Hij is blij dat de winter achter hem ligt. Joep de Mol, de captain van Oranje-Rood, beleefde pittige maanden. De verdediger werd niet geselecteerd voor het WK in India en twijfelde over zijn toekomst als international. Inmiddels zijn de donkere wolken verdwenen en kijkt hij vooruit. ‘Ik wil zorgen dat de bondscoach niet meer om mij heen kan.’
Begin november, alweer vier maanden geleden, ontving De Mol de keiharde boodschap. Woorden die hij helemaal niet wilde horen. Bondscoach Jeroen Delmée nam ‘m niet mee naar het WK. Niet bij de eerste achttien, zelfs geen reserverol. De wereld van de 27-jarige verdediger stortte even in. Een droom was aan diggelen.
Maar hij moest nog even door.
Hij was namelijk wel geselecteerd voor de trip naar Argentinië en Chili, vlak voor het WK. Daar speelde Nederland in december vier wedstrijden voor de Pro League en twee oefenpotjes. ‘Het was een rol waar ik moeite mee had’, blikt De Mol terug op die periode. ‘Eentje die je eigenlijk niet wil. Maar ik weet het, ook dat hoort bij topsport. Het is soms ook incasseren. Tegenslagen verwerken en weer opstaan. Dat is makkelijk gezegd, maar natuurlijk lukte dat niet elke dag. Het was een gekke situatie. De groep leefde vol toe naar het WK, met de Pro League als tussenstation. Ik heb het zo goed mogelijk geprobeerd te doen, maar ook ik was soms wat grumpy en iets minder aanwezig.’
De blije Joep, die niet lekker in z’n vel zat
Hij houdt zichzelf een spiegel voor. ‘Ik ben best een extravert persoon. Je ziet bijna altijd aan mij hoe ik me voel. In 95 procent van de gevallen ben ik een blije Joep. Maar als ik niet lekker in mijn vel zit, kan je dat ook meteen zien. Ik vind dat wel een punt waar ik, ook al ben ik al een ervaren speler, nog aan kan werken. Ik heb er geen klachten over gehad ofzo, maar als ik me niet optimaal voel, hoeft de rest daar geen last van te hebben.’
‘Ondanks mijn eigen struggles, kijk ik er met een goed gevoel op terug. Ik ben blij dat ik erbij was. Het was voor mij fijn dat Jaïr van der Horst een beetje in hetzelfde schuitje zat. Hij was ook mee naar Zuid-Amerika, terwijl hij niet naar het WK ging. Een lotgenoot dus. We hebben veel aan elkaar gehad en lagen ook bij elkaar op de kamer.’
In december speelde De Mol drie duels met het Nederlands elftal. Na een paar trainingen in Rotterdam, vlak na de jaarwisseling, zat zijn Oranje-winter erop. De trein van het team denderde door richting het WK, zonder de routinier, die de laatste jaren zelden buiten de boot viel. ‘Hoe dichterbij het toernooi kwam, hoe groter de afstand werd naar de groep. Logisch natuurlijk, maar tot het laatste moment moet je er wel staan. Inderdaad, voor het geval dat.’
Zaalhockeyen tegen Sint-Oedenrode
Het zorgde voor een dubbel gevoel tijdens het WK, dat in januari plaatsvond. ‘Ik ben een emotionele jongen. Dus dat was soms best lastig. Aan de ene kant gun je die gasten de wereld. Ik had ook wel contact met wat jongens, stuurde appjes en was betrokken. Aan de andere kant wil je ook gemist worden. Gun je jezelf ook een plek daar. Hoop je in je hart dat ze die lange, iele verdediger nog goed hadden kunnen gebruiken. Je bent continue bezig hoe je je moet voelen, terwijl je dat eigenlijk niet weet. Ik heb nog best veel gezien van het toernooi. Heb niet recalcitrant de tv uitgezet. Het boeit mij toch ook wat daar gebeurt? Alleen de poulewedstrijd tegen Chili heb ik overslagen. Dat zou wel goedkomen, dacht ik.’
Hij vulde de winter met een vakantietje met z’n vriendin. Ging nog op wintersport én met Oranje-Rood de zaal in. In de regionale Topklasse stond de 113-voudig international opeens tegenover clubs als Sint-Oedenrode, Venray en Weert. ‘Daar heb ik speciaal het WK voor afgezegd’, zegt De Mol met een lach. ‘Nee, zonder dollen. Het was echt leuk om iets vrijer te hockeyen met een mooie groep. Een aantal talenten en vaste gasten van ons team zoals Sheldon Schouten, Max de Bie en Gijs van Merriënboer, een van mijn beste vrienden. Het ging om het plezier en dat heeft ook zijn charme. We zijn zelfs nog gepromoveerd daar de Hoofdklasse.’ Weer die lach: ‘Dat was natuurlijk de mooiste prijs die ik deze winter kon winnen.’
Inmiddels is dat alweer twee maanden geleden. Met Oranje-Rood begon hij in februari alweer toe te werken naar de tweede seizoenshelft. Het Nederlands elftal ging vorige week weer van start. ‘Ik heb wel even getwijfeld wat ik wilde’, zegt De Mol eerlijk. ‘Ik heb al best wat meegemaakt in Oranje. Alle toernooien al een keer gespeeld. Begin ik er dan opnieuw aan? Met het risico dat ik straks misschien weer teleurgesteld word?’
Zijn ambities wonnen het uiteindelijk van het doemdenken. ‘Ik weet dat Jeroen wat aan me heeft. Dat ik een meerwaarde kan zijn voor dit Nederlands elftal. Het is te vroeg om al echt aan een afscheid te denken. Daarvoor wil ik te graag. Die motivatie neem ik mee naar het veld. Om te zorgen dat ze in ieder geval de komende anderhalf jaar niet om me heen kunnen.’
Wat vind jij? Praat mee...
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.