Tijmen Reyenga heeft ook een corner: ‘Moet stoppen met nadenken’

Tijmen Reyenga (25) is zo’n speler die je op het veld herkent aan een fijne dribbel of een splijtende backhandpass. Een verdediger met lef en een speelse stijl, die soms nog steeds als een van de jongsten in de selectie oogt. Op dit EK heeft hij daar een nieuwe rol bij gekregen: als tweede cornerman van Oranje mag hij pushen wanneer Jip Janssen niet in het veld staat.

‘Dat is wel wennen hoor,’ zegt Reyenga lachend. ‘Maar het was ook zo op het vorige EK. Ik moet nog veel ritme opdoen en vooral ervaring. Toch vind ik het mooi dat ik het nu al mag doen. Ik ga er gewoon vanuit dat ik nog een goaltje ga maken,’ grijnst hij.

Dat had na een minuut of tien al kunnen gebeuren tegen de Belgen. Reyenga stond namelijk binnen de lijnen toen Oranje de allereerste corner van de wedstrijd kreeg. Een korte blik richting de dug-out was genoeg: het was zijn beurt. Zijn eerste push belandde op de stick van uitloper Victor Wegnez, maar vanuit de rebound kreeg hij nog een kans. Die belandde op de buik van keeper Loic van Doren, waarna de bal in de stick van Terrance Pieters viel. Die tikte raak: 1-0 voor Nederland en een assist voor Reyenga.

Staat Janssen er een keer niet in, denkt Reyenga te veel na 

‘Bij die eerste corner was ik te veel aan het denken,’ bekent hij. ‘Er schoot van alles door mijn hoofd: wat ga ik doen, waar ga ik pushen… Ik kom zo weinig aan de beurt dat het malen begon. Maar eigenlijk moet ik gewoon nuchter blijven en mijn ding doen. Dat is een les voor de volgende keer.’ Hij moet lachen. Staat Jip Janssen er een keer niet in, is de verdediger te lang aan het denken. ‘Mag ik een keertje…’, lacht hij. ‘Haha. Ik dacht wel even: yes, Jip staat er niet in. Goed voor mijn ervaring. Maar Jip is onze hoofdcorner en dat zal hij ook echt altijd blijven.’

Foto: Willem Vernes

Het had niet veel gescheeld of Reyenga had helemaal geen corners meer gepusht. Tijdens de trip naar Australië (voor het een trainingskamp en Pro League-wedstrijden) begin dit jaar besloot de staf zijn corners bij Oranje op een lager pitje te zetten. ‘Er zat geen progressie in en het was gewoon net niet,’ blikt hij terug.

‘Jeroen Delmée en Eric Verboom gaven me bovendien een wake-upcall: ze misten de oude Tijmen. Eric noemde me altijd Random Runner, vernoemd naar die gokkasten die in een casino staan. Iemand die overal opdook, zonder na te denken.’ Een fruitautomaat dus waar je een muntje ingooit, zonder te weten wat eruit komt – maar altijd hoopvol bent. ‘Ik had altijd gewoon schijt aan dingen, maar was te degelijk geworden, te veel bezig met mijn verdedigende duels. Ik was saai.’

Ik had altijd gewoon schijt aan dingen, maar was te degelijk geworden, te veel bezig met mijn verdedigende duels. Ik was saai. Tijmen Reyenga

Toch legde hij zich niet neer bij het besluit van de staf van Oranje. ‘Ik heb niet geluisterd en ben stiekem door blijven trainen. Bij Oranje-Rood hadden ze me nodig als pusher, dus kon ik met Toon Siepman blijven werken.’ Dus verfijnde hij samen met de strafcornergoeroe zijn techniek zonder dat iemand het wist. En met succes: zijn corner werd weer een beetje beter. ‘Ik ben niet zo goed als een Timo Boers of Pepijn van der Heijden, maar ik vind het tof dat ik nu toch bij Oranje mag invallen. En wie weet… Over een paar jaar. Is mijn corner misschien net zo goed als die van Jip. Of beter, dat ik eerder mag pushen. Maar dat geloof ik niet, haha. Maar ik blijf dromen.’

Een uitgebreider hockeypakketje 

Dat Reyenga aangewezen werd als tweede keuze op de kop van de cirkel, had alles te maken met het feit dat Boers en Van der Heijden de EK-selectie niet haalden. Een gelukje voor Reyenga, die vooral blij is dat hij inmiddels wat meer in zijn hockeypakketje heeft. Een verzameling kwaliteiten waardoor hij hoopt geen selectie meer te missen. Niemand meer om de Brabantse verdediger heen kan. Want na het WK en EK in 2023 was de rol als reserve op de Olympische Spelen in Parijs een pijnlijke. 

De push van Tijmen Reyenga. Foto: Willem Vernes

‘Natuurlijk was het een teleurstelling dat ik geen basisspeler was,’ zegt Reyenga. ‘Maar ik heb er toch iets moois uitgehaald. Ik speelde twee wedstrijden en scoorde zelfs’, blikt hij terug. De Olympische Spelen leverde hem onverwachte hoogtepunten op. Zo werd hij na terugkomst gehuldigd bij FC Den Bosch, de club waar hij al jaren een seizoenskaart heeft. ‘Ik sta er iedere vrijdag met vrienden in het supportersvak. En als ik niet kan, zoals afgelopen weekend, hou ik mijn telefoon heel goed in de gaten. Ik denk dat 99 procent van de mensen in het stadion tijdens mijn felicitatie geen idee had wie ik was, maar het was geweldig om daar te staan.’

Een tattoo op zijn bovenarm 

En er kwam een blijvende herinnering bij. Op de achterkant van zijn bovenarm prijkt nu een tattoo van de Olympische ringen. ‘Ik had altijd gezegd dat ik er een zou laten zetten als ik naar de Spelen ging. Ik twijfelde even, want ik was slechts reserve. Maar na twee wedstrijden en een goal vond ik dat het wel mocht.’

Maar met of zonder tattoo of eervolle huldiging, Reyenga is vooral blij dat hij er weer staat zoals de oude Tijmen. ‘Ik maak mijn acties weer en mijn passing zit er gewoon weer strak op. Een beetje freewheelen is wel wie ik ben en wat me siert. Niet nadenken, maar doen’, net als bij zijn corner. ‘Dat moet ik altijd vast zien te houden’, vertelt hij zichzelf. ‘Ook als ik straks geen 66 maar 166 interlands heb.’ Hij lacht. ‘In plaats van altijd maar voluit te gaan, zal ik in de toekomst waarschijnlijk vaker afwegen wanneer ik moet doorschieten en wanneer ik even gas terug neem. Niet altijd maar gaan, gaan, gaan.’

Foto: Willem Vernes


1 Reactie

  1. thijmendemik@gmail.com

    Ik heet thijmen


Wat vind jij? Praat mee...