Dit is de Zuid-Afrikaanse speelster bekend om haar dreadlocks

Midden in het interview zondag na de wedstrijd tegen Ierland (2-0 verlies) begint Zuid-Afrikaans international Onthatile Zulu (22) te glimlachen. Ze voelde het gesprekonderwerp al aankomen, zegt ze. Tijdens dit wereldkampioenschap wordt ze wel vaker aangesproken op haar dreadlocks.

Rugnummer 10 staat zondag op een eiland in het Wagener Stadion. De aanvaller biedt zich aan, trekt sprints, wacht af en blijft scherp op die ene bal. In de lastige wedstrijd tegen het sterkere Ierland blijft het voor Zulu bij een flits, in de eerste helft. Dan neemt ze een verre scoop aan uit de lucht. Ze controleert de bal, versnelt met grote passen en haalt de achterlijn. Ze geeft voor, bij een achterstand van 1-0. Bij de tweede paal ligt een teamgenoot met haar stick op de grond klaar voor de tip-in. Maar de pass van Zulu wordt doorzien door de keepster, anders had het zomaar de gelijkmaker kunnen betekenen.

Opvallen deed Zulu dit wereldkampioenschap om meerdere redenen. Tegen Japan in de poulefase werd ze uitgeroepen tot Speelster van de Wedstrijd. Dat ze vroeger honderd meter sprints liep, was duidelijk te zien. Ze is sneller dan een jachtluipaard. Maar Zulu weet van zichzelf dat ze niet de nieuwe Frédérique Matla is. Over het algemeen maakte ze dit wereldkampioenschap de meeste indruk met haar haarstijl.

Onthatile Zulu draagt tijdens de wedstrijd met Ierland een knot. Foto: Koen Suyk

Van lila naar blond

Praten met Zulu over haar kapsel is grappig. Ze vindt het niet erg om er na de wedstrijd vragen over te krijgen. Ze geniet juist van de aandacht die haar dreadlocks met zich meebrengen en houdt ervan om op te vallen in de wereld van de blonde paardenstaarten. Tegen Ierland had ze haar blonde dreadlocks gebundeld in een knot die achterop haar hoofd een mooi contrast vormde met haar donkere haren die ze van zichzelf heeft.

‘De ene keer draag ik mijn dreadlocks in een knot, de andere keer weer in een staart. Het is maar net waar ik die dag zin in heb. Ik hou van het veranderen van mijn haar. Niet veel hockeysters doen dat, maar ik wel. Ik verander ook regelmatig van kleur. De laatste tijd zijn mijn dreadlocks vaak blond. Maar ik speel ook weleens met lila. Of met een andere felle kleur. Mensen in Zuid-Afrika kennen mij als de hockeyster met steeds weer een andere haarkleur’, glimlacht de vriendelijke Zulu.

Mensen in Zuid-Afrika kennen mij als de hockeyster met steeds weer een andere haarkleur Onthatile Zulu

In 2021 speelde Zulu met Zuid-Afrika op de Olympische Spelen van Tokio. Maar dat ze merkt dat ze steeds vaker wordt herkend, is eigenlijk pas sinds april van dit jaar. Tijdens het WK onder 21 in Potchefstroom stond Zulu in de spotlights in haar eigen land.

‘De Watch.Hockey app heeft veel gedaan voor de promotie van het hockey. Sinds het WK onder 21 heb ik er veel volgers op Instagram bijgekregen. Tijdens het wereldkampioenschap van nu ook, vooral na de wedstrijd tegen Japan. Ik kreeg allerlei berichten van mensen die me feliciteerden. Normaal gesproken krijg ik dat soort berichten niet snel. Ik speel immers niet voor Nederland, ik speel voor Zuid-Afrika. Ik denk dat het meespeelt dat mensen mij vanwege mijn haar misschien een opvallende verschijning vinden. Natuurlijk wil ik zo goed mogelijk hockeyen, dat is voor mij het belangrijkste. Maar ik hou er ook van om te entertainen. Hockey is ook marketing’, zegt Zulu, die op Instagram ruim 3.000 volgers heeft en dus in vergelijking met bijvoorbeeld Eva de Goede (66.500) en Lidewij Welten (45.600) nog wel wat stappen te zetten heeft.

Uiteindelijk hoopt Zulu ooit in de Nederlandse competitie te spelen, maar eerst wil ze haar studie aan de Universiteit van Pretoria afronden. ‘In 2019 ben ik voor het eerst voor de nationale selectie opgeroepen. Sindsdien werk ik er heel hard voor en ontwikkel ik me elke dag. Dit is mijn eerste wereldkampioenschap. Het niveau is hier zo ontzettend hoog, dat ik er alleen maar beter van word. Hopelijk blijf ik mezelf de komende jaren ontwikkelen. Dan komt die kans om in Nederland te spelen vanzelf.’


Wat vind jij? Praat mee...