Op het WK begin dit jaar was hij de grootste naam die afviel. Dit EK is-ie er weer helemaal bij. Joep de Mol, verdediger van Oranje-Rood, heeft zich herpakt en won daardoor de concurrentiestrijd in de defensie bij het Nederlands elftal. En dat dankzij een andere manier van denken. ‘Ik vond eerst vooral dat ik goed had gespeeld als ik vier keer naar voren had gerend.’
Natuurlijk kan De Mol een dikke glimlach niet onderdrukken op de eerste trainingsdag na de bekendmaking van de EK-selectie. Hij gaat ‘gewoon’ mee naar Mönchengladbach waar op 19 augustus het toernooi begint voor Oranje. Relaxt ploft hij neer in de loungeruimte van het Wagener Stadion. Twee broodjes en een glaasje limonade voor z’n neus. Dat kon-ie wel gebruiken na de woensdagochtendtraining die dik twee uur duurde.
Hij noemt zijn uitverkiezing voor het EK ‘een bevestiging dat-ie goed bezig is’. Zorgen had hij niet, richting de bekendmaking van de selectie. Zenuwen waren er dinsdagochtend wel, toen de EK-groep per mail bekend werd gemaakt. ‘Het gevoel was minder onrustig dan in de winter. Misschien was dat al een voorteken. Natuurlijk ben ik opgelucht en blij. Niet een beetje, maar hartstikke blij. Ik vloog mijn vriendin in de armen toen ik het nieuws hoorde. ‘Erbij zitten’ is niet vanzelfsprekend. Dat weet ik als geen ander.’
Maar. Er is ook een maar. ‘Het is nog niet zo dat ik nu iets afgevinkt heb. Het EK is een mooi tussenstation. Een meetpunt richting de Olympische Spelen van volgend jaar. Ik zit op de goede weg, maar dat betekent niet dat ik nu kan relaxen. Ik wil nu juist laten zien dat ik er terecht bijzit. En erin wil blijven. Dit moet niet iets sporadisch zijn.’
‘Man uitschakelen’ op één
Die vastberadenheid komt niet zomaar ergens vandaan. Want in het najaar zag zijn wereld er heel anders uit. De Mol was voorbijgestreefd door andere verdedigers, zoals Justen Blok en Teun Beins. Dat deed pijn bij de Brabander, nota bene een van de meest ervaren spelers bij Oranje. Natuurlijk was er teleurstelling. Verdriet. Een gevoel van onmacht. Maar De Mol raapte zichzelf bij elkaar. En ging aan de slag met de kritische noten van de staf.
Hij moest vooral ‘verdedigend’ stappen zetten. Dat klinkt misschien apart, bij een speler uit de defensie. ‘Maar mijn mindset moest anders’, zegt De Mol. ‘Een nieuwe manier van benaderen.’ Hij neemt een hap van zijn pistoletje. Denkt even wat langer over zijn woorden na. ‘Ik zeg het bewust een beetje overdrevener, zodat het verschil duidelijk is. Ik vond eerst vooral dat ik goed had gespeeld wanneer ik vier keer naar voren was gerend. En het liefst ook nog twee mensen had vrijgezet voor het doel. Ik was er minder mee bezig dat ik in die wedstrijd ook twee keer een vent uit mijn rug liet lopen.’
Dat was dus de De Mol die vooral bekend stond om zijn rushes en snoeiharde flatsen. Eentje die niet compleet genoeg was om op het WK te spelen. Hij ging op zoek naar die 2.0 versie van zichzelf. Een upgrade. ‘Ik kom nu nog steeds op de helft van de tegenstander. Maar mijn core business is verdedigen. Goed zijn en beter worden in een man uitschakelen. Als ik nu de bal niet heb, ben ik er veel meer extremer bezig om mijn directe tegenstander af te stoppen. Zorgen dat-ie niet gaat scoren. Dan komt wat ik aan de bal kan brengen vanzelf. Dat is de volgorde en niet andersom.’ Hij kijkt even op. ‘Ik zeg niet dat ik nooit meer duel verlies. Maar ik heb wel stappen gemaakt, denk ik. Ik weet dat ik daarin soms nonchalant kan ogen. Dat wil ik eruit hebben.’
Lachend: ‘Delmée ziet alles en mist niets. Hij weet het iedere keer als ik een vent laat lopen. En hij drukt ons met de neus op de feiten. Het werkt. Dat blijkt wel in de afgelopen Pro Leagues en op het WK.’
De ‘megamooie woorden’ van de bondscoach
De bondscoach was dinsdag vol lof over de recente ontwikkeling van De Mol. ‘Ik kan hem alleen maar een compliment geven hoe hij met het afvallen voor het WK is omgegaan. Hij heeft een betere verdedigende attitude, is opbouwend dominanter en past goed in het voorwaartse spel’, motiveerde Delmée de keuze voor De Mol, die centraal achterin de strijd won van WK-ganger Teun Beins. Als de woorden van zijn coach worden geciteerd, begint De Mol te glimmen.
‘Ik zal eerlijk zijn. Dat was gisteren wel heel mooi om te lezen’, zegt-ie met een dikke grijns. ‘Het deed me wel wat. Ik zou liegen als het mijzelf niet was opgevallen dat het wel lekker ging. Maar dan zijn het alsnog megamooie woorden. Hoe de staf in de winter naar mij keek, dat was een eye-opener voor mij. Ik heb er op alle fronten een schepje bovenop gedaan en wil nu doorpakken.’
Hij denkt nog even terug aan die fijne dinsdagochtend. Toen zijn vriendin de mail zag. Zijn ouders dolgelukkig waren. Oud-teamgenoot Rob Reckers snel appte. Via FaceTime Jonas de Geus en Jip Janssen inbelden. ‘Maar het mooiste vond ik dat de jongens die zijn afgevallen iets hebben gestuurd. Dat vind ik echt klasse. Ik weet zelf maar al te goed hoe het voor hen is. Dat ben ik echt nog niet vergeten.’
Wat vind jij? Praat mee...
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.