De grote avond van de kleine Trieling: ‘Vergeet dit niet snel’

Hij zorgde zaterdag voor het hoogtepunt in de topper tussen ‘zijn’ Pinoké en Oranje-Rood. De prachtige half volley van Danilo Trieling leverde de Amsterdammers de tweede goal van de avond op tijdens de 2-1 zege. Een treffer die het negentienjarige toptalent, in de zomer overgekomen van Nijmegen, nog heel lang bij zal blijven.

Het was er eentje om in te lijsten. Dat doelpunt, aan het begin van het derde kwart. Pinoké was vlak daarvoor op voorsprong gekomen. Het gevoel was dus al goed bij de kampioen en dat werd in de 35ste minuut nog veel beter. Trieling controleerde een hoge bal. Netjes en stijlvol, net binnen de cirkel. Hij liet de bal bewust een keer stuiteren. En daarna, boven de grond, de snelle en harde uithaal. 

Plok. Daar was-ie. Zijn eerste goal op het hoogste niveau.

Trieling wordt na afloop nog gefeliciteerd door zijn teamgenoten, als manager Jetze Oosthoek hem roept voor zijn eerste interview als Hoofdklasse-speler. ‘Hey smurf! De pers wil je spreken.’ De kleine aanvaller komt lachend naar voren. Poseert ondertussen nog een beetje onwennig voor een fotograaf. ‘Ja, smurf… Zo noemen ze mij soms. Ik val wel op door mijn lengte. Bij Nijmegen noemden ze mij ‘kleine’. Daar kan ik wel om lachen hoor. Ik vind het wel mooi.’

Op het moment dat zijn doelpunt ter sprake komt, loopt ploeggenoot Morris de Vilder langs. ‘Schitterend was-ie hè?’, zegt de ervaren middenvelder.  Trieling haalt het moment even terug. ‘Ik dacht: boeien, ik schiet ‘m gewoon direct.’ Na even nadenken komt hij tot het besef dat het tot nu toe de belangrijkste treffer in zijn prille loopbaan was. ‘Iedereen was blij voor me. Ik voelde ook veel ontlading. Het is speciaal, een eerste goal voor een nieuwe club. Deze zal ik niet snel vergeten.’

Trieling straalt na de wedstrijd tegen OR. Foto: Frank Kerbusch/Orange Pictures

Het talent van schuchtere Daantje

Het was een doelpunt dat voor Trieling niet helemaal uit de lucht kwam vallen. De rappe spits past zich bijna probleemloos aan bij zijn nieuwe club. Daar kende hij al een paar spelers van Jong Oranje, waar Pinoké-coach Jesse Mahieu ook de eindverantwoordelijke is. Die is vol lof over de drive en het snelle schot van Trieling. ‘Daarmee kan hij een eind komen. Daantje heeft het talent om beter te willen worden en hard te werken. Dat is ook een kwaliteit. Hij is nog wat schuchter, kijkt z’n ogen uit.’

Trieling: ‘Het aansluiten bij de groep ging heel makkelijk. Gelukkig kan ik minuten maken, daar ben ik blij mee’, klinkt het heel bescheiden. ‘Misschien zijn het nu ook wat meer, omdat Miles Bukkens geblesseerd is. Mijn bedoeling was om in het eerste jaar vooral veel ervaring op te doen. Te leren van grote jongens zoals Van Aubel en Dockier. Spelers die ik van de tv kende. Voorbeelden zijn voor mij.’

Zo’n grote jongen komt toevallig net met een brede smile voorbij. Florent Van Aubel, die met België alles won wat er te winnen is, kijkt goedkeurend naar de aandacht die zijn veel jongere teamgenoot krijgt. ‘Alles gaat sneller op dit niveau’, zegt Trieling. ‘En het is ook wat slimmer. Je moet hier niet in een rechte lijn weglopen bij een verdediger. Wat meer heen-en-weer bewegen.’

Trieling in duel met international Tijmen Reyenga. Foto: Frank Kerbusch/Orange Pictures

De gym

Hij stond dit dubbelweekend tegenover verdedigers als Justen Blok (Rotterdam) en Joep de Mol (Oranje-Rood). Wereldtoppers, die bovendien fysiek sterk zijn. En dat is niet het sterkste punt van de tengere Trieling. ‘Maar ook ik ga weleens naar de gym, hoor’, klinkt het lachend. ‘Ach, ik ben mijn hele leven al de kleinste. Het is geen struggle. Ik heb gelukkig ook veel snelheid, dus komt het meestal niet eens aan op een fysiek duel. Ik vermijd dat misschien wel een beetje. Maar als het wel zo uitkomt, geen probleem hoor. Ik sta mijn mannetje wel.’

Het had ook zomaar gekund dat Trieling zaterdag het shirt van Oranje-Rood aan had gehad. Want ook de Eindhovenaren hadden vorig seizoen contact met het Gelderse talent. ‘Maar ik wilde graag naar de stad Amsterdam toe. Daar heb ik altijd al een zwak voor gehad. Mijn zus woont er ook, een kwartier bij mij vandaan. En ik vond Pinoké altijd al een mooie club qua sfeer. Gewoon, leuk en open. Een plek waar iedereen zichzelf kan zijn.’

Pinoké viert de 2-0 van Trieling, die achter zijn teamgenoten verdwijnt. Foto: Frank Kerbusch/Orange Pictures

‘Je gaat bij de landskampioen spelen’

Het was een stap die hij al eerder kon maken. ‘Toen ik nog de A-leeftijd had, werd ik ook al benaderd door Hoofdklasse-clubs. Maar toen vond ik het nog te vroeg. Ik wilde ook een jaar senioren meemaken bij Nijmegen. Het ging geweldig vorig jaar, we haalden de play-offs. Ik heb ook toen heel veel geleerd.’

Die play-offs zijn sowieso een bijzonder verhaal. Terwijl Trieling met Nijmegen streed voor promotie – wat overigens niet bereikt werd – speelde Pinoké om de landstitel. De aanvaller had op dat moment al getekend en volgde zijn nieuwe club op de voet. ‘Ik moest zelf hockeyen toen zij kampioen werden. Dat was allemaal op dezelfde data. Volgens mij zelfs op dezelfde tijden. Ik baalde, omdat we het met Nijmegen niet haalden.’

Woorden van zijn vriendin, toeschouwer bij die play-offs, beurden hem op. ‘Zij zei: je gaat bij de landskampioen spelen. Oh, dat is wel leip, dacht ik. Klinkt goed. Misschien zorgt het voor wat extra druk. Iedereen praat nog steeds over die dagen. Weet je nog die 4-0 bij Bloemendaal? Weet je nog van het feest? Dan luister ik vooral.’

‘Want ik wil dat ook beleven.’


Wat vind jij? Praat mee...