nadat het hoogste niveau bereikt was.
‘Nou, het leukste deel van ons verhaal hebben we gehad’, zegt coach Waasdorp grinnikend in het clubhuis van De Terriërs. Hij heeft net het kampioensfilmpje uitgezet. Aanvaller Bas: ’Nou, die eerste wedstrijd in de Hoofdklasse was ook nog wel leuk toch? Die wonnen we met 5-0 van Nijmegen, dat ook was gepromoveerd. Stonden we opeens bovenaan, haha.’
‘Ja, vooruit. Dat was wel speciaal’, geeft Waasdorp toe. ‘De Terriërs als nummer één van de Hoofdklasse. We hadden al mazzel dat we begonnen tegen Nijmegen, op ons eigen veld. Dat was nog steeds een zandveld. En we hadden het geluk dat Den Bosch die openingsdag ‘maar’ met 5-1 won.’
‘Ik scoorde drie keer tegen Nijmegen, Maartje Paumen maakte er twee’, lacht Bas, die dus even bovenaan de topscorerslijst stond. Waasdorp: ‘De dag na die wedstrijd stond Sport Inside hier op de stoep. Dat was destijds het programma van Wilfred Genee en Johan Derksen. Die kwamen filmen, vanwege die eerste plaats. Er kwamen allemaal verzoekjes binnen in die tijd. De Wereld Draait Door wilde ook wat doen. Het was wat veel. Daarom heb ik vaak ‘nee’ gezegd.’
Aanvoerder Admiraal: ‘Stonden we hier in ons eigen clubhuis krachttraining te doen. Superamateuristisch natuurlijk. We wisten niet beter. Zo deden we het al jaren. Waarom zouden we het in de Hoofdklasse opeens anders aanpakken?’
Biertjes drinken met Maartje Paumen
‘Na die eerste wedstrijd werden we met de neus op de feiten gedrukt’, zegt Bas ‘Het was een leerzaam jaar, waarin we toffe dingen hebben meegemaakt. Grote sterren als Naomi van As en Ellen Hoog kwamen langs. Dat waren attracties, waar het dorp voor uitliep. Ik weet nog dat we hier biertjes hebben gedronken met Paumen en Vera Vorstenbosch, toen Den Bosch hier speelde. Zij vonden het wél mooi hier. Qua mentaliteit matchte dat ook wel. Maar de meeste clubs wisten niet hoe snel ze hier weer weg moesten komen.’ Admiraal: ‘En dat terwijl we een prima lunch hadden. Zelfgemaakt, bovendien.’
‘Bijna alle teams speelden bij ons de vervelendste wedstrijd van hun seizoen’, stelt Waasdorp. ‘De kleedkamers vonden ze al oud en te klein. Terwijl die van Oranje-Zwart echt nog minder ruimte hadden. Alles was in hun nadeel. En ze hadden alles te verliezen. Iedereen verwachte dat je hier wel even won, bij dat rare clubje. We waren een soort indringer, de vreemde eend.’
Bas: ‘In de Hoofdklasse moesten we voor het eerste line-ups doen. Stonden we daar tegenover al die internationals. Succes. Prettige wedstrijd. Zullen we na afloop shirtjes ruilen? Admiraal: ‘Barbara Beek uit ons team was toen een van de weinigen met een opvallende tattoo. Dat kregen we ook geregeld te horen van tegenstanders. Wat heeft zij nou op haar arm?’
Het paradepaardje dat acht punten haalde
Waasdorp duikt even in zijn laptop. ‘We haalden acht punten. Allemaal thuis, haha. Twee keer gewonnen, twee keer gelijk. Uit gingen we er paar keer heel hard vanaf. 9-0 bij Den Bosch, 7-1 tegen Laren, waar we thuis trouwens van wonnen.’
Uiteindelijk was het gat drie punten met nummer elf Nijmegen, dat play-outs mocht spelen. Waasdorp en z’n meiden waren simpelweg niet goed genoeg en keerden na een seizoen terug naar de Overgangsklasse, toen het tweede niveau van Nederland. Waasdorp; ‘Na de degradatie bleef de groep aardig bijeen. We kregen in dat seizoen eindelijk een waterveld. Maar de focus lag veel te veel op terugkeer. We wonnen vijftien keer, scoorden belachelijk veel goals. Maar Rotterdam – dat door ons toedoen daar was beland – en Wageningen waren ook goed. We misten de play-offs en dat deed pijn.’
De coach stelt dat het Hoofdklasse-jaar de club veel heeft gebracht. ‘Het waterveld was er anders nooit zo snel gekomen. Het zorgde voor trots en nog meer verbondenheid. We waren echt het paradepaardje van het dorp. Dat gaf een positieve vibe. Het clubhuis werd aangepakt, het balkon werd vergroot, het ledenaantal steeg. Na tien jaar wordt er nog steeds over gepraat. Dat is uniek.’
Het verwaterde gele hart
Toch is Waasdorp niet louter en alleen blij met de erfenis die hij met zijn ploeg achterliet. ‘De cultuur veranderde. We waren een team met speelsters van de club die veel zelf deden en alles regelden. Van die lunch waar Daphne het over had tot de rijschema’s. Daar groeiden we van, maakte ons zo hecht als we waren. Dat zag je ook terug op het veld.’
Een voorzichtige zucht. ‘Ik wil absoluut niet negatief doen. Maar het is nu zeker anders. Na de promotie kwam er een sponsor. Die vond het hier fantastisch. Wilde wel een ‘paar internationale toppers’ halen. Toen was ik nog coach en hebben we gezegd dat zoiets niet bij onze club paste. Zulke spelers zijn uiteindelijk nooit gekomen, maar er werden wel meiden gehaald van buitenaf. Het gele hart, de kracht van ons team, verwaterde. Ik vergelijk het vaak met een pot gele verf. Als je te veel speelsters tegelijk daarin gooit, worden ze minder geel. Het zijn dus niet meer alleen kinderen van de club. Ze draaien nog wel bardiensten. Maar er zijn wel leaseauto’s en ze hoeven niet meer te fluiten.’
‘Ergens doet dit wel een beetje pijn, Jis’, haakt Admiraal in. Zij stopte evenals haar tweelingzusje Denise in 2014 bij De Terriërs, Bas vertrok een jaar later. ‘Het gaat mij niet om het niveau waarop er gespeeld wordt of in wat voor auto je rijdt. Maar wel waar we voor staan als team.’
Waasdorp: ‘Misschien dat er nu na de degradatie uit de Promotieklasse wat meer spelers uit de eigen jeugd doorkomen. De cultuur van toen is niet helemaal weg. Maar ik heb het er wel lastig mee gehad, dat het zo is gegaan. Aan de andere kant: het geeft ook wel het speciale aan van onze tijd.’
De invloed van de club op hun leven
Bas en Admiraal kijken naar elkaar aan die grote tafel in het clubhuis. Hun clubhuis. Het team is veranderd. En dat geldt ook voor henzelf. Ze zijn gestopt, in een andere levensfase beland. Moeder geworden. ‘De tijd bij De Terriërs is bepalend geweest voor mijn leven’, zegt Bas. ‘Dat staat los van het Hoofdklasse-verhaal. Ik heb mij hier kunnen ontwikkelen en compleet mijzelf kunnen zijn. Een belangrijk moment voor mij was in het jaar na de degradatie. Ik kwam erachter dat ik op vrouwen val en kon dat mijn team meteen vertellen. Fijn en bijzonder tegelijk. Iedereen reageerde superlief.’ Admiraal: ‘Het maakte voor ons natuurlijk niet uit. Maar het zei wel iets over de openheid die we hadden in de groep.’
Bas wijst naar Waasdorp: ‘Hij was voor mij echt een heel fijne coach. Kon mij op het juiste moeten aanzetten en had altijd een luisterend oor. Altijd begrip voor wanneer ik weer een keer kwakkelde met mijn fitheid. Dan mocht ik een training skippen, zodat ik zondag wél kon spelen. Hij wist wat voor persoon ik was. En ik denk dat hij dat nog steeds heel goed weet.’
‘Wat mooi Liek’, zegt Admiraal. ‘De club heeft mij gevormd tot wie ik nu ben. Door onze successen en promoties heb ik geleerd dat je verder kunt komen dan je in eerste instantie denkt. Later zijn mijn zus Denise en ik nog wereldkampioen zaalhockey geworden met het Nederlands elftal. Die basis hebben we hier meegekregen. Hier zijn mijn ambities aangewakkerd.’
‘Ik heb mij weleens afgevraagd of ik hockey nou echt leuk vond. Best confronterend, als je iets zo lang hebt gedaan. Ik mis het namelijk niet. Wat ik wel mis, zijn de momenten met een team. Als ik hier in de kleedkamer sta, komt dat weer naar boven. Met elkaar een doel bereiken, samen beter worden. Dat maakt mij gelukkig. Dat gevoel heb ik nu ook in mijn werk als bedrijfscoach. Samen successen behalen, net als hier op het veld.’
Dromen over de volgende generatie
Ze stonden zondag weer met elkaar op het veld, tijdens de reünie van hun team. Exact tien jaar en twee dagen na hun ongekende triomf. ‘Bijna iedereen was erbij’, zegt Admiraal. ‘Het was geweldig. We zijn zo veel jaren verder, maar het voelde als vanouds. We hebben het sterrenteam van 2040 al bijna compleet. Samen hebben we vijftien kinderen en er zijn er nog drie onderweg. Dan heb je het al over twaalf meiden.’
Bas, die zelf twee dochters heeft, grijnst. ‘Zal ik iets zeggen? Een half jaar geleden zochten we een nieuw huis. Eigenlijk in de buurt van Rotterdam, waar mijn vrouw en ik ook werken. Maar we hebben ook gekeken naar de optie Heiloo.’
Twee vragende blikken aan tafel. ‘Dat had eigenlijk maar een reden. Ik wilde heel graag dat mijn kinderen hier zouden hockeyen. We hebben uiteindelijk om praktische redenen toch voor Rotterdam gekozen, daar voel ik mij ook thuis. Maar het is nog steeds een droom van mij. Mijn meisjes in het geel. Omdat ik hier zo’n geweldige tijd heb gehad.’
3 Reacties
jacobbuddingh
Wat een bijzonder verhaal. Wat geweldig dat hockey je dit kan brengen.
ruben-bergkamp
Ontzettend leuk artikel in 2 delen. Heel erg goed gedaan, redactie hockey.nl. En bedenk, iedere hockey club is een familie club. En Jisse is een top gozer!
roelhof
Inderdaad een erg leuk verhaal. En Lieke, je weet dat er een Rotterdamse club is met geel/zwart in de clubkleuren ;-)