Aftellen met Jonas de Geus: ‘Hoop dat Lebron James langskomt’

Ze gingen met wereldsterren op de foto. Klommen in de levensgrote olympische ringen in het spelersdorp. Zijn niet alleen hockey-internationals, maar ook een belangrijk onderdeel van TeamNL. Vanaf zaterdag dompelden onze hockeymannen zich volledig onder in de bijzondere wereld van de Spelen. Jonas de Geus praat ons bij vanuit het onderkomen van de Oranje-selectie.

Hij maakte al veel mee als international. Twee WK’s, vier EK’s en de Spelen van Tokio in 2021. Maar zelfs voor De Geus (26 jaar, 139 caps) was het vrij zeldzaam wat er eerder deze week gebeurde in het olympische dorp. In het mini-stadje waar alle – nou ja, bijna alle – deelnemers slapen, gebeurde er iets bijzonders. Want wie kwam even een broodje halen in de eetzaal? Niemand minder dan tennislegende Rafael Nadal. 

‘Iedereen wachtte wel even tot hij was uitgegeten’, lacht De Geus. ‘Maar hij werd wel door een heleboel sporters opgemerkt. En toen hij met één iemand op de foto ging, stonden er een heleboel in de rij. Niet alleen voor Nadal, maar ook voor Carlos Alcaraz – die dit jaar Wimbledon en Roland Garros won. Voor hem zijn het de eerste Spelen, dus die vond het allemaal ook wel speciaal.’

Het gevolg was dat de halve hockeywereld een Insta-kiekje met de Spanjaarden postte. Van de Duitse balvirtuoos Christopher Rühr tot de Oranjedames en van Argentijnse spits Lucas Toscani tot de Belgische olympisch kampioenen Arthur De Sloover en Victor Wegnez. Iedereen wilde even een moment of fame met de wereldberoemde tennissers. ‘Je hebt vast die foto van onze jongens met Nadal wel gezien? Ik hoop dat de basketballers van de VS nog langskomen, met bijvoorbeeld Lebron James en allerlei andere NBA-sterren. Dat wil ik dat ook wel even vastleggen.’

Tjep Hoedemakers, Justen Blok, Jip Janssen, Thijs van Dam en Duco Telgenkamp op de foto met de Spaanse toptennisser Rafael Nadal. Foto: Tjep Hoedemakers

Hij weet het maar al te goed. Die mooie foto’s zijn een bijzaak. Ze hadden er de afgelopen dagen alle tijd voor. Al sinds zaterdagavond zijn de hockeymannen in Parijs. ‘We waren het eerste Nederlandse team in het dorp’, zegt De Geus, hangend op een zitzak voor een van de TeamNL-gebouwen, aan de noordkant van Parijs. Ondertussen lopen de TeamNL-waterpolosters en de -volleybalsters aan hem voorbij. ‘Het was lekker om hier de tijd te hebben om te wennen. Het is echt een apart wereldje. Een gigantisch complex, met duizenden sporters. Ik ben blij dat we fietsen hebben, want anders wandel je je een ongeluk. We leven met de andere sporters mee. Er is hier woensdag een beamer neergezet, daarop gaan we zo de eerste wedstrijd van de handbalsters kijken.’

Het verschil met de Corona Spelen

De aanloop voor De Geus en zijn teamgenoten is anders dan drie jaar geleden, bij de Corona Spelen van Tokio. ‘Toen zaten we eerst nog een paar weken in Madrid, voordat we naar Japan gingen. Nu is de sfeer in het olympisch dorp wat vrijer, al zie je nog wel wat sporters met mondkapjes lopen. Toen ging na een paar dagen de algemene ruimte van TeamNL dicht, om besmettingen te voorkomen. Het grootste verschil zullen we zaterdag merken. Een Olympische Spelen in een goed gevuld stadion, met waarschijnlijk veel Oranje-fans. In Tokio was er door alle regels geen publiek bij en dat maakte de setting wel heel raar.’

Even flitsen er beelden van drie jaar geleden door zijn gedachten. ‘Als je om je heen keek, voelde het soms alsof we oefenwedstrijden speelden in Tokio. Natuurlijk weet je dat dat niet klopt. Maar het voelt heel onwerkelijk om zo’n mooi toernooi te spelen voor lege tribunes. Ik kijk er dan ook enorm naar uit om een Spelen mee te maken mét toeschouwers.’

Jonas de Geus voor de lege tribunes in Tokio. Foto: Koen Suyk

Waarom de wedstrijdselectie van de Oranjemannen niet de Seine opgaat

Tussen het acclimatiseren door werd er ook voorzichtig geoefend. Dinsdag verloor Oranje met 1-0 van België. Een wedstrijdje waar De Geus niet al te veel waarde aan hecht. ‘Het was lekker om even te spelen. Maar iedereen hield ook een beetje in. Bij strafcorners werd er niet uitgelopen. En België wilde een strafbal niet nemen, volgens mij om geen informatie prijs te geven. Alsof Pirmin Blaak nog nooit tegenover Alexander Hendrickx heeft gestaan… Ach ja, ook dat past bij de voorbereiding.’

Zaterdag wordt er geen enkele kaart meer tegen de borst gehouden. Al om 12.45 uur komen De Geus en zijn teamgenoten in actie tegen Zuid-Afrika, in de tweede wedstrijd van het mannentoernooi. Daarom laat de selectie de openingsceremonie van vrijdagavond schieten. Dan glijden er zo’n honderd boten over de Seine om de Spelen officieel af te trappen.

‘Eigenlijk is het zonde dat de ceremonie zo kort op onze wedstrijd zit’, denkt De Geus hardop. ‘Want mij betreft doen ze dat voortaan een paar dagen eerder, zodat zo veel mogelijk sporters erbij kunnen zijn. Dat had ik namelijk best gewild. Nu gaan alleen de reserves en een paar stafleden. Voor iedereen die speelt is het niet te combineren. Want het draait allemaal op wat er vanaf zaterdag komt. Dan gaat het echt beginnen. Ik kan niet wachten.’