Thierry Brinkman: ‘Gewoon niet goed genoeg voor een resultaat’

Teleurgesteld slenterde Oranje-captain Thierry Brinkman woensdagavond van het veld na zijn eerste nederlaag op de Spelen van Parijs. De aanvaller probeerde na afloop van de groepswedstrijd met Duitsland (0-1) de vinger op de zere plek te leggen. ‘Er is nog geen reden tot paniek.’

De vraag was natuurlijk makkelijk. Lag voor de hand. Wat was volgens Brinkman de oorzaak van het feit dat Oranje in zijn vierde pouleduel met lege handen stond? ‘Laat ik beginnen dat we alles gegeven hebben’, steekt Brinkman van wal. Zijn teamgenoten lopen langs, op weg naar de kleedkamer. Uit boosheid mept Tjep Hoedemakers nog even hard met zijn stick tegen zijn scheenbeschermer. De dreun galmt door de catacomben van het kleine, tweede stadion.

‘Ik denk dat we niet echt tot kwalitatieve kansen zijn gekomen’, zegt Brinkman. ‘Hoeveel corners hebben we gehad? Twee, hè? En bij eentje stond Jip [Janssen] niet in het veld…’ Hij puft na, is gesloopt na een tweede slijtageslag op rij. Dan volgt een nog rakere conclusie. ‘Het was gewoon niet goed genoeg om een resultaat te halen tegen Duitsland.’

Het zijn zure woorden die volgen na een hoopvolle start, met de corner die Oranje al binnen een minuut versierde. ‘Maar vervolgens lag-ie er al snel in bij ons. En daarna kwamen we niet tot kansen. Dat is iets om terug te kijken. Het kan te maken hebben met onze positionering voorin. Met slordigheid aan de bal. Voor mijn gevoel hebben we best veel ballen verloren. Ook op eigen helft. De basics waren – voor zover ik dat nu kan zeggen – ondermaats.’

Foto: Willem Vernes

‘Drie keer in de cirkel is helemaal niets’

Brinkman beaamt dat Nederland in de eerste helft te weinig het vizier naar voren richtte. Wat te veel voor de veilige bal ging. Hij kijkt op van het feit dat Oranje in die eerste helft maar drie keer in de Duitse cirkel kwam. ‘Dat is helemaal niets. Heel erg weinig. Dan kan het zijn dat Duitsland heel goed verdedigde. Maar ik denk dat het voor een groot deel ook aan onszelf lag. Dat we de oplossing niet vonden.’

Na rust leek dat te veranderen met die cornerkans – al was dat dus zonder Janssen – en de mogelijkheden van Jorrit Croon en Thijs van Dam. Zeven venijnige minuten, al bleven ook die zonder resultaat. ‘Dat wilden we ook laten zien. Vrijuit spelen. Snel voorwaarts gaan, door hun druk heen. Dat zeiden we ook tegen elkaar. We hebben ook wel kansen gehad. Maar de gelijkmaker viel niet.’

Natuurlijk kwakte Oranje in de slotfase alle kaarten op tafel. ‘We haalden de keeper er nog af. Maar we kwamen niet meer echt in de cirkel. Dat is erg zonde. Zij kilden de wedstrijd, waren heel zakelijk.’

En wat zegt dit dan? Het gegeven dat Oranje aanvallend geen potten kon breken tegen een concurrent? ‘Ik denk dat we daar niet van in paniek moeten raken. Je hebt dit toernooi gezien hoe dichtbij het bij elkaar kan liggen. Vandaag was niet onze dag. Overmorgen kan het echt weer helemaal anders zijn. Zo simpel is het. Maar het moet wel echt beter.’

Foto: Willem Vernes

Waarom plek drie dichterbij is gekomen voor Oranje

Door de nederlaag blijft de Europees kampioen steken op zeven punten, na vier wedstrijden. Duitsland heeft evenveel gespeeld en voert poule A nu aan met negen punten. Ook Groot-Brittannië heeft minder verliespunten dan Nederland. De Britten spelen donderdag hun vierde duel, tegen Frankrijk.

Oranje is z’n gunstige uitgangspositie momenteel kwijt in de groep en staat dus virtueel derde. Die plek zou een zwaardere tegenstander opleveren in de kwartfinale. Dat scenario, waarin mogelijk Australië de tegenstander is in de eerste knock-outronde, is woensdagavond door de nederlaag tegen Duitsland dichterbij gekomen.

‘Daar zijn we nog niet mee bezig’, zegt Brinkman. ‘Dat komt vrijdag wel. Het is voor ons nu het belangrijkste dat we dan goed spelen tegen Spanje. Eerst maar even goed herstellen en analyseren. Het zijn twee pittige dagen geweest. En hopelijk blijkt snel dat die verliespartij van vandaag een incident was.’