U21-coaches: ‘Ondanks korte voorbereiding vol voor EK-goud’

Bondscoaches Kai de Jager (Jong Oranje Dames) en Jesse Mahieu (Jong Oranje Heren) maakten eerder deze week hun EK-selecties bekend voor het toernooi in Terrassa van 14 tot en met 20 juli. Het duo neemt de voorbereiding en de EK-kansen door.

Als je Kai de Jager vraagt naar de kansen op het EK, is hij duidelijk. De coach van Kampong begon dit kalenderjaar met zijn job als U21-coach, maar hij weet als geen ander met wat voor talent hij te maken heeft. Hij neemt dan ook alleen genoegen met een plek in de finale. De ploeg werd in december nog wereldkampioen, maar de selectie zag er toen wel anders uit. Er zijn vijf nieuwe dames (Phileine Hazen, Iris de Kemp, Babs Reijnen, Julie Roovers en Kaat Walhof) aangesloten bij de selectie. 

‘Ik vind het algemene niveau goed en hoog’, doet hij zijn verhaal. Hij is lovend over het talent van de groep. ‘Het is aan ons om onze dominante positie in het vrouwenhockey vast te houden’, vertelt hij. Hij wijst onder meer naar Spanje als grote concurrent. Maar hij ziet ook dat België steeds meer opkomt. ‘Die twee tegenstanders komen we tijdens onze eerste en tweede wedstrijd direct tegen. Dan weten we meteen waar we staan.’

Emma Reijnen draagt de aanvoerdersband 

De Jager heeft Emma Reijnen aangewezen als aanvoerder van de groep. Zij wordt bijgestaan door Noor van den Nieuwenhof, die Reijnen zal assisteren in haar rol. ‘Dat zullen ze samen goed doen’, verzekert de coach. Ook de strafcorner is op orde. ‘We hebben met Trijntje Beljaars, Imke Verstraeten en Van den Nieuwenhof meiden die in de Hoofdklasse ook regelmatig pushen. En Sam Luttmer doet het standaard in de Promotieklasse. Ook onze variaties zijn op orde.’

Mette Winter en Noor van den Nieuwenhof delen een hesje. Foto: Willem Vernes

 

Toch had De Jager wel graag wat meer trainingsmomenten gehad. De voorbereiding op het Europees kampioenschap telde slechts vijf en een halve week. ‘Na de play-offs hadden de meeste meiden natuurlijk rust nodig. Ondertussen zat een deel van de groep ook midden in de tentamenweek. Ik had graag meer tijd samen gehad’, vertelt hij. 

Op het laatste moment schakelen 

Die mening deelt ook zijn collega Jesse Mahieu, bondscoach van Jong Oranje Heren. Hij moest op het laatste moment nog schakelen, toen bleek dat Boris Aardenburg geblesseerd was geraakt aan zijn pols. ‘Dat is voor hem natuurlijk dramatisch’, reageert Mahieu. ‘Dat is heel zonde en enorm balen voor ons. Ik had hem het toernooi echt gegund.’

Ook Jacky van Hout – die op het WK eind vorig jaar nog reserve was – was niet fit genoeg voor het EK. ‘Hij had last van zijn knie. Ik wilde het risico niet lopen om hem vijf wedstrijden te laten spelen in zeven dagen. Dat doe je niet met een speler van negentien. Dus we hebben er een aantal jonge jongens bij. Zij kunnen goed mee en het is ook mooi richting de toekomst.’

Jong Oranje Heren. Foto: Iris van Doormalen

De selectie telt zeven ‘nieuwe’ namen: Thies Bakker, Finn van Bijnen, Tim Knapper, Danilo Trieling, Jens de Vuijst en Matthijs van der Wielen maken hun Jong Oranje-debuut. Miles Bukkens ontbrak een half jaar geleden ook, maar dat lag aan een knieblessure. Bukkens is deze zomer weer fit en is samen met Timo Boers de aanvoerder van de groep. ‘Zij zitten er al heel lang bij’, vertelt Mahieu. ‘En brengen daarom een mooie ervaring aan de groep. We maken nog een beslissing wie uiteindelijk de band gaat dragen.’

Lucas Veen speelde het WK-21, maar is nu een opvallende naam in de groep van Mahieu. Niet vanwege zijn kwaliteiten, maar vanwege de race tegen de klok die hij heeft gevoerd. Veen trainde deze week namelijk voor het eerst mee. De middenvelder brak een aantal weken geleden zijn hand, maar werd precies op tijd fit verklaard.

Aan beide kanten effectiever worden

Het laatste optreden van Mahieu eindigde in  mineur. Tijdens het WK in Kuala Lumpur eindigde de groep op een vijfde plaats. Welke lessen neemt de coach mee naar het volgende toernooi? ‘Onze doelpuntenmakers moeten vooral niet gefrustreerd raken’, zegt hij met een lach. ‘Het was het toernooi van de gecreëerde kansen, die we niet hebben kunnen omzetten in goals. En veel aanvallen kregen we niet tegen, maar die werden wel meteen gevaarlijk. We moeten dus vooral aan beide kanten effectiever worden.’

De Duitsers zijn wereldkampioen. Zij hebben grote spelers met al wat interlands. Zij zijn voor mij echt de gedoodverfde favoriet. Jesse Mahieu over de concurrentie

Daarom ziet Mahieu zichzelf niet als favoriet. Zijn ploeg is volgens hem een ‘goede outsider’. Hij wijst naar Duitsland en Spanje als de grote kanshebbers. ‘De Duitsers zijn wereldkampioen. Zij hebben grote spelers met al wat interlands. Zij zijn voor mij echt de gedoodverfde favoriet. Ook Spanje gaat het goed doen. Ze spelen in het eigen land en ze hebben vrijwel geen wisselingen ten opzichte van het WK, daar werden ze derde. Als wij ons niveau halen, en stabiel blijven, kunnen we ook zeker om de prijzen spelen.’

De Jong Oranje Heren oefenden in de voorbereiding tegen Duitsland. Foto: Iris van Doormalen


Wat vind jij? Praat mee...