HCAS: amper jeugd, maar wel met Heren 1 in de Promotieklasse

Hij moest er 25 jaar op wachten. Zo lang is Wil Hoebergen al manager van de mannen van HCAS, die zich sinds dit seizoen met trots promotieklasser mogen noemen. Voor het eerst in de geschiedenis van de club speelt de ploeg uit Asten op het op één na hoogste niveau. ‘Niemand uit ons team komt uit de eigen jeugd.’

Hij roept naar een speler. Doet een handgebaartje. Even later vliegt de strafcorner van HCAS in de wedstrijd tegen HGC (3-4 nederlaag) snoeihard tegen de plank. Hoebergen verrekt bijna geen spier. Toch zal hij vanbinnen glunderen na zijn succesvolle instructie, waardoor HCAS vlak na rust op gelijke hoogte komt met HGC (1-1). Zonder hockeydiploma op zak weet Hoebergen inmiddels genoeg van het spelletje om te zien waar de kansen liggen.

Dan gaat het hard. Binnen no-time staat HGC weer op voorsprong , maar zeven minuten later is HCAS alweer aan de winnende hand (3-2). Toch gaat het mis voor de ploeg uit Asten. HGC pusht een corner binnen. De bal is niet buiten de cirkel geweest!, roept alles wat oranje kleurt vanaf de zijlijn. Maar de scheidsrechters zien het anders. De goal telt.

Terwijl Hoebergen zich op het oog rustig houdt, winden de spelers en supporters langs de kant zich flink op, voorzien van het nodige gevloek en getier. Het leidt tot een gele kaart en – tot overmaat van ramp – nog een tegendoelpunt. Een Brabants slotoffensief heeft geen effect. HCAS was heel dichtbij, maar moet het hoofd buigen voor de bezoekers uit Wassenaar.

Manager Wil Hoebergen feliciteert zijn oud-speler en huidige HGC-coach Fareed Ahmed. Foto: Rob Römer

Na de wedstrijd blijkt Hoebergen toch minder stoïcijns dan hij tijdens de wedstrijd deed overkomen. Met de beelden van de 3-3 loopt hij naar de scheidsrechter, om te laten zien dat die de goal toch echt verkeerd beoordeeld had. ‘Ik kan slecht tegen mijn verlies’, zei de manager even later, inmiddels met een glimlach. ‘We waren beter dan HGC. Ik gun het HGC-coach Fareed Ahmed, die zeven jaar geleden nog bij ons speelde. Maar wij zijn hier als promovendus niet om leuk mee te doen. We willen een blijvertje zijn. Dan moet je dit soort wedstrijden winnen.’

‘Alle jongens uit Asten voetballen’

HCAS ligt aan de rand van Asten, tien kilometer ten zuiden van Helmond. Een gemoedelijke club, waar het getik van hockeysticks af en toe wordt opgeluisterd door de lieflijke carillonklanken van het naastgelegen klokkenmuseum. Met 500 leden, twee velden en slechts een handjevol jongensteams moet de club het niet van de eigen jeugd hebben. ‘Alle jongens uit het dorp voetballen’, weet Hoebergen, wijzend naar de naastgelegen voetbalclub.

Dat is al sinds jaar en dag zo. Toch  heeft HCAS het tot de Promotieklasse geschopt. Daar zag het 25 jaar geleden niet naar uit. De mannen speelden Tweede Klasse en van topsportambities was allerminst sprake. Dorpsgenoot Hoebergen had als belastingadviseur en zaakwaarnemer al ervaring in de topsport, vooral in het wielrennen, beachvolleybal en ook hockey. Zo regelde hij onder andere de contracten van Mink van der Weerden, oud-speler van HCAS. Bij die plaatselijke hockeyclub, waar hij eerder al in het bestuur kwam ‘om wat problemen op te lossen’, zag hij ook kansen.

Om die kansen te verzilveren, sprak Hoebergen steeds vaker zijn Brabantse netwerk aan. Bij Oranje-Zwart was hij kind aan huis en dus leerde hij toenmalig Heren1-coach Michel van den Heuvel kennen. De lijn naar Asten was snel gelegd. Zo ontpopte HCAS zich langzaam als back-upclub voor spelers die het in het eerste van OZ en OR niet redden. Dat legde het vaandelteam geen windeieren. HCAS promoveerde naar de Eerste Klasse en drie keer naar de Overgangsklasse, om vervolgens direct te degraderen.

Het overgrote deel van de spelers van HCAS is afkomstig van Oranje-Rood. Foto: Rob Römer

Bijna iedereen komt van Oranje-Rood

Covidseizoen 2021-2022 vormde een kantelpunt. ‘We mochten niet veel’, haalde Hoebergen terug, ‘dus zijn we vooral heel hard gaan trainen. Michel had toen door de omstandigheden weinig om handen en had wel oren naar een Astens avontuur. Van zijn trainingen word je natuurlijk niet slechter. We promoveerden het jaar erna naar de Overgangsklasse. Met een inmiddels heel goed team wilden we kijken hoever we konden komen. Het eerste jaar werden we vijfde en het seizoen erop dik kampioen.’

Al vorige winter sprak het team uit dat als ze zouden promoveren, ze bij elkaar wilden blijven en zich wilden handhaven. Het is mede de reden dat Hoebergen bij Tilburg spits Miel van den Heuvel – inderdaad de zoon van – wegplukte. Van de Duitse Bundesligaclub Gladbach kwam middenvelder Lucas Wuts over, die tegen HGC overigens met een liesblessure aan de kant zat.

Miel van den Heuvel achtervolgd door HGC-speler Grau Albert Torres, kwam deze zomer over van Tilburg. Foto: Rob Römer

‘Dit team bestaat voor zo’n negentig procent uit voormalig Oranje-Rood-spelers. Niemand is afkomstig van HCAS zelf. Miel komt dan wel van Tilburg, maar hij zat daarvoor bij Oranje-Rood en kende bijna alle spelers al. Nieuw is hij dus in feite niet. Juist omdat wij als club ambitie hebben, is er een aantrekkingskracht vanuit de regio. Kijk, als er jongens tussen zitten van hoofdklassekwaliteit – en die zijn er – dan gun ik het ze dat ze teruggaan naar Oranje-Rood. Wij gaan never nooit een concurrent van die club worden, maar inmiddels staat hier wel een team dat intrinsiek gemotiveerd is en een zeer aardig niveau op de mat legt.’

Volgens Hoebergen zit de aantrekkingskracht van HCAS niet alleen in het hockey zelf. ‘We zijn ook een club die aandacht heeft voor de spelers buiten het hockey. We regelen studie- en loopbaanbegeleiding in het kader van stages, afstuderen en opdrachten. Wil je een goed gesprek of een karakterscan laten maken van jezelf, dan zijn er ook mogelijkheden voor. We proberen er alles te doen om onze jongens ook verder te brengen in het maatschappelijk leven.’

Ondanks dat Hoebergen – naar eigen zeggen – 70 uur per week werkt, kan hij het managen en coachen bij HCAS na al die jaren voorlopig niet laten. ‘Ik vind het gewoon superleuk om met die mannen aan de gang te zijn. Ik leer ook veel van hen. Wat chillen is bijvoorbeeld. En waar ze in hun studie tegen aanlopen. Dat geeft mij een bredere blik op de maatschappij. En al ben ik van huis uit geen hockeyer: ik ben van de sport gaan houden. Er gaat toch niets boven op zondag langs de lijn staan?’

 

 

 


Wat vind jij? Praat mee...