Aikman weer op avontuur: ‘Opa in Oman wil bijdragen aan bakfiets’

Zelfs een salarisloos jaar bij Pakistan stompt hockeynomade Siegfried Aikman niet af. Een maand nadat hij stopte als bondscoach bij de voormalige Aziatische grootmacht, begon de inmiddels 64-jarige coach aan een nieuw avontuur bij Oman. Omdat zijn liefde voor de sport toch weer de doorslag gaf. 

Het gesprek met Aikman is een klein half uur bezig als zijn familie in Nederland ter sprake komt. Zijn vier kinderen en inmiddels ook kleinkinderen. Zijn vrouw, die nog altijd in Amersfoort woont. Ze spreken elkaar dagelijks, maar zien elkaar sporadisch face-to-face. Na zes jaar in Japan – verdeeld over twee periodes – en anderhalf jaar in Pakistan gunde het thuisfront hem nog een kans in het verre oosten. Oman it is, sinds eind vorige maand.. 

‘Ach ja. Mijn vrouw kent mij langer dan vandaag’, zegt hij lachend. ‘Ze zou zo’n kans nooit verbieden. Ook niet als dat weer betekent dat we elkaar niet elke maand zien. Ze zou mij nooit ontnemen wat ik het liefste doe. Bezig zijn met hockey. Weet je waarom? Omdat ze van mij houdt.’

De woorden klinken door de hotelkamer in het snikhete Muscat, de hoofdstad van Oman, waar het in de zomer vrijwel dagelijks 40 graden is. Daar is Aikman met het Omaanse mannenteam op trainingskamp. Het is de enige ploeg die Aikman onder zijn hoede heeft. Hij is ook verantwoordelijk voor Jong Oman, het Onder 18-team en de gloednieuwe vrouwenploeg die is opgericht. Een nieuwe missie in een compleet andere setting. Niet meer de Mission Impossible met Pakistan dat zo ontzettend en tevergeefs hunkert naar de glorietijd uit de vorige eeuw. 

Siegfried Aikman op het trainingsveld.

Compleet over de flos bij Pakistan

Na anderhalf jaar zette hij een groot rood kruis door zijn project bij viervoudig wereldkampioen. Hij was er helemaal klaar mee, omdat-ie de laatste twaalf maanden geen enkele cent had gekregen. Aikman was loyaal, hield het nog lang vol. ‘Maar na een jaar was het echt genoeg geweest. Bij mij moet de schoorsteen ook blijven roken. Ik kan niet eeuwig wachten. De bond wilde heel graag dat ik bleef. Hoe gek het misschien klinkt, ze konden er ook niet veel aan doen. Zij kregen geen geld van het ministerie. De spelers kregen de afgelopen tijd ook niets en er was geen ruimte voor centrale trainingen.’

Hij maakte in Pakistan van alles mee. Zoals een teammanager die werd ontslagen omdat in een wedstrijd twaalf man in het veld stonden en een heel elftal aan internationals die werden geschorst omdat ze in Engeland wilden hockeyen. ‘Ondertussen bleven de verwachtingen wel hoog. Toen we met een onervaren team zevende van de acht ploegen werden op de Nations League, ging men ook compleet over de flos. Ze geloven er heilig in dat Pakistan altijd wint, simpelweg omdat je Pakistaan bent. Zo werkt het niet meer in het internationale hockey. Maar daar komen ze nog wel een keer achter.’

De inkt van zijn ontslagbrief was amper droog, of een nieuwe uitdaging diende zich aan. Hoewel, nieuw? ‘Oman had mij al een keer of twaalf, dertien gevraagd of ik voor hen wilde werken’, lacht Aikman. ‘Telkens was er wel een reden om het niet te doen. Nu, dik tien jaar na die eerste poging, hebben we elkaar toch gevonden. Naast de teams die ik leid, help ik mee om de bond te vernieuwen. Van een jeugdopleiding is nu eigenlijk geen sprake. De informatievoorziening kan ook beter. Mijn taak gaat dus verder dan het veld. Het gaat om de complete cultuur van het Omaanse hockey. Van het veld tot hun website.’

Aikman te midden van zijn Omaanse mannen.

‘Moet ik dit nu nog willen?’

Gepassioneerd vertelt Aikman over de groei van het Omaanse vrouwenteam, speciaal opgericht voor het WK hockey5s dat in januari plaatsvindt in het Arabische land. ‘Tot een jaar geleden was er geen hockey voor vrouwen in Oman. De meiden die er nu staan komen uit het handbal, voetbal en volleybal. Ze kwamen een jaar terug binnen als dode vogeltjes, nu zijn het bewuste vrouwen. De beeldvorming verandert, nu het hockey terrein wint. Het is opeens een kans geworden om carrière te maken in de sport.’

Natuurlijk had Aikman ook twijfels. Grote twijfels, om door te gaan als coach. ‘Ik had mijn buik vol van die financiële perikelen. Moet ik dit nu nog willen? Weer willen? Dat heb ik me echt afgevraagd. Ik was al met een vriend bezig om iets compleet anders te doen. Om in het Nederlandse bedrijfsleven cursussen te geven over diversiteit en inclusie. Maar toen ik weer op het veld stond…Tsja. Toen was ik weer verkocht. Als ik op een hockeyveld rondloop, dan kruipt het bloed waar het niet gaan kan. Dat gevoel is nergens mee te vergelijken. Maar ik ben ook wat voorzichtiger geworden na al het gedoe bij Pakistan. Ik kijk het een half jaar aan, in eerste instantie.’

En ja, het eerste geld van de Omaanse bond is al op de rekening van Aikman bijgeschreven. ‘Ze wisten hoe het in Pakistan was gegaan. Dus toen ik tekende was het eerste voorschot al binnen. Eindelijk hoef ik niet meer op mijn reserves te teren. Ik heb minder stress, het voelt zorgelozer. En ik kan meer betekenen voor mijn kinderen en kleinkinderen in Nederland. Weet je wat dat kost, een elektrische bakfiets? Toch fijn als opa in Oman daar een beetje aan kan bijdragen.’


Wat vind jij? Praat mee...