Over anderhalve week komt hun droom echt uit. Spelen in de Hoofdklasse. Toen Dayaan (24) en Mustapha Cassiem (21) als kleine jongens hun eerste meters op het hockeyveld in Kaapstad maakten, fantaseerden de broers over spelen in Nederland. In de beste competitie van de wereld. Bij HDM komt hun droom komend seizoen uit.
Dayaan en Mustapha. De Cassiem-broers, vorig seizoen nog actief bij het Duitse Gladbach, dat toen uitkwam in de tweede divisie en uiteindelijk promoveerde. De oudste staat in de spits. De ander speelt als buitenste middenvelder. Ze maakten de afgelopen jaren indruk op international niveau. Op de Olympische Spelen van 2021 bijvoorbeeld, waar ze een plaag waren voor de Nederlandse defensie. Of tijdens het WK zaal in eigen land. Ze waagden de sprong naar HDM, vorig seizoen slechts tiende, en zijn – als je deze feiten bij elkaar optelt – de opvallendste nieuwkomers in de Hoofdklasse.
Van Zuid-Afrika naar Zwijndrecht. Want daar, op Derby, vond de onofficiële aftrap plaats van hun seizoen tijdens de voorrondes van het ABN AMRO-weekend. ‘Spelen in de Hoofdklasse is altijd een droom van me geweest’, vertelt Dayaan, die sinds kort aanvoerder is van het nationale team van Zuid-Afrika. ‘Ik vond het een gewaagde droom, omdat het zomaar niet zou kunnen lukken. Dat we het voor elkaar hebben gekregen, vind ik heel bijzonder.’
‘Willen zo lang mogelijk samen blijven spelen’
De twee kregen – afzonderlijk van elkaar – de afgelopen tijd wel meer aanbiedingen van hoofdklassers. Maar alleen bij HDM voelde het zoals het moest voelen. ‘We wilden in de Hoofdklasse spelen, maar het liefste samen. Bij HDM klopte het als een bus. Het is een familieclub. Daar moet je ook met je familie naartoe. We willen zo lang mogelijk samen blijven spelen. Tot het niet meer anders kan. Of tot ik pensioneer’, grapt hij. ‘Mustapha is jonger, dus kan vast langer hockeyen dan ik.’
Woensdagavond speelden de twee hun derde en vierde oefenduel in dienst van HDM. Eerder werd er gewonnen van Bloemendaal en hun oude club Gladbacher HTC. Maar tijdens de voorronde van het ABN AMRO-toernooi ging het minder vlekkeloos. Ze verloren met hun nieuwe club van Rotterdam (2-4) en HGC (0-1). Een teleurstelling, maar vertellen over hun gloednieuwe avontuur maakt een hoop goed bij de Cassiems.
‘Mijn broer en ik zijn heel close’, gaat Mustapha vervolgens verder. ‘Op het veld en ernaast. We hebben altijd samen in een team gezeten. Ik heb mazzel gehad dat ik altijd heb mogen hockeyen met de persoon waar ik het meest naar opkeek. Als hockeyer en als mens.’
Een echte rol van betekenis had het duo woensdagavond niet. Dayaan kreeg als spits niet veel kansen en moest het vooral van hard werken hebben. Mustapha viel op met zijn acties over de zijkanten, maar maakte het verschil ook niet. Dat hoeft ook nog niet. ‘We moeten iedereen eerst goed leren kennen’, vertelt Mustapha. ‘Ik vind sommige namen nog moeilijk om uit te spreken. We hebben laatst lang met Cédric (de Gier, red.) gepraat. Hij is tweede aanvoerder van het team. Samen zijn we langs alle spelers gelopen. Zodat we van iedereen wat afweten. Dat hielp enorm.’
Inspiratiebronnen
Dayaan en Mustapha werden op hun vijfde door hun vader naar het hockeyveld gebracht. ‘Veel keuze was er ook niet’, vertelt Dayaan. ‘Je kon kiezen tussen voetbal of hockey. Ik maakte gelukkig de goede keuze. Ik werd verliefd op het spel.’ Mustapha volgde zijn broer. ‘Ik wilde alles doen wat hij deed. Hij was toen – en is nu nog steeds – mijn voorbeeld.’
Inmiddels zijn we bijna twintig jaar verder. Staat de teller van Dayaan op 70 interlands en van zijn jongere broer op 41. Kwam het duo dus al in actie op de Olympische Spelen in Tokio. Ze hebben internationaal veel ervaring en daar zijn ze zich ook van bewust.
‘Dirkie Chamberlain, Tim Drummond, Austin Smith… Zij hebben de basis gelegd voor het Zuid-Afrikaanse hockey’, vertelt Dayaan. ‘Door hun carrières hebben jonge kinderen nu dromen. Wij willen ook zo’n voorbeeld zijn. Een inspiratiebron. Anderen hebben voor ons de weg vrij gemaakt. Nu is het aan ons om dat te doen. Zij zijn goede voorbeelden voor ons geweest. Wij moeten weer zijn voor de volgende generatie.’
‘Wij deelden een veld met andere sporten’
‘Maar wel met daden’, gaat Mustapha verder. ‘Laten zien dat je hard moet werken en wat hard werken inhoud. Iedere mogelijkheid grijpen. Niet twijfelen aan jezelf. Sommige mensen denken dat het makkelijk is om dit te doen, maar dat is het niet. Je mist je familie, moet nieuwe mensen leren kennen. Het kan soms heel pittig zijn.’
Het gezin (vader en twee kinderen) van Mustapha en Dayaan woont in Kaapstad en volgt de broers op de voet. ‘Onze ouders hebben in het verleden veel voor ons gedaan en opgeofferd. Om te staan waar we nu staan’, vertelt Dayaan. ‘We willen ze wat teruggeven wat ze voor ons gedaan hebben.’
De broers hockeyden al van jongs af aan, maar zij zijn een uitzondering. ‘De meeste armere kinderen deden aan voetbal of rugby. Ik heb vroeger ook rugby gespeeld’, zegt Mustapha. ‘In minder ontwikkelde wijken kun je niet anders. De faciliteiten zijn er niet. Toen ik bij HDM kwam, was ik totaal verrast. Vier watervelden, hoe kan dat nou? We hadden er vroeger geen een. We deelden een veld met andere sporten.’
Rugby, cricket en voetbal
Dayaan gaat verder: ‘Het is hier zo professioneel. Dit was de plek waar we wilden spelen. In Zuid-Afrika zijn de faciliteiten op de universiteiten steeds beter. Maar als je het niet tot de uni schopt, is het moeilijk om je als speler te ontwikkelen. Hopelijk komt dat ooit goed. Dat hockey in Zuid-Afrika net zo professioneel is als rugby, cricket en voetbal.’
Dat is een volgende droom. Eerst is het tijd voor de Hoofdklasse. ’We willen HDM naar de volgende stap helpen’, legt Dayaan uit. ‘Ik wil hier een betere hockeyer worden, maar ook een beter mens. En als ik verder droom, hoop ik ooit kampioen te worden met HDM. Ik droom graag groot. We willen komend seizoen op plek zes tot en met acht eindigen. We zijn de underdog, maar die rol past ons wel. Tegen HDM spelen, moet niet leuk zijn. We gaan het ze echt niet makkelijk maken. Zelfs de allerbesten niet. We vechten tot de laatste seconde.’
En wat denkt Mustapha wat hun nieuwe teamgenoten van hen kunnen leren? ‘Sommige mensen vinden ons getalenteerd. Dat is fijn om te horen, maar talent is lang niet alles. Het gaat om hard werken. At the end of the day, hard work beats talent all the time.’
Wat vind jij? Praat mee...
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.