Vervoort is complimenten spuugzat: ‘Ik wil punten’

Het is de dames van Rotterdam niet gelukt om het gat in de Tulp Hoofdklasse met mede-promovendus Tilburg te dichten. In de havenstad wonnen de Brabanders met 3-2. Een zure appel voor de ploeg van Brian Vervoort, die weet dat play-outs niet meer te voorkomen zijn voor de huidige nummer elf. 

De wedstrijd tussen Rotterdam en Tilburg was nog geen drie minuten bezig, toen coach Vervoort uit zijn rieten stoel naast de dug-out van de thuisploeg vloog. Hoewel de Rotterdammer net lekker zat, was er nu al werk aan de winkel. Een cruciaal moment, waarop zijn ploeg plots heel vreemde dingen deed. Na wat klungelige ballen was het Daphne Nikkels die een backhand van Juli Jankunas en gegrabbel van keeper Iris Nikerk binnen kon tikken. Daarmee was een ultravoege achterstand in meer dan belangrijk duel een feit.

Rotterdam vocht zich terug, maar kreeg weer een moment van error in de slotminuut. Hoewel Amber van den Dijssel haar ploeg vier minuten voor tijd net naar een gelijke stand had gebracht (2-2), was daar weer zo’n cruciale fout – een misser in de dekking op de achterlijn – die zorgde voor alweer een tegentreffer.

Is het een gebrek aan zelfvertrouwen, de minimale ervaring in de Hoofdklasse of toch de gemiddelde leeftijd van een jaar of twintig? Vervoort weet het niet, maar vindt het maar wat frustrerend. Telkens staat hij weer met lege handen. 

De complimenten is hij spuugzat

Sterker nog. Hij is het eigenlijk wel beu. ‘We krijgen keer op keer de complimenten voor ons goede spel’, vertelt hij, terwijl de stadionlampen aan de Hazelaarweg nog maar minimaal schemeren na het avondduel. ‘Het zag er weer leuk uit, hoor ik dan. Jullie spelen leuk hockey. De opmerkingen ben ik spuugzat. We kopen er helemaal niks voor. Ik wil punten. Op dit niveau gaat het om de knikkers.’

Brian Vervoort. Foto: Bart Scheulderman

En die knikkers – en punten – liegen er niet om. Rotterdam staat na de twaalfde verliespartij van het seizoen zes punten achter op Tilburg, momenteel de nummer negen. Met nog maar vijf wedstrijden in de Tulp Hoofdklasse te gaan, kunnen ze zich eigenlijk al op gaan maken voor play-outs. ‘We hadden van Tilburg moeten winnen als we nog voor die negende plek hadden willen gaan’, vertelt Vervoort. ‘Dat is niet gelukt. Het wordt nu wel heel moeilijk. Play-outs of niet, die gekke momenten in ons spel moeten eruit. Anders wordt het tegen een promotieklasser ook nog een hele uitdaging.’

Rotterdam maakt soms de vreemdste keuzes

Maar wat bedoelt de oefenmeester nou precies met ‘gekke momenten’? Daar moet hij zelf ook even over nadenken. Maar vervolgens doet-ie een poging. ‘We doen veel dingen goed, maar doen dingen op cruciale momenten onverklaarbaar fout. Iedere keer als de tegenstander wat dichterbij komt, is de energie ineens anders. Ogen we onzeker. En maken we de vreemdste keuzes.’

Inderdaad, zoals bij die vroege en hele late tegengoal. En daar baalt Vervoort van. Als een stekker. ‘We wisten dat we dit seizoen echt wel overrompeld zouden worden. En dat we het lastig zouden krijgen. Met minimale ervaring in de Hoofdklasse, is het heel lastig. Maar daar gaat tijd overheen. We zijn verder dan dat. We verliezen nu omdat we niet slim of mentaal sterk genoeg zijn.’

De late en winnende tegentreffer van Tilburg. Foto: Bart Scheulderman

‘Alles zit tegen’

‘Het lijkt wel of er een vloek op ons rust’, gaat hij verder, terwijl hij net over de strafcorner begonnen is. Ook dat was geen succesnummer zaterdag.  Zijn ploeg haalde er acht, maar maakte er geen. En dat met specialist Annebregt Rietveld in de gelederen. ‘Ze staat er in de eerste helft even twee keer vijf minuten niet in en dan vallen de corners. Ze speelt bijna de hele wedstrijd. Maar zodra ze gaat zitten, hebben we ineens een corner. We hebben zelfs een afspraak dat ze zelf mag wisselen als ze voelt dat er een corner aankomt. Het zal inherent zijn aan de fase waarin we verkeren. Alles zit tegen.’

Deze wedstrijd gaat Vervoort voorlopig niet terugkijken. En zondag? Dan is hij even niet op het veld te vinden. Even geen hockey, voor de Rotterdammer. ‘Het is echt niet leuk dit, maar maandag gaan de schouders er weer onder. We moeten gaan toewerken naar een piekmoment. Het zal nog hartstikke zwaar worden.’