Na zes jaar Hoofdklasse bij Rotterdam had Timo Goor in de lente eigenlijk afscheid genomen van hockeyen op hoog niveau. Het was tijd voor andere dingen. Zijn maatschappelijke carrière. Meer quality time met zijn vriendin. Alleen gezellig ballen met zijn vrienden in Cartouche heren 4, dat was het plan. Maar het liep anders. Want de verdediger die alleen op de lijst stond voor noodgevallen, zette de afgelopen twee wedstrijden ouderwets de lijnen uit.
Eigenlijk zou Goor (30) helemaal niet beschikbaar zijn voor het eerste van Cartouche. Met volop nieuwe aanwas was de lijst in feite al gevuld. ‘Maar toen bleek een van die jongens nog de Onder 18-leeftijd te hebben. Hij hoefde niet op de lijst, waardoor er een plekje over was. Aal (coach Robbert Paul Aalbregt, red.) vroeg toen of hij mij er toch op mocht zetten. Waarom niet?, dacht ik. Al moest het wat mij betreft niet ten koste gaan van spelers die heel graag willen en die niet de selectie halen doordat ik op het veld sta.’
Zonder voorgevoel of verwachting ooit in te hoeven springen, raakte Goor het afgelopen halfjaar langzaam gewend aan zijn leven als ex-topsporter. Zeer bewust koos hij deze zomer voor Cartouche heren 4. Een vriendenteam met spelers, waarmee hij zo’n tien jaar geleden in Heren 1 speelde.
'Iedereen verklaarde mij voor gek, toen ik naar Cartouche Heren 4 wilde' Timo Goor
‘Bij Rotterdam zou ik sowieso nog maar een jaar doorgaan. Toen zij de kans kregen om een Spaans international (Marc Recasens, red.) te halen, was ik de beroerdste niet en maakte voortijdig plaats. Direct zei ik dat ik naar Cartouche heren 4 wilde. Iedereen verklaarde mij voor gek. Dat ga je nooit volhouden. Dat vind je niet leuk, zeiden ze. Ik heb nog wel HDM en KZ nog aan de lijn gehad, maar ik bleef stug volhouden. Aan alles voelde ik: het is mooi zo.’
De voormalige zaalinternational deed het de afgelopen zomer rustig aan. ‘Het was zeker de eerste weken heel goed om even pas op de plaats te maken voor mezelf en ook maatschappelijk. Ik was niet anders gewend dan drie dagen in de week vastzitten aan trainen, naast mijn werk als tatoeëerder en grafisch ontwerper. Het was heel erg wennen om van een permanent overvolle agenda naar in één keer blanco te gaan als het om hockey gaat. Maar het gaf ook rust. Ook naar mijn vriendin toe was het gezelliger om niet steeds weer weg te zijn om te trainen.’
Toch meetrainen met het eerste
Zijn conditie hield Goor vooral bij met krachttraining. Ook na de zomer. Want Heren 4 mag dan wel een vast trainingsmoment hebben, in de praktijk kwam daar de afgelopen maanden niets van terecht. ‘Daar werd ik op een gegeven moment heel erg onrustig van’, lacht Goor. ‘Ik heb goed contact met de personal trainer van Rotterdam en sport bij hem met heel veel liefde, maar ik merkte op zondag wel dat het qua rennen en hockeyskills allemaal wat inzakte.’
En dus klopte Goor aan bij Aalbregt, vorig jaar zijn assistent-coach bij Rotterdam. ‘Ik vroeg hem of ik een keer per week mocht meetrainen. Dat was in eerste instantie dus de bedoeling. Maar toen kwam er een aantal blessures. En voor ik het wist, stond ik weer drie keer per week op het veld. Ik had de mazzel dat ik erbij kwam in de herfstvakantie. Daardoor scheurde ik in de eerste wedstrijd niet meteen alles af. Want het was flink schakelen: van helemaal niet trainen naar drie keer per week volle bak.’
Geen koekenbakkers
Zijn maten van Heren 4 moeten het voorlopig dus zonder Goor stellen. Ook is hij ’s avonds weer wat vaker van huis. ‘Mijn teamgenoten balen als een stekker. Vorige week kreeg ik al op mijn kop dat ze hadden verloren. Maar ze draaiden al belabberd, hoor. De ambitie om naar de Reserve Overgangsklasse te promoveren is voor dit seizoen dus maar in de koelkast gezet. En mijn vriendin? Die moest wel lachen. Na de zomer zei ze nog dat ik mij verbazingwekkend rustig had gemanoeuvreerd in mijn nieuwe rol. Dat bleek toch een beetje voorbarig.’
Hoe lang Goor in het eerste te bewonderen blijft, is nog onduidelijk. ‘Ik heb aangegeven dat ik tot aan de winterstop in ieder geval bereid ben om mee te doen. Daarna kijken we wel weer.’
Wat vind jij? Praat mee...
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.