Vier jaar geleden waren ze dé verrassing van het WK. Toen verlieten de Ierse vrouwen het toernooi met een stralend gezicht en een zilveren medaille. In deze editie overleefde The Green Army de eerste poulefase niet. En dat doet pijn, bij keeper Ayeisha McFerran.
De sluitpost van Kampong was erbij vier jaar geleden toen ze voor het hoogtepunt in de Ierse hockeygeschiedenis zorgden. En hoe. Ze was in de kwart- en halve finales amper te passeren in de shoot-out series, die Ierland won van India en Spanje. In de groep hadden de Ieren ook al gewonnen van de Indiërs en eveneens van de Verenigde Staten.
Dat leek woensdagmiddag allemaal veel langer dan vier jaar geleden.
Nu stonden ze na drie duels met lege handen. Verslagen. Lang bleef een groot deel van de ploeg op het veld staan na de beslissende 3-0 nederlaag tegen Duitsland. ‘En we hebben niet eens zoveel tegen elkaar gezegd’, vertelde McFerran. ‘Er was ook weinig te zeggen. Het is vooral heel teleurstellend. Dit komt hard aan, als ik eerlijk ben. Al wisten ook vooraf dat dit toernooi een grote uitdaging ging worden.’
Een wereld van verschil
Ierland was op het vorige WK geen wonderteam. Ze schakelden geen grote landen uit. Verloren dik in de finale (6-0) van Nederland. De Ieren waren geen topploeg, wel een supersympathieke subtopper die steeds meer in zichzelf ging geloven. Maar dat team raakte in de loop der jaren speelsters kwijt. Bepalende namen als Anna O’Flanagan, Nicci Daly en Chloe Watkins, om er maar een paar te noemen.
‘We hebben er maar vijf over van het vorige WK’, vertelt McFerran. ‘Kwalitatief is deze groep niet veel minder. Hier staat de toekomst van het Ierse hockey. Talentvolle speelsters. Maar kijk naar wat er weg is gegaan. We hebben meerdere speelsters verloren die meer dan 150, 200 interlands hebben gespeeld. Dat vang je niet zomaar op. Nu zijn er speelsters die op dit WK debuteren. Spelen hun eerste cap, hier tegen Nederland.’
Een wereld van verschil. Maar toch had de vice-wereldkampioen vooraf goede papieren voor een plek in de tussenronde. Dat Nederland, waar zaterdag met 5-1 van werd verloren, en Duitsland een paar maatjes te groot zouden zijn, dat had iedere weldenkende Ierse hockeyfan wel verwacht. De grootste tik kwam dinsdag, toen er met 1-0 van Chili werd verloren.
Een onverwachtse rechtse
‘Dat is het team met de laagste ranking op het WK’, stipten de Ierse media fijntjes aan. Zij noemden de verrassende nederlaag een ‘sucker punch’. Vrij vertaald: een dreun die je opeens krijgt, zonder waarschuwing. Een onverwachtse rechtse. ‘De teleurstelling was na die wedstrijd nog groter dan nu’, sipt McFerran. ‘We deden niet wat wel kunnen doen. We hebben niet als een team gespeeld en onze individuele taken niet goed uitgevoerd.’ Met een zucht: ‘Daar moeten we van leren. We willen graag een volgende stap maken. Dreigender spelen. Maar dat kost tijd.’
Die tijd heeft Ierland op dit WK niet meer. De nummer twee van 2018 kan vier jaar later hoogstens nog negende worden. Is veroordeeld tot een bijrolletje, terwijl het toernooi nog geen week bezig is. ‘De koppen moeten dan weer omhoog. Het is niet wat we wilden, maar we hebben nog steeds iets voor om te spelen’, probeert McFerran zichzelf moed in te praten. Met vuur in de ogen: ‘Dit Ierse shirt dragen we niet voor niets.’
Die spirit straalde McFerran zelf in de slotfase absoluut uit tegen Duitsland. Ze pakte, nadat ze minutenlang was ingeruild voor een extra veldspeler, in de slotseconden een strafbal. Complimenten over die save hoort ze gelaten aan. Ze kan er amper trots op zijn, na afloop. ‘Ik ben een vechter. Ben ik altijd geweest. Ik ben er voor het team. In welke minuut, dat maakt me niet uit.’
Het was haar laatste wapenfeit als vice-wereldkampioen. Een glimp van de glorie van vier jaar geleden.
Wat vind jij? Praat mee...
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.