De centrale rol van Sander de Wijn

4 jaar geleden ‘hobbelde’ verdediger Sander de Wijn (26) tijdens de Olympische Spelen naar eigen zeggen nog mee met de ouderen van het Nederlands Elftal. Tegenwoordig is hij een van de bepalende spelers. ‘Ik probeer de ploeg zo goed mogelijk neer te zetten.’

Het is maandagmiddag op sportcentrum Papendal, na een ochtendtraining op hockeyclub Upward in Arnhem. Zelf weet Sander de Wijn – oorspronkelijk uit Cuijk – niet eens meer welke dag het is. Want hij zit in de tunnel. Eentje met eenrichtingsverkeer en met bestemming Rio. ‘Wij leven zo van dag tot dag in een cocon. Dan heb je helemaal geen tijdsbesef meer. Ik weet dankzij het bord (als je Papendal binnenrijdt staat er bij de ingang op een bord aangegeven hoeveel dagen tot de Olympische Spelen, red.) nog net hoeveel dagen het is voordat de Olympische Spelen beginnen en hoeveel dagen totdat wij naar Rio vliegen.’

‘De oudjes’

In 2012 had zijn huisgenoot een supriseparty gegeven, toen hij van toenmalig bondscoach Paul van Ass hoorde dat hij meeging naar de Olympische Spelen. Nu kon verdediger De Wijn zijn eigen naam wel intekenen bij de selectie voor Rio de Janeiro. ‘De hele straat leefde mee,’ vertelt De Wijn, voor wie nu alles weer anders is. ‘4 jaar geleden zat ik net een jaar bij het Nederlands Elftal. Ik maakte me minder druk. De ‘oudjes’  (o.a. Teun de Nooijer, Floris Evers) deden eigenlijk alles binnen het team. Ik had minder druk, maar meer zenuwen. Veel werd voorgekauwd. Toen hockeyde ik leuk mee. Tegenwoordig is mijn rol heel anders. Nu moet ik een grote bijdrage leveren aan een positief resultaat op de Olympische Spelen.’

ASSEN – Nederland – Nieuw-Zeeland, Heren, Interland, Rabo Super Serie, Seizoen 2015-2016, 21-06-2016, Nederland – Nieuw-Zeeland 1-0. Foto KNHB/ Willem Vernes

Centraal achterin

Zijn carrière bij Kampong en het Nederlands Elftal begon De Wijn als vleugelverdediger. Ook bij de WK in Den Haag in 2014 stond hij nog aan de linkerkant geposteerd terwijl hij zelf het idee had dat hij klaar was voor een rol in het centrum. ‘Dat gebeurde nog niet. Maar onder Max heb ik de kans centraal achterin wel met beide handen aangegrepen. Dat is ook de plek waar ik hoor. Daar heb ik een positieve invloed op het team. In het veld bepaal ik, samen met Robert van der Horst, de tactische calls en wat er allemaal gebeurt. Ik probeer de ploeg zo goed mogelijk neer te zetten. Besluiten of we tactisch 1 op 1 moeten spelen, waar iedereen moet staan. Dat past bij mijn kwaliteiten.’

De van oudsher multifunctionele speler – De Wijn speelde in de jeugd overal maar vooral op het middenveld – kan scoren, spelers passeren en blinkt uit in ballen afpakken zonder zijn lichaam te gebruiken. Puur op timing. Maar in het Oranje van 2016 wordt er vooral geleund op zijn defensieve kwaliteiten en zijn tactische inzicht. Vorig jaar kreeg hij de ‘Gouden Stick’ van Hockey.nl omdat hij door coaches en publiek tot beste speler van de hoofdklassecompetitie werd gekozen. Internationaal heeft hij nog geen bevestiging gehad van zijn talent, zoals zijn collega Robert van der Horst, die door de wereldhockeybond FIH werd verkozen tot beste speler van 2015.

Erkenning

Zit hij ver af van dat niveau? ‘Ik heb niet het idee dat ik me naar anderen moet bewijzen. Aan de waardering van teamgenoten heb ik veel. Als er eens een persoonlijke bekroning komt, is het leuk. Niet meer dan dat. Ik denk dat ik bij de betere spelers zit van Oranje,’ vertelt de De Wijn, die zich blijft ontwikkelen. ‘Ik denk dat ik het afgelopen jaar vooral mentaal een stap heb gezet. Vroeger werd ik snel uit het veld geslagen, als er onrecht was of tegenslag. Dat is nu wel een beetje minder geworden. Aan de andere kant heb ik wel echt die winnaarsmentaliteit. Maar ik kan niet tegen onrecht. Mijn eerste emotie is altijd balen. Dat ‘Calimero-gedrag’ of ‘stervende zwaangedrag’ – zoals we dat noemen binnen het hockey – is wel minder aan het worden. Dat komt met de leeftijd. Ik ben sterker, meer ervaren en ouder geworden.’

Vandaag vertrekt Sander de Wijn met Oranje naar Düsseldorf voor de ERGO Masters, waar Oranje morgen, zaterdag en zondag tegen België, Groot-Brittannië en Duitsland speelt. Het zijn de laatste officiële interlands voordat Oranje naar Rio de Janeiro vertrekt voor de Olympische Spelen. Volgende week woensdag vertelt Sander de Wijn op deze plek hoe hij de kansen van Oranje inschat op de Olympische Spelen en wat er in zijn visie de afgelopen jaren veranderd is binnen het team.