EK 18 | Hoe SCHC JO12-1 keeper Ausema helpt op het EK in Lille

Hij is dit toernooi voor het eerst de eerste keeper. Jarenlang rook Peter Ausema (18) aan Oranje, maar als het erop aankwam, zat hij steevast in de dug-out. In Lille is dat anders. En zelfs bij 32 graden, met het zweet in zijn nek, straalt hij.

‘Ik denk dat ik dat van JO12-1 geleerd heb. Het team dat ik coachte. Die jongetjes zijn altijd blij en vrolijk. Zo probeer ik ook een beetje in het leven te staan.’

Later meer over de coachcarrière van Peter Ausema. Want de reden dat we hem vrijdagmiddag spreken, heeft te maken met zijn keeperswerk. Ausema hield zijn ploeg tegen Engeland voor rust een aantal keer knap op de been en kon de twee kwarten die volgden, genieten van het spel van zijn ploeg.

Foto: WorldSportPics

‘Het was een moeilijk weekend voor iedereen, maar vandaag hebben we laten zien wat we kunnen’, analyseert Peter Ausema. ‘Maar we hebben vandaag een hoop goed gemaakt. We moesten even inkomen, toen moest ik een paar keer ingrijpen. Maar daarna heb ik eigenlijk niks meer hoeven doen. Op die strafbal na. We speelden mooi. Met lef. Dit is wat we kunnen.’

Ausema straalt. Hij beleeft het toernooi in Lille met volle teugen. ‘Ik heb echt genoten vandaag. Maar eigenlijk van elke wedstrijd. Ook al viel het resultaat soms tegen. We hebben gestreden en toffe dingen laten zien. Dan kan ik vanaf achterin echt genieten.’

De lange weg van de keeper 

Voor Ausema voelt het toernooi als een beloning voor jaren geduld en keihard werken. In de Onder-16 was hij tweede keeper, daarvoor viel hij nog af voor het steunpunt. Nu staat hij als eerste doelman op een eindtoernooi. ‘Dit is waarvoor ik het doe. Ik heb hier echt naar uitgekeken. En ik weet: dit kan ook zomaar mijn laatste toernooi zijn. Dus ik wil ieder moment vol beleven.’

Foto: WorldSportPics

Ook als het 32 graden is en het kunstgras de hitte terugkaatst. ‘Na de warming-up viel ik al bijna om’, lacht hij. ‘Maar goed, dat is voor keepers eigenlijk altijd het zwaarste moment. In de tweede helft viel het mee’, vertelt hij. Maar hij klaagt niet. ‘Vorig jaar zat ik op de bank toen Olivier Paalman keepte in Granada. Toen was het veertig graden. Vergeleken daarmee valt dit wel mee.’

Een jaar geleden had ik echt nog moeite met de snelheid en de hardheid van de ballen. Nu ben ik daar beter tegen bestand. Ik voel dat ik groei. Peter Ausema

De keeper van Oranje U18 keepte het afgelopen jaar op de zaterdag bij JO18-1 en op zondag sloot hij aan als tweede doelman van Heren 1, waar hij volgend seizoen definitief bij de selectie zit. ‘Een jaar geleden had ik echt nog moeite met de snelheid en de hardheid van de ballen. Nu ben ik daar beter tegen bestand. Ik voel dat ik groei. Niet alleen als keeper, ook als coach op het veld.’

Bij SCHC krijgt hij regelmatig ballen op zich afgevuurd door jongens die hem met bloeduitstortingen naar huis sturen. ‘Ik denk dat Sam Figge het allerhardst slaat. Die bezorgt me de meeste blauwe plekken. Aan het begin van vorig seizoen dacht ik soms: misschien moet ik gewoon even uit het doel stappen’, lacht hij. ‘Bij Oranje is het Lucas Corstens met het hardste schot, denk ik. Hij kan ‘m ook heel goed plaatsen. Maar ook Floris Rap slaat erg hard.’

Op zijn twaalfde het keeperspak in

Ausema trok op zijn twaalfde voor het eerst een keeperspak aan. Hij begon als klein jongetje met spelen, maar erg goed was hij niet. ‘Dus ik besloot maar te gaan keepen’, lacht hij. Een keuze waar hij nog iedere dag blij mee is, ook al moest hij van ver komen. ‘Pas op mijn zestiende zat ik voor het eerst bij een eerste team. Ik trainde toen ik in de JO16-2 zat voor het eerst een keer mee met het eerste. Ik weet nog dat ik toen op goal stond en hoopte dat ik de bal gewoon tegen me aan kreeg, dat ik ‘m in ieder geval tegengehouden had’, lacht hij. ‘Dat deed soms wel zeer.’ 

Foto: WorldSportPics

‘Ik weet dat ze zeggen dat keepers altijd een beetje gek zijn’, gaat hij verder. ‘Dat hoort er ook wel een beetje bij toch? Anders is het ook maar saai.’ Over of hij zelf ook een beetje gek is, twijfelt hij. ‘We hebben vier nieuwe jongens in ons team, maar die zeiden dat dit het eerste jaar is dat ze een keer niet met een rare keeper opgescheept zitten.’

De twaalfjarigen die hem blij maken 

Terug naar zijn trainingsteam. De jongens van SCHC. De afgelopen twee jaar was hij als coach verantwoordelijk voor de selectie jonge talenten. Als hij erover praat, realiseert hij zich dat hij een hoop geleerd heeft van die kleintjes. ‘Hoe ze omgaan met tegenslagen, hoe ze vrolijk blijven. En hoe je heel vroeg moet opstaan’, grijnst hij. Als Ausema vertelt over zijn jonge telgen, glundert hij. ‘Ik zie ze zo weer zitten. Om acht uur in de ochtend, supervroeg. Drie kwartier voor de wedstrijd. Allemaal enthousiast. Telkens als ik binnenkwam, hoorde ik een hoop getetter. Daar leefde ik van op.’

Toch stopt hij er volgend jaar mee. Een praktische keuze. Ausema gaat studeren in Amsterdam, waar hij ook wil gaan wonen. Door het vele reizen is een team coachen voorlopig geen optie meer. ‘Maar ik sluit niet uit dat ik ooit nog een team ga doen. Ik vond het echt superleuk.’

Zaterdag staat hij er voor het laatst, in de vroege ochtend tegen Tsjechië. ‘Ook dan geniet ik hoor. Telkens als ik het volkslied zing, krijg ik kippenvel’, zegt hij. ‘Ik had het er laatst met mijn familie over. Baalde ik even. Toen zeiden ze: hou gewoon je mond. Geniet ervan. Je staat er gewoon. Dus ja, dat heb ik maar gedaan. En dat ga ik morgen ook doen. Ik hoop dat dit niet mijn laatste toernooi is geweest. Hoop dat ik mezelf kan laten zien, het goed doe en uiteindelijk aan kan sluiten bij Jong Oranje. Maar voor mij is echt alles extra.’


Wat vind jij? Praat mee...