Oranje terug in vertrouwd Gladbach: ‘Liggen hier mooie herinneringen’

Ze zijn terug op de plek waar twee jaar geleden een gouden stap werd gezet richting de olympische titel. De Oranjemannen zitten, net als de dames, in Mönchengladbach. De Duitse stad waarin in 2023 niet alleen de Europese titel, maar ook plaatsing voor de Spelen werd bereikt. Met die zoete herinneringen in het achterhoofd, gaat zaterdag het EK ook voor Nederland van start.

Tranen van geluk liepen twee jaar terug over de wangen van bondscoach Jeroen Delmée. In het SparkassenPark werd de Brabander na afloop van de gewonnen finale tegen Engeland (2-1) overmand door emoties na de eerste toernooizege onder zijn bewind. Met de typerende gekleurde stoeltjes op de achtergrond vierde zijn selectie feest na de chaotische eindstrijd, waarin Maurits Visser twee strafballen stopte. ‘Een bijzonder moment’, zegt Delmée twee jaar later na de laatste training van Oranje voor het aankomende EK.

‘Dit was de eerste toernooititel die we wonnen met een nieuwe ploeg. Na een heel intensief traject. Het was speciaal dat we daar op dat moment al in slaagden en ons daarmee ook meteen plaatsten voor de Olympische Spelen. Er liggen hier mooie herinneringen. We doen eigenlijk alles hetzelfde als twee jaar geleden. We zitten bijvoorbeeld ook in hetzelfde hotel, in Venlo. Alles voelt heel erg vertrouwd.’

Delmée na de EK-winst in 2023. Foto: Willem Vernes

Stilte voor de grilhut

We spraken Delmée vrijdagmiddag, een paar uur voor de start van het EK. Op het toernooiterrein is het op dat moment nog stilte voor de storm. Er staat ongeveer evenveel parkeerwachters als auto’s op de gigantische parking. De charmante Grillhütte, een houten huisje waar je braadworsten en goulashkroketten kunt kopen, wacht nog op de eerste klanten. Op het terrein rijden vrijwilligers in golfkarretjes af en aan om de puntjes op de i te zetten. De stad telt af naar een volgend memorabele hockeytoernooi, onder de rook van het veel grotere voetbalstadion van Bundesligaclub Borussia Mönchengladbach.  

‘De titel van twee jaar geleden was een bevestiging dat we geen eendagsvlieg waren, na een goed WK van eerder dat jaar. Dat we de strijd aan konden gaan met de mondiale top. Op het WK kwamen we net tekort, hier lieten we zien dat we een stap verder waren. De grootste winst was het gevolg van de titel. Dat we geen olympische kwalificatietoernooi hoefden te spelen, onze eigen aanloop naar Parijs konden bepalen. Dat gegeven zorgde voor iets meer druk op het winnen van dat toernooi.’

Oranje op het tweede veld in Mönchengladbach, naast het stadion waar het EK wordt gespeeld. Foto: Willem Vernes

Een EK zonder extra prijs

Van die druk is nu geen sprake. Ja, ook dit EK geeft een extra prijs. De winnaar plaatst zich voor het WK van volgend jaar, maar Nederland is daar als mede-organisator al zeker van. En natuurlijk zijn er meer verschillen met die fijne zomer van 2023. Sinds het EK-goud is er wel heel veel gebeurd bij Oranje, dat vrijdag exact een jaar terug olympisch kampioen werd. De nummer één van de wereld is. En daarmee is uitgegroeid tot de topfavoriet van dit toernooi. Oud-international Robert van der Horst, assistent bij Engeland, zei het donderdag treffend: Nederland is ook bij de heren de standaard geworden.

‘De vorige keer hadden we hier een team met heel weinig bagage. Nu hebben we een heel ervaren ploeg bij ons. In het doel gaan we afwisselen tussen Derk Meijer en Maurits Visser, dat is anders dan voorheen. En Olivier Hortensius is nieuw. Maar verder staan er allemaal jongens die de afgelopen drie jaar minstens twee toernooien hebben gespeeld.’ De bondscoach weet ook: dat zegt niet alles. ‘Je moet top zijn, ook al ben je de favoriet op basis van je resultaten. De verschillen blijven enorm klein in het herenhockey. We winnen de Olympische Spelen op shoot-outs, verliezen de halve finale van het WK op die manier. Om het EK te winnen moeten we twee strafballen stoppen. Wat ik wil zeggen: we zijn niet de enige goede ploeg.’ 

Delmée tijdens de laatste training met zijn assistent Eric Verboom. Foto: Willem Vernes

Wie keept, is nog geheim

Delmée is al sinds maandag met zijn ploeg in Duitsland. Niet zonder reden. ‘Het veld is wat stroever en zwaarder dan de velden die we gewend zijn’, vertelt de bondscoach. ‘We hebben drie keer in het stadion getraind om dat te ervaren. Daarbij komt: het is fijn om als groep lang samen te zijn. Voor leuke dingen, zoals een pubquizje, maar ook voor individuele gesprekken. Zo groei je meer naar elkaar en het toernooi toe. Die tijd is fijn, omdat we niet al te veel voorbereidingstijd hadden. Dan is dit extra waardevol. Om nog een keertje extra naar Spanje, onze eerste tegenstander, kijken. Om echt klaar te zijn. En dat zijn we ook.’

Er is eigenlijk nog maar één vraag over. Wie staat er in het eerste duel in het doel van Oranje? Delmée gaf eerder aan dat Visser en Derk Meijer de erfenis van de gestopte Pirmin Blaak samen verdelen. Maar over wie er tegen Spanje keept, doet Delmée nog geen uitspraken. ‘Dat ga je zaterdagmiddag zien,’ besluit de coach met een geheimzinnige glimlach.

De Oranjemannen slaan morgen om 13.15 uur af tegen Spanje. De dames spelen aansluitend, om 15.30 uur, tegen Ierland. Beide duels zijn live te zien op de NOS op NPO 1. Voor meer informatie ga naar onze EK-pagina.


Wat vind jij? Praat mee...