Normaal gesproken fluit Ymkje van Slooten de dames van Hurley, HDM en SCHC. Maar afgelopen week kreeg ze hele andere ploegen voor haar neus. Kenia, Ghana en Nambië bijvoorbeeld. De Nederlandse scheidsrechter neemt ons mee op haar avontuur bij het Afrikaanse kwalificatietoernooi voor de Olympische Spelen in het Zuid-Afrikaanse Pretoria.
We spreken Van Slooten als ze vers door de paspoortcontrole per trein onderweg is van Schiphol naar haar thuishaven Friesland. Een middag eerder floot ze nog de damesfinale die Zuid-Afrika met een monsterscore van 9-0 op Nigeria over de streep trok. ‘Het is even schakelen’, erkent Van Slooten. ‘Het was mijn eerste Afrika-ervaring. Die heeft indruk gemaakt.’
Internationaal hockey is de Friezin niet vreemd. Al eerder floot ze toernooien in Europa en Azië. ‘Maar dit is echt andere koek, zowel op als buiten het veld. Zo mochten we absoluut niet van de wedstrijdlocatie terug naar het hotel lopen. Deed je dat wel, dan riskeerde je een beroving. Daar zat ik natuurlijk niet op de wachten.’
Fluiten in Afrika vraagt heel wat anders dan in andere continenten, ervoer Van Slooten. ‘In Nederland kunnen de spelers goed hockeyen, spelen ze slim en volgens een plan. In de meeste Afrikaanse landen is er maar één motto: blind gaan. Vol in de aanval, zonder rem. Beslis je iets dat hen niet aanstaat, dan staan er direct vier spelers om je heen. De passie en emoties spatten ervan af.’
Team opgedoekt na drie nederlagen op rij
Waar opstootjes op het veld eerder regel dan uitzondering waren, ondervond Van Slooten daarbuiten een totaal andere manier van omgang. ‘Dat was een en al warmte. Iedereen noemt elkaar my friend, eten wordt gedeeld en met scheidsrechters die ik nog maar net kende, hing ik de volgende dag al op de bank. In Nederland zijn we zoveel koeler en gereserveerder in vergelijking met hen.’
Contact met de spelers ging in het Engels of zonder woorden. ‘Dan was het gewoon een kwestie van een beslissing nemen en daarbij blijven. De teams hadden wel de mogelijkheid een video-referral aan te vragen als ze het oneens waren. Ook daar sprongen ze niet altijd handig mee om. Zo maakte ik mee dat een ploeg al na drie minuten zijn enige referral zonder succes benutte. Die moesten het dus de rest van de wedstrijd met mijn beslissingen doen.’
Ook op andere fronten was het contrast met het hockeyleven in Nederland groot. Van Slooten: ‘Ik kan niet zeggen om welke ploeg het gaat. Maar ik hoorde dat één team per direct is opgedoekt, omdat ze voor de derde keer op rij van een bepaalde tegenstander verloren. De namen van de speelsters zien daarmee nooit meer hun naam terug op de nationale lijst. En dat terwijl ze van de inkomsten uit het hockey leefden. Ze moesten terug naar hun dorp en maar zien hoe ze hun leven daar opbouwden. Keihard.’
Scheids-safari tussen de cheeta’s
Naast vijf wedstrijden fluiten en drie optredens als video-scheidsrechter, mocht voor Van Slooten en haar collega’s een safari niet ontbreken. Met z’n achttienen bewonderden de arbiters leeuwen, cheeta’s en zebra’s in een natuurpark dat in de buurt zat.
‘Om nooit te vergeten. Maar minstens zoveel genoot ik van de winst van Zuid-Afrika op het WK rugby in het eerste weekend van ons toernooi. In de rust ging ik naar bed, maar niet veel later werd ik wakker van een bulderend gejuich. In Nederland kunnen we ook blij zijn, maar het lawaai dat de Zuid-Afrikanen produceerden was echt ongelooflijk. Ook daarin was de absolute passie voelbaar.’
Dat de door Van Slooten gefloten damesfinale met overmacht een prooi voor Zuid-Afrika werd, mocht de pret niet drukken. ‘Ik heb zoveel geleerd. En vooral heb ik ervaren hoe een leuke mensen de Afrikanen zijn. Iets wat ik alleen uit de boeken en films kende, staat nu voor altijd levendig in mijn geheugen gegrift.’
Wat vind jij? Praat mee...
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.