Pleun van der Plas (28) maakt donderdag in de Gold Cup-wedstrijd tegen Delta Venlo haar langverwachte rentree bij de vrouwen van Den Bosch. Een op het oog onschuldige blessure heeft de afgelopen tijd voor heel wat ongemak gezorgd bij de ervaren middenvelder. ‘Nooit gedacht dat een zacht balletje op mijn duim me zes maanden aan de kant zou houden.’
Een weekje of zes tot acht. Zolang staat er normaal voor de genezing van een gebroken duim. Dat Van der Plas uiteindelijk veel langer vanaf de zijlijn moest toekijken en twaalf wedstrijden van haar ploeg moest missen, viel haar flink tegen. Vanaf de zijlijn zag ze Den Bosch in mei van dit jaar sneuvelen in de halve finale van de play-offs tegen Amsterdam. Twee maanden later kon ze bij de start van de competitie nog steeds geen stick in haar hand vasthouden. Een hard gelag voor de middenvelder die al jaren deel uitmaakt van de Bossche succesformatie.
‘Ik ben blij dat ik morgen in Venlo eindelijk weer het veld op kan met de ploeg’, zegt een opgeluchte Van der Plas, die vorige week de groepstraining bij Den Bosch hervatte. Lachend: ‘Ik ben de afgelopen periode wel gaan waarderen wat je allemaal met je duim kan. Zeker de duim aan je dominante hand.’
Zacht balletje
Even terug naar het begin van alle malaise. Den Bosch speelt op 23 april de uitwedstrijd tegen Rotterdam. Bij een verdedigende actie krijgt Van der Plas de bal ongelukkig op haar rechterduim, na een half mislukt backhandschot van haar tegenstander.
‘Het was een zacht balletje en het deed geen pijn’, licht ze toe. ‘Mijn duim was wel gezwollen, maar het leek me niet nodig ernaar te laten kijken. Maar na vijf dagen was de zwelling er nog steeds. Toen bleek uit foto’s dat het een complexe breuk was. Het botje in mijn duim was dwars door midden gebroken. Door snel handelen van onze teamarts en het Jeroen Bosch Ziekenhuis kon ik de maandag erna meteen geopereerd worden.’
Ook met een complexe breuk zou het herstel slechts een kwestie van weken moeten zijn, maar tot ver in de zomer liep Van der Plas nog steeds in het gips. Uit een nieuwe CT-scan bleek dat de botbreuk helemaal niet genezen was. ‘Het plaatje in mijn duim om het botje recht te zetten bleek stuk te zijn, dus de breuk was er nog steeds. Half augustus ben ik opnieuw geopereerd. Toen hebben ze de breuk schoongemaakt en een stukje bot uit mijn onderarm gehaald en tussen de breuk gezet om daar de botvorming opnieuw te stimuleren.’
Maandenlang shuttles rennen
Dat Van der Plas eerst de play-offs moest missen en daarna ook de voorbereiding en start van het nieuwe seizoen aan haar neus voorbij zag gaan, viel haar zwaar. ‘Ik heb maandenlang shuttles gerend. Eerst in mijn woonplaats langs de Amstel, daarna op het veld bij Den Bosch. Niet echt inspirerend. Het enige voordeel is dat ik conditioneel wel fit kon blijven. Je wordt mentaal ook op de proef gesteld. Je wordt steeds teruggeworpen in je herstel. Als dat zo moeizaam verloopt, verdwijnt telkens de stip op de horizon die je voor jezelf hebt gezet. Je vertrouwen in je eigen lichaam krijgt een knauw. Ik had nooit gedacht dat een zacht balletje op mijn duim me zes maanden aan de kant zou houden.’
De lange, inactieve periode als hockeyster had voor Van der Plas ook voordelen. De voormalig student Geneeskunde aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, die vanaf november haar studie weer oppakt met het lopen van coschappen, vond afleiding in haar baan als junior adviseur in de gezondheidszorg. Bovendien kon ze de vrijgekomen tijd goed gebruiken voor het verdedigen van haar proefschrift. Eind juni leverde haar dat het doctoraat op.
Maar hoe belangrijk die stappen in haar maatschappelijke loopbaan ook zijn, het meest positieve aan de afgelopen maanden had juist met iets anders te maken. ‘De vanzelfsprekendheid van een lichaam dat gewoon functioneert, daar sta je normaal niet bij stil. Door deze blessure word je weer even met de neus op de feiten gedrukt. De meest eenvoudige handelingen worden ineens heel lastig om te doen. Ik heb me soms wel eens afgevraagd of het wel goed kwam met die duim. Kan ik ‘m straks nog wel normaal of optimaal bewegen? En zou dat gevolgen kunnen hebben voor een eventuele baan in de kaakchirurgie die ik ambieer?’
De teamarts van Den Bosch en de medische specialisten hebben Van der Plas er inmiddels van overtuigd dat het goed zit met de duim. Half november is er een nieuwe CT-scan gepland om te kijken of de botbreuk nu helemaal genezen is. Daarna volgt een derde operatie, waarbij het plaatje uit haar duim wordt verwijderd en littekenweefsel wordt weggehaald. ‘In feite is mijn duim met dat plaatje, het weefsel én een brace nu beter beschermd dan ooit’, lacht Van der Plas. ‘Ik ben ook niet bang om ermee te hockeyen, al zal ik best weer even moeten wennen.’
Allerleukste sport
Door de maanden van inactiviteit werd de hockeyfanaat Van der Plas nog maar eens bevestigd in haar liefde voor het spelletje: ‘Ik heb het hockey echt enorm gemist de afgelopen periode. Ik besef me dat dit echt de allerleukste sport is die er is. Om te doen én om naar te kijken. Door mijn werk en mijn doctoraat ben ik niet bang voor de leegte na het hockey. Maar nu ik morgen eindelijk weer het veld op kan, weet ik wel dat ik nog zo lang mogelijk van deze sport wil genieten. Ik sta elke week in een onwijs leuk team op het veld met ploeggenoten die inmiddels mijn vriendinnen zijn. Dat is me heel veel waard.’
1 Reactie
sjangfijen@gmail.com
Jij hebt het hockey gemist Pleun, maar wij hebben jou ook gemist. Fijn dat je er weer bij bent en nu duimen dat het met die duim goed blijft. Sterkte met je coschap en veel hockeyplezier. Groet..........Sjang